Martijntje Smits - Academia.edu (original) (raw)
Papers by Martijntje Smits
Science and Technology Option Assessment (Ed.). Brussel: European Parliament, 2009
"Abstract The study attempts to bridge the gap between visions on human enhancement (HE) and... more "Abstract The study attempts to bridge the gap between visions on human enhancement (HE) and the relevant technoscientific developments. It outlines possible strategies of how to deal with HE in a European context, identifying a reasoned pro-enhancement approach, a reasoned restrictive approach and a case-by-case approach as viable options for the EU. The authors propose setting up a European body (temporary committee or working group) for the development of a normative framework that guides the formulation of EU policies on HE. "
TROUW, Tijdgeest, 2021
Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan grote databedrijven. Hoog tijd dat... more Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan grote databedrijven. Hoog tijd dat het parlement ingrijpt, schrijft techniekfilosofe Martijntje Smits. Waarom maken we van datacenters geen nutsbedrijven?
Trouw, 2021
Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan databedrijven. Hoog tijd dat het p... more Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan databedrijven. Hoog tijd dat het parlement ingrijpt, schrijft techniekfilosofe Martijntje Smits. Waarom maken we van datacenters geen nutsbedrijven?
Trouw Opinie, 2020
Grondrechten staan op het spel door wetgeving om corona te bestrijden, waarschuwen techniekfiloso... more Grondrechten staan op het spel door wetgeving om corona te bestrijden, waarschuwen techniekfilosoof Martijntje Smits en advocaat Marco van Duijn. Martijntje Smits en Marco van Duijn Opiniestuk Trouw,18 juni 2020, 