Zoekresultaten (original) (raw)

G. van Berkel & K. Samplonius (2018), Nederlandse plaatsnamen verklaard

Gastel (Cranendonck, NB)
Uitspraak: gaassel. 1307 kopie 17e eeuw _Gherardus de Gastele_1, 1460 Gassel; Te verbinden met oe. gestsele en os. gastseli 'ontvangstruimte, gasthuis, herberg'. Oudere verklaringen: samenstelling van geest, Fries gaast '(ontginning op) hoger gelegen zandgrond' en lo 'licht, open bos' of een afleiding van het in Vlaanderen en Zuid-Brabant voorkomende toponiem gast 'onbebouwde, woeste plaats' (ontleend aan ofra. vast / gast 'lieu inculte, lande', dat zelf ontleend is aan germ. wôst 'woest'). Het verschil in vocalisme tussen gastel en gestel verklaarde men door voor gestel uit te gaan van een afleiding met het verkleinsuffix -ilo. Vergelijk → Gassel en → Hersel. Lit. 1OBNB 742.