Camiel Hamans - Academia.edu (original) (raw)
Papers by Camiel Hamans
Scripta Neophilologica Posnaniensia, 2024
This paper discusses three processes of non-morphemic word formation with the aim of making it cl... more This paper discusses three processes of non-morphemic word formation with the aim of making it clear that in addition to traditional processes of word formation, there also exists an underexposed area of non-morphemic word formation, which is located at the interface of phonology and morphology. The processes discussed are clipping, libfixing and
blending. In all three processes prosodic and syllabic features appear to play an essential role. The focus of the analyzes presented here is on the formal side. Semantic aspects are only discussed in passing.
Linguistics in Amsterdam 15,1, 2024
This contribution deals with the standardisation of Afrikaans, one of the eleven official languag... more This contribution deals with the standardisation of Afrikaans, one of the eleven official languages of South Africa. After a description of how a language derived from Dutch originated at the southernmost point of Africa, it is emphasised how this standardisation process, which reached its peak in the last quarter of the 19th century, focused exclusively on white Afrikaans varieties. Even non-white varieties that already had a tradition of printed texts, such as Arabic-Afrikaans or Genadendaal-Afrikaans, did not play any role in this standardisation process. This brief overview of the history of Afrikaans shows how the choice and construction of standard Afrikaans is of a political nature.
Strategic Panorama
This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin’s Russia. It desc... more This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin’s Russia. It describes how after WWII the world believed in and worked on multilateral cooperation and consultation and how Europe in particular was therefore convinced that peace and security policies should be conducted with soft powers. The remainder of the article then proposes the two pillars on which a new security agenda should be based: multilateralism combined with a deterrent defense. The contribution ends with an epilogue explaining how Russian restitution payments to Ukraine can be made possible.
This study starts with a description of the first years of Dutch broadcasting and focusses on the... more This study starts with a description of the first years of Dutch broadcasting and focusses on the role religion played in this period. This role appears so important that the Dutch broadcasting system became prototypical for the Dutch 'verzuiling', 'pillarization'. In the second part of the article it is sketched how the impact of religion in the radio and television programs decreased in the 1960's and '70's, which led to a certain 'de-pillarization'. The last part of this paper shows how evangelical Chrisians reacted on this development and why they established a new religiously inspired station.
Edinburgh University Press eBooks, Mar 12, 2020
Scripta Neophilologica Posnaniensia, 2017
Strategìčna panorama, Nov 15, 2022
is a historian. Both have been active in the European Parliament representing the Dutch Labour Pa... more is a historian. Both have been active in the European Parliament representing the Dutch Labour Party. Both are fellow of the Wiardi Beckman Stichting, WBS, the thinktank of the Dutch Labour party. This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin's Russia. It describes how after WWII the world believed in and worked on multilateral cooperation and consultation and how Europe in particular was therefore convinced that peace and security policies should be conducted with soft powers. The remainder of the article then proposes the two pillars on which a new security agenda should be based: multilateralism combined with a deterrent defense. The contribution ends with an epilogue explaining how Russian restitution payments to Ukraine can be made possible.
De Gruyter eBooks, Dec 31, 1980
The aim of this paper is to show that blends or portmanteau words form an intermediate category b... more The aim of this paper is to show that blends or portmanteau words form an intermediate category between monomorphemic and polymorphemic words. First, it will be shown that one must distinguish between two types of concatenations of portions of two words. On the one hand formations that combine the first portions of the two source words and on the other hand words in which the first part of the first source word is combined with the final part of the second. These last group are real blends. The first one is better called clipped compounds, complex clippings or stub compounds. Both groups show a righthand head. Clipped compounds appear to be a subcategory of compounds and follow the Compound Stress Rule. In blends the right part of the final form is also the head. However, blends copy the prosodic and syllabic structure of the second source word. Whereas compounds consist of at least two prosodic or phonological words, blends consist of only one. This leads to the conclusion that blends can best be described as an intermediate category between compounds and simplex words. Most of the examples described in this paper come from Dutch, however, some German and English examples are also discussed. Blending operates in a similar way in these languages. Therefore, the analysis presented here does not claim universal validity
Inleiding Vanaf 6 november 1919 verzorgde ir. Hans Schotanus à Steringa Idzerda, directeur van de... more Inleiding Vanaf 6 november 1919 verzorgde ir. Hans Schotanus à Steringa Idzerda, directeur van de in Den Haag gevestigde Nederlandse Radio Industrie, NRI, met regelmaat, soms zelfs dagelijks, radiouitzendingen vanuit zijn adres in Scheveningen. Hij kondigde deze uitzendingen tevoren via advertenties in de pers aan en wordt daarom wel gezien als de pionier van de Nederlandse omroep. Idzerda beperkte zijn uitzendingen bovendien niet tot het gesproken woord en tot uitzendingen vanuit de studio. Hij ging zelfs zover dat hij in de zomer van 1924 de befaamde het Kurhausconcerten uitzond. Rechtstreeks natuurlijk, want een bruikbare opnametechniek bestond nog niet. Idzerda was in staat een vaste band te creëren met zijn luisteraars en kon zodoende ook een bijdrage vragen aan zijn publiek. Daarnaast zond hij reclameboodschappen uit en ontving hij bijdragen van sponsors zoals Philips en de Engelse Daily Mail. Zijn concerten werden namelijk in Engeland, waar de BBC nog opgericht moest worden, door radioamateurs zeer gewaardeerd (Van der Wiel 2006:11). Desondanks moest Idzerda in 1924 de uitzendingen staken en ging zijn bedrijf failliet. (Schelven 1979, Wijfjes 1985: 9-12 Wijfjes 1994a: 9 & Wijfjes 1994b: 41-43). Izerda was niet de enige die zich met radio-uitzendingen bezighield. Er waren meer bedrijven en fabrieken die zendvergunningen hadden weten te verkrijgen en met het nieuwe medium experimenteerden. De feitelijke opvolger van Idzerda en zijn Nederlandse Radio Industrie kwam dan ook uit die kring. Het was de in Hilversum gevestigde Nederlandse Seintoestellen Fabriek, NSF, die vanaf medio 1923 proefuitzendingen verzorgde, en vooral de daaruit op initiatief van de chef verkoop Willem Vogt voortgekomen Hilversumse Draadloze Omroep, die in 1924 de uitzendingen overnam (Van Herpen 1979) 1. Hoezeer het begin van de Nederlandse radio, en daarmee van de Nederlandse omroep, een zaak was van techneuten en fabrikanten, het resultaat is absoluut geen commerciële of technische aangelegenheid geworden, maar vooral een ideële. Het Nederlandse omroepbestel was, met uitzondering van de jaren van de Duitse bezetting, tot de mediawet van 1987 een van de meest in het oog lopende bewijzen van de Nederlandse verzuiling. En dat is eigenlijk vreemd, want enige jaren eerder, in 1917, hadden de met elkaar sinds 1878 overhoopliggende politieke en maatschappelijke groeperingen een compromis bereikt: de Pacificatie. "De pacificatie-politiek kwam voort uit de politieke kentering in de periode van 1878 tot 1917. Gedurende dit veertigtal jaren stapelden de problemen zich op en werd het politieke bestel vrij onstabiel, in tegenstelling tot de over het algemeen stabiele situatie van de jaren daarvoor. Tegen het eind van de 19e eeuw kwamen de zuilen scherp tegenover elkaar te staan wat betreft drie grote vraagstukken: de kwestie van staatssubsidies voor bijzondere scholen, de uitbreiding van het kiesrecht, en de rechten van de arbeiders. Tegelijkertijd waren de al lang bestaande zuilen bezig bedacht een plan om via de radio het woord Gods bij 'zieken en ouden van dagen' thuis te bezorgen. Monnik verkreeg op persoonlijke titel een concessie, kocht een zender en liet die installeren in de toren van de gereformeerde kerk. Dit was met een eerste uitzending op 15 juni 1924 het begin van Radio Bloemendaal, die nog steeds, op grond van historische rechten, wekelijks kerkdiensten en andere godsdienstige uitzendingen voor Bloemendaal en een wijde omgeving in de Randstad verzorgt, volstrekt losstaand van het Nederlandse omroepbestel. (Haarlems Dagblad 1953 & website Radio Bloemendaal). Piet K. Domisse, journalist te Maassluis maar als Vogt met een achtergrond in de militaire genie 4 , las in 1922 in het populaire blad Het Leven hoe jezelf een radio-installatie kunt bouwen, hetgeen hij deed en waardoor hij zich ontwikkelde tot een enthousiaste radioamateur. Hierdoor drong bij hem het besef door dat je 'draadloze telefonie dienstbaar kon maken aan de belangen van ons Volksleven'. Daarom riep hij in 1924 al zijn mede-'Christenen van Nederland' per advertentie op hem te steunen bij dit initiatief (Lintsen en Schot 2002: 212). Een van de belangstellenden die reageerden was de Bennekomse docent landmeetkunde, advocaat en protestantse politicus Abraham van der Deure (Van den Heuvel 1979a). Dankzij zijn inzet werd vervolgens reeds op 21 juni 1924 de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging, NCRV, opgericht, die op 24 december van hetzelfde jaar een eerste uitzending wist te realiseren (Manning 1985: 24). ARP-voorman en Minister van Staat, A.F.W. Idenburg, sprak bij die gelegenheid over de NRCV als een instelling, 'die deze schone vinding [de radio ch] in dienst wil stellen van Hem, wien alle ere toekomt en wiens Woord gebracht moet worden in de eenzamen streken en tot de vereenzaamden in ziekenhuis en liefdadigheidsgestichten' (Wijfjes 1994b: 48). Overigens beschikte de NCRV, anders dan de HDO, niet over een eigen zender. De NCRV huurde voorlopig een vaste avond bij de HDO. Gebed door de lucht Katholieken en socialisten konden niet achterblijven bij dit orthodox-protestants initiatief. Met een aantal gelijkgestemden diende de befaamde Nijmeegse taalkundige en katholieke activist prof. Jac. van Ginniken SJ op 24 mei 1924, of beter op het patroonfeest van St. Augustinus van Kantelberg, zoals hij zelf schreef, een aanvrage voor een zendmachtiging in. De professoren van de katholieke Universiteit Nijmegen, die toen net een half jaar oud was, wilden op deze wijze hun colleges een ruimere verspreiding geven (Manning 1985: 25-26). De Amsterdamse pater dominicaan 5 en pastoor van de Dominicuskerk aan de Spuistraat, L.H. Perquin was Van Ginneken echter voor. Niet dat Perquin geen tegenstand in eigen kring had te overwinnen, maar het lukte hem toch bijna een jaar na de eerste uitzending van de NCRV met de uitzendingen te beginnen. Als officiële begindatum van de KRO-uitzendingen wordt 24 november 1925 aangehouden. De oprichting van de stichting Katholieke Radio Omroep liet echter nog even op zich wachten. Die vond plaats op 12 april 1926. Dit verschil tekent de hands-on instelling van Perquin. Hij was veel meer een man van de daad dan van de formaliteiten: "Perquin was een roomse sjouwer, die de radio wilde gebruiken voor apologetiek, geloofsverdediging, en om het liberale en socialistische gevaar te bestrijden' (Manning 1985: 48). Voor Perquin ging met een katholieke radio het woord van Paulus (Rom.10:18
Brünner Beiträge zur Germanistik und Nordistik. , 2015
In this paper clipping in Dutch, English and German is discussed. In English there exist three di... more In this paper clipping in Dutch, English and German is discussed. In English there exist three different processes of clipping. The first results in monosyllabic CVC-forms, the two others in disyllabic trochaic forms, the first of this pair with final -o , the last one ending in -i. In Dutch there are mainly two processes of clipping. The first one resulting in monosyllabic CVC-forms, the second in trochaic forms ending in -o. German also has disyllabic clipped forms but mainly ending in -i. This paper shows how the co-occurrence of a diminutive or hypocoristic suffix -i in German and the absence of a similar suffix in Dutch can explain the non-occurrence of -i clipped forms in Dutch and at the same time of -o clipped forms in German.
Roczniki Humanistyczne
In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en worden, met ... more In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en worden, met het oog op het leren van Nederlands door Poolstalige studenten, de overeenkomsten tussen beide verschijnselen globaal in kaart gebracht. Dit, omdat het didactisch gezien een beter uitgangspunt biedt om uit te gaan van overeenkomsten. Voor het Nederlands wordt aan de hand van de literatuur eerst nagegaan wat het verschil is tussen een woordgroep en een samenstelling. Vervolgens worden de kenmerkende eigenschappen van nominale samenstellingen beschreven. Hierbij ligt de nadruk op de semantische en formele rechtshoofdigheid, op het klemtoonpatroon en op mogelijke verbindingsklanken. Vervolgens worden, wederom op basis van de bestaande literatuur, vergelijkbare Poolse samenstellingen geanalyseerd en beschreven. Tenslotte wordt vastgesteld dat de kenmerkende eigenschappen van Nederlandse en Poolse nominale samenstellingen, hoezeer ze ook verschillen in frequentie, vrijwel volledig samenvallen...
Roczniki Humanistyczne, 2023
In this contribution, Polish and Dutch nominal compounds are compared. The focus is on the simila... more In this contribution, Polish and Dutch nominal compounds are compared. The focus is on the similarities between the two phenomena and these similarities are broadly described to aid in the learning of Dutch by Polish-speaking students. This approach has been chosen, since stressing similarities instead of differences offers a better didactic starting point. For Dutch, the difference between a group of words and a compound is first examined on the basis of the literature. Next, the characteristic properties of nominal compounds are described. The emphasis here is on semantic and formal right-headedness, on the stress pattern of compounds and on possible linking elements. Subsequently, again, based on the existing literature, comparable Polish compounds are analysed and described. Finally, it is established that the characteristic properties of Dutch and Polish nominal compounds, however much they differ in frequency, coincide almost completely. The last section of this article explains why it makes more sense to start with similarities than with differences when teaching about compounds.
Samenstellingen in het Nederlands en het Pools. Een vergelijkende analyse en enige suggesties voor het taalonderricht. Roczniki Humanistyczne 71, 5: 83-103. , 2023
In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en wor- den, me... more In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en wor-
den, met het oog op het leren van Nederlands door Poolstalige studenten, de overeenkomsten tussen
beide verschijnselen globaal in kaart gebracht. Dit, omdat het didactisch gezien een beter uit-
gangspunt biedt om uit te gaan van overeenkomsten. Voor het Nederlands wordt aan de hand van de
literatuur eerst nagegaan wat het verschil is tussen een woordgroep en een samenstelling. Ver-
volgens worden de kenmerkende eigenschappen van nominale samenstellingen beschreven. Hierbij
CAMIEL HAMANS & ROBERTUS DE LOUW100
ligt de nadruk op de semantische en formele rechtshoofdigheid, op het klemtoonpatroon en op
mogelijke verbindingsklanken. Vervolgens worden, wederom op basis van de bestaande literatuur,
vergelijkbare Poolse samenstellingen geanalyseerd en beschreven. Tenslotte wordt vastgesteld dat
de kenmerkende eigenschappen van Nederlandse en Poolse nominale samenstellingen, hoezeer ze
ook verschillen in frequentie, vrijwel volledig samenvallen. In de laatste paragraaf van dit artikel
wordt uiteengezet waarom het didactisch beter is uit te gaan van overeenkomsten dan van
verschillen.
Trefwoorden: (nominale) samenstellingen; rechtshoofdigheid; klemtoonpatroon; verbindingsklanken;
vreemdetalenonderwijs; taalvergelijking; Nederlands; Pools; nadruk op overeenkomsten
Piet van Sterkenburg, Roland de Bonth en Kris Heylen (eds.). In termen van taal. Liber Amicorum Frieda Steurs. Schiedam: Scriptum: 150-165., 2023
Inleiding Simon Stevin (1548-1620) geldt als een geleerde, die de praktische toepassing van weten... more Inleiding Simon Stevin (1548-1620) geldt als een geleerde, die de praktische toepassing van wetenschappelijk onderzoek hoog in het vaandel had. Daarom is de belangrijkste Nederlandse onderscheiding voor academische onderzoekers die de resultaten van hun werk maatschappelijk dienstbaar maken, naar hem genoemd. Daarnaast is er een Stevinpenning, die uitgereikt wordt aan personen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van de Nederlandse terminologie en de vaktaal. Stevin, wiskundige, natuurkundige en ingenieur, heeft namelijk een groot gedeelte van de nog immer gebruikte Nederlandse wis-en natuurkundige terminologie ontwikkeld. Stevin is de uitvinder van de term wiskunde, waarin voor een geoefend oog de woorden wijs en bewijzen terug te vinden zijn.
Agniszka Flor- Górecka and Kateřina Křížova (eds.). Plurima sub falso tegmine vera latent. The embarrassments of interdisciplinarity. Book in honour of Professor Wilken Engelbrecht. Album Amicorum voor Wilken Engelbrecht., 2022
In deze bijdrage worden de semantische veranderingen van vier leenwoorden in het Nederlands besch... more In deze bijdrage worden de semantische veranderingen van vier leenwoorden in het Nederlands beschreven. De woorden die gevolgd worden zijn sociaal, royaal, maestro en tribunaal. De keuze is niet geheel toevallig. Deze vier woorden speelden een rol in de Nederlandse actualiteit van december 2021.
Yearbook of the Poznan Linguistic Meeting
Blends are traditionally seen as irregular and unsystematic. In this paper it is shown that one m... more Blends are traditionally seen as irregular and unsystematic. In this paper it is shown that one must make a distinction between stub compounds or clipped compounds (sitcom, misper) and real blends (brunch, advertorial). In much of the literature on blends, however, stub compounds are classified as blends. Stub compounds appear to be compounds and follow the Compound Stress Rule, whereas blends turn out to form a category of its own. Blends exhibit a right-hand head and insofar they can be compared to compounds. However, their prosodic structure is a copy of the second source word, the word where the final part of the word comes from. The analysis presented here demonstrates that blends consist of one prosodic word, whereas compounds consist of two. This proves that blends are an intermediate category of their own at the intersection of phonology and morphology. The examples discussed mainly come from English. Data from Dutch and German is also presented.
Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without... more Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content licence (like
Scripta Neophilologica Posnaniensia, 2024
This paper discusses three processes of non-morphemic word formation with the aim of making it cl... more This paper discusses three processes of non-morphemic word formation with the aim of making it clear that in addition to traditional processes of word formation, there also exists an underexposed area of non-morphemic word formation, which is located at the interface of phonology and morphology. The processes discussed are clipping, libfixing and
blending. In all three processes prosodic and syllabic features appear to play an essential role. The focus of the analyzes presented here is on the formal side. Semantic aspects are only discussed in passing.
Linguistics in Amsterdam 15,1, 2024
This contribution deals with the standardisation of Afrikaans, one of the eleven official languag... more This contribution deals with the standardisation of Afrikaans, one of the eleven official languages of South Africa. After a description of how a language derived from Dutch originated at the southernmost point of Africa, it is emphasised how this standardisation process, which reached its peak in the last quarter of the 19th century, focused exclusively on white Afrikaans varieties. Even non-white varieties that already had a tradition of printed texts, such as Arabic-Afrikaans or Genadendaal-Afrikaans, did not play any role in this standardisation process. This brief overview of the history of Afrikaans shows how the choice and construction of standard Afrikaans is of a political nature.
Strategic Panorama
This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin’s Russia. It desc... more This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin’s Russia. It describes how after WWII the world believed in and worked on multilateral cooperation and consultation and how Europe in particular was therefore convinced that peace and security policies should be conducted with soft powers. The remainder of the article then proposes the two pillars on which a new security agenda should be based: multilateralism combined with a deterrent defense. The contribution ends with an epilogue explaining how Russian restitution payments to Ukraine can be made possible.
This study starts with a description of the first years of Dutch broadcasting and focusses on the... more This study starts with a description of the first years of Dutch broadcasting and focusses on the role religion played in this period. This role appears so important that the Dutch broadcasting system became prototypical for the Dutch 'verzuiling', 'pillarization'. In the second part of the article it is sketched how the impact of religion in the radio and television programs decreased in the 1960's and '70's, which led to a certain 'de-pillarization'. The last part of this paper shows how evangelical Chrisians reacted on this development and why they established a new religiously inspired station.
Edinburgh University Press eBooks, Mar 12, 2020
Scripta Neophilologica Posnaniensia, 2017
Strategìčna panorama, Nov 15, 2022
is a historian. Both have been active in the European Parliament representing the Dutch Labour Pa... more is a historian. Both have been active in the European Parliament representing the Dutch Labour Party. Both are fellow of the Wiardi Beckman Stichting, WBS, the thinktank of the Dutch Labour party. This paper discusses the failures of the European security agenda against Putin's Russia. It describes how after WWII the world believed in and worked on multilateral cooperation and consultation and how Europe in particular was therefore convinced that peace and security policies should be conducted with soft powers. The remainder of the article then proposes the two pillars on which a new security agenda should be based: multilateralism combined with a deterrent defense. The contribution ends with an epilogue explaining how Russian restitution payments to Ukraine can be made possible.
De Gruyter eBooks, Dec 31, 1980
The aim of this paper is to show that blends or portmanteau words form an intermediate category b... more The aim of this paper is to show that blends or portmanteau words form an intermediate category between monomorphemic and polymorphemic words. First, it will be shown that one must distinguish between two types of concatenations of portions of two words. On the one hand formations that combine the first portions of the two source words and on the other hand words in which the first part of the first source word is combined with the final part of the second. These last group are real blends. The first one is better called clipped compounds, complex clippings or stub compounds. Both groups show a righthand head. Clipped compounds appear to be a subcategory of compounds and follow the Compound Stress Rule. In blends the right part of the final form is also the head. However, blends copy the prosodic and syllabic structure of the second source word. Whereas compounds consist of at least two prosodic or phonological words, blends consist of only one. This leads to the conclusion that blends can best be described as an intermediate category between compounds and simplex words. Most of the examples described in this paper come from Dutch, however, some German and English examples are also discussed. Blending operates in a similar way in these languages. Therefore, the analysis presented here does not claim universal validity
Inleiding Vanaf 6 november 1919 verzorgde ir. Hans Schotanus à Steringa Idzerda, directeur van de... more Inleiding Vanaf 6 november 1919 verzorgde ir. Hans Schotanus à Steringa Idzerda, directeur van de in Den Haag gevestigde Nederlandse Radio Industrie, NRI, met regelmaat, soms zelfs dagelijks, radiouitzendingen vanuit zijn adres in Scheveningen. Hij kondigde deze uitzendingen tevoren via advertenties in de pers aan en wordt daarom wel gezien als de pionier van de Nederlandse omroep. Idzerda beperkte zijn uitzendingen bovendien niet tot het gesproken woord en tot uitzendingen vanuit de studio. Hij ging zelfs zover dat hij in de zomer van 1924 de befaamde het Kurhausconcerten uitzond. Rechtstreeks natuurlijk, want een bruikbare opnametechniek bestond nog niet. Idzerda was in staat een vaste band te creëren met zijn luisteraars en kon zodoende ook een bijdrage vragen aan zijn publiek. Daarnaast zond hij reclameboodschappen uit en ontving hij bijdragen van sponsors zoals Philips en de Engelse Daily Mail. Zijn concerten werden namelijk in Engeland, waar de BBC nog opgericht moest worden, door radioamateurs zeer gewaardeerd (Van der Wiel 2006:11). Desondanks moest Idzerda in 1924 de uitzendingen staken en ging zijn bedrijf failliet. (Schelven 1979, Wijfjes 1985: 9-12 Wijfjes 1994a: 9 & Wijfjes 1994b: 41-43). Izerda was niet de enige die zich met radio-uitzendingen bezighield. Er waren meer bedrijven en fabrieken die zendvergunningen hadden weten te verkrijgen en met het nieuwe medium experimenteerden. De feitelijke opvolger van Idzerda en zijn Nederlandse Radio Industrie kwam dan ook uit die kring. Het was de in Hilversum gevestigde Nederlandse Seintoestellen Fabriek, NSF, die vanaf medio 1923 proefuitzendingen verzorgde, en vooral de daaruit op initiatief van de chef verkoop Willem Vogt voortgekomen Hilversumse Draadloze Omroep, die in 1924 de uitzendingen overnam (Van Herpen 1979) 1. Hoezeer het begin van de Nederlandse radio, en daarmee van de Nederlandse omroep, een zaak was van techneuten en fabrikanten, het resultaat is absoluut geen commerciële of technische aangelegenheid geworden, maar vooral een ideële. Het Nederlandse omroepbestel was, met uitzondering van de jaren van de Duitse bezetting, tot de mediawet van 1987 een van de meest in het oog lopende bewijzen van de Nederlandse verzuiling. En dat is eigenlijk vreemd, want enige jaren eerder, in 1917, hadden de met elkaar sinds 1878 overhoopliggende politieke en maatschappelijke groeperingen een compromis bereikt: de Pacificatie. "De pacificatie-politiek kwam voort uit de politieke kentering in de periode van 1878 tot 1917. Gedurende dit veertigtal jaren stapelden de problemen zich op en werd het politieke bestel vrij onstabiel, in tegenstelling tot de over het algemeen stabiele situatie van de jaren daarvoor. Tegen het eind van de 19e eeuw kwamen de zuilen scherp tegenover elkaar te staan wat betreft drie grote vraagstukken: de kwestie van staatssubsidies voor bijzondere scholen, de uitbreiding van het kiesrecht, en de rechten van de arbeiders. Tegelijkertijd waren de al lang bestaande zuilen bezig bedacht een plan om via de radio het woord Gods bij 'zieken en ouden van dagen' thuis te bezorgen. Monnik verkreeg op persoonlijke titel een concessie, kocht een zender en liet die installeren in de toren van de gereformeerde kerk. Dit was met een eerste uitzending op 15 juni 1924 het begin van Radio Bloemendaal, die nog steeds, op grond van historische rechten, wekelijks kerkdiensten en andere godsdienstige uitzendingen voor Bloemendaal en een wijde omgeving in de Randstad verzorgt, volstrekt losstaand van het Nederlandse omroepbestel. (Haarlems Dagblad 1953 & website Radio Bloemendaal). Piet K. Domisse, journalist te Maassluis maar als Vogt met een achtergrond in de militaire genie 4 , las in 1922 in het populaire blad Het Leven hoe jezelf een radio-installatie kunt bouwen, hetgeen hij deed en waardoor hij zich ontwikkelde tot een enthousiaste radioamateur. Hierdoor drong bij hem het besef door dat je 'draadloze telefonie dienstbaar kon maken aan de belangen van ons Volksleven'. Daarom riep hij in 1924 al zijn mede-'Christenen van Nederland' per advertentie op hem te steunen bij dit initiatief (Lintsen en Schot 2002: 212). Een van de belangstellenden die reageerden was de Bennekomse docent landmeetkunde, advocaat en protestantse politicus Abraham van der Deure (Van den Heuvel 1979a). Dankzij zijn inzet werd vervolgens reeds op 21 juni 1924 de Nederlandsche Christelijke Radio Vereeniging, NCRV, opgericht, die op 24 december van hetzelfde jaar een eerste uitzending wist te realiseren (Manning 1985: 24). ARP-voorman en Minister van Staat, A.F.W. Idenburg, sprak bij die gelegenheid over de NRCV als een instelling, 'die deze schone vinding [de radio ch] in dienst wil stellen van Hem, wien alle ere toekomt en wiens Woord gebracht moet worden in de eenzamen streken en tot de vereenzaamden in ziekenhuis en liefdadigheidsgestichten' (Wijfjes 1994b: 48). Overigens beschikte de NCRV, anders dan de HDO, niet over een eigen zender. De NCRV huurde voorlopig een vaste avond bij de HDO. Gebed door de lucht Katholieken en socialisten konden niet achterblijven bij dit orthodox-protestants initiatief. Met een aantal gelijkgestemden diende de befaamde Nijmeegse taalkundige en katholieke activist prof. Jac. van Ginniken SJ op 24 mei 1924, of beter op het patroonfeest van St. Augustinus van Kantelberg, zoals hij zelf schreef, een aanvrage voor een zendmachtiging in. De professoren van de katholieke Universiteit Nijmegen, die toen net een half jaar oud was, wilden op deze wijze hun colleges een ruimere verspreiding geven (Manning 1985: 25-26). De Amsterdamse pater dominicaan 5 en pastoor van de Dominicuskerk aan de Spuistraat, L.H. Perquin was Van Ginneken echter voor. Niet dat Perquin geen tegenstand in eigen kring had te overwinnen, maar het lukte hem toch bijna een jaar na de eerste uitzending van de NCRV met de uitzendingen te beginnen. Als officiële begindatum van de KRO-uitzendingen wordt 24 november 1925 aangehouden. De oprichting van de stichting Katholieke Radio Omroep liet echter nog even op zich wachten. Die vond plaats op 12 april 1926. Dit verschil tekent de hands-on instelling van Perquin. Hij was veel meer een man van de daad dan van de formaliteiten: "Perquin was een roomse sjouwer, die de radio wilde gebruiken voor apologetiek, geloofsverdediging, en om het liberale en socialistische gevaar te bestrijden' (Manning 1985: 48). Voor Perquin ging met een katholieke radio het woord van Paulus (Rom.10:18
Brünner Beiträge zur Germanistik und Nordistik. , 2015
In this paper clipping in Dutch, English and German is discussed. In English there exist three di... more In this paper clipping in Dutch, English and German is discussed. In English there exist three different processes of clipping. The first results in monosyllabic CVC-forms, the two others in disyllabic trochaic forms, the first of this pair with final -o , the last one ending in -i. In Dutch there are mainly two processes of clipping. The first one resulting in monosyllabic CVC-forms, the second in trochaic forms ending in -o. German also has disyllabic clipped forms but mainly ending in -i. This paper shows how the co-occurrence of a diminutive or hypocoristic suffix -i in German and the absence of a similar suffix in Dutch can explain the non-occurrence of -i clipped forms in Dutch and at the same time of -o clipped forms in German.
Roczniki Humanistyczne
In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en worden, met ... more In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en worden, met het oog op het leren van Nederlands door Poolstalige studenten, de overeenkomsten tussen beide verschijnselen globaal in kaart gebracht. Dit, omdat het didactisch gezien een beter uitgangspunt biedt om uit te gaan van overeenkomsten. Voor het Nederlands wordt aan de hand van de literatuur eerst nagegaan wat het verschil is tussen een woordgroep en een samenstelling. Vervolgens worden de kenmerkende eigenschappen van nominale samenstellingen beschreven. Hierbij ligt de nadruk op de semantische en formele rechtshoofdigheid, op het klemtoonpatroon en op mogelijke verbindingsklanken. Vervolgens worden, wederom op basis van de bestaande literatuur, vergelijkbare Poolse samenstellingen geanalyseerd en beschreven. Tenslotte wordt vastgesteld dat de kenmerkende eigenschappen van Nederlandse en Poolse nominale samenstellingen, hoezeer ze ook verschillen in frequentie, vrijwel volledig samenvallen...
Roczniki Humanistyczne, 2023
In this contribution, Polish and Dutch nominal compounds are compared. The focus is on the simila... more In this contribution, Polish and Dutch nominal compounds are compared. The focus is on the similarities between the two phenomena and these similarities are broadly described to aid in the learning of Dutch by Polish-speaking students. This approach has been chosen, since stressing similarities instead of differences offers a better didactic starting point. For Dutch, the difference between a group of words and a compound is first examined on the basis of the literature. Next, the characteristic properties of nominal compounds are described. The emphasis here is on semantic and formal right-headedness, on the stress pattern of compounds and on possible linking elements. Subsequently, again, based on the existing literature, comparable Polish compounds are analysed and described. Finally, it is established that the characteristic properties of Dutch and Polish nominal compounds, however much they differ in frequency, coincide almost completely. The last section of this article explains why it makes more sense to start with similarities than with differences when teaching about compounds.
Samenstellingen in het Nederlands en het Pools. Een vergelijkende analyse en enige suggesties voor het taalonderricht. Roczniki Humanistyczne 71, 5: 83-103. , 2023
In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en wor- den, me... more In deze bijdrage worden Poolse en Nederlandse nominale samenstellingen vergeleken en wor-
den, met het oog op het leren van Nederlands door Poolstalige studenten, de overeenkomsten tussen
beide verschijnselen globaal in kaart gebracht. Dit, omdat het didactisch gezien een beter uit-
gangspunt biedt om uit te gaan van overeenkomsten. Voor het Nederlands wordt aan de hand van de
literatuur eerst nagegaan wat het verschil is tussen een woordgroep en een samenstelling. Ver-
volgens worden de kenmerkende eigenschappen van nominale samenstellingen beschreven. Hierbij
CAMIEL HAMANS & ROBERTUS DE LOUW100
ligt de nadruk op de semantische en formele rechtshoofdigheid, op het klemtoonpatroon en op
mogelijke verbindingsklanken. Vervolgens worden, wederom op basis van de bestaande literatuur,
vergelijkbare Poolse samenstellingen geanalyseerd en beschreven. Tenslotte wordt vastgesteld dat
de kenmerkende eigenschappen van Nederlandse en Poolse nominale samenstellingen, hoezeer ze
ook verschillen in frequentie, vrijwel volledig samenvallen. In de laatste paragraaf van dit artikel
wordt uiteengezet waarom het didactisch beter is uit te gaan van overeenkomsten dan van
verschillen.
Trefwoorden: (nominale) samenstellingen; rechtshoofdigheid; klemtoonpatroon; verbindingsklanken;
vreemdetalenonderwijs; taalvergelijking; Nederlands; Pools; nadruk op overeenkomsten
Piet van Sterkenburg, Roland de Bonth en Kris Heylen (eds.). In termen van taal. Liber Amicorum Frieda Steurs. Schiedam: Scriptum: 150-165., 2023
Inleiding Simon Stevin (1548-1620) geldt als een geleerde, die de praktische toepassing van weten... more Inleiding Simon Stevin (1548-1620) geldt als een geleerde, die de praktische toepassing van wetenschappelijk onderzoek hoog in het vaandel had. Daarom is de belangrijkste Nederlandse onderscheiding voor academische onderzoekers die de resultaten van hun werk maatschappelijk dienstbaar maken, naar hem genoemd. Daarnaast is er een Stevinpenning, die uitgereikt wordt aan personen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op het gebied van de Nederlandse terminologie en de vaktaal. Stevin, wiskundige, natuurkundige en ingenieur, heeft namelijk een groot gedeelte van de nog immer gebruikte Nederlandse wis-en natuurkundige terminologie ontwikkeld. Stevin is de uitvinder van de term wiskunde, waarin voor een geoefend oog de woorden wijs en bewijzen terug te vinden zijn.
Agniszka Flor- Górecka and Kateřina Křížova (eds.). Plurima sub falso tegmine vera latent. The embarrassments of interdisciplinarity. Book in honour of Professor Wilken Engelbrecht. Album Amicorum voor Wilken Engelbrecht., 2022
In deze bijdrage worden de semantische veranderingen van vier leenwoorden in het Nederlands besch... more In deze bijdrage worden de semantische veranderingen van vier leenwoorden in het Nederlands beschreven. De woorden die gevolgd worden zijn sociaal, royaal, maestro en tribunaal. De keuze is niet geheel toevallig. Deze vier woorden speelden een rol in de Nederlandse actualiteit van december 2021.
Yearbook of the Poznan Linguistic Meeting
Blends are traditionally seen as irregular and unsystematic. In this paper it is shown that one m... more Blends are traditionally seen as irregular and unsystematic. In this paper it is shown that one must make a distinction between stub compounds or clipped compounds (sitcom, misper) and real blends (brunch, advertorial). In much of the literature on blends, however, stub compounds are classified as blends. Stub compounds appear to be compounds and follow the Compound Stress Rule, whereas blends turn out to form a category of its own. Blends exhibit a right-hand head and insofar they can be compared to compounds. However, their prosodic structure is a copy of the second source word, the word where the final part of the word comes from. The analysis presented here demonstrates that blends consist of one prosodic word, whereas compounds consist of two. This proves that blends are an intermediate category of their own at the intersection of phonology and morphology. The examples discussed mainly come from English. Data from Dutch and German is also presented.
Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without... more Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content licence (like
S&D, Socialisme en democratie, 2024
Jarenlang leek verdere uitbreiding van de Europese Unie tot stilstand gekomen te zijn, maar nu is... more Jarenlang leek verdere uitbreiding van de Europese Unie tot stilstand gekomen te zijn, maar nu is de druk om voortgang te maken met de toetreding van landen als Oekraïne en Moldavië opeens groot. Daar zijn goede redenen voor, maar het tempo verhogen zonder beter aan te geven wat het karakter van de uitgebreide EU moet worden, is riskant. Zie de ervaringen die zijn opgedaan met de uitbreidingen van 2004 en 2007.
This paper describes the first Black Chamber in the Netherlands, and the role of Pierre Lyonet (1... more This paper describes the first Black Chamber in the Netherlands, and the role of Pierre Lyonet (1706-1789), a famous polyglot, naturalist and illustrator, played in setting up this department of the 18th century Dutch secret service.
This paper aims at showing how a prestigious language can influence the structure of recipient la... more This paper aims at showing how a prestigious language can influence the structure of recipient languages via long distance contact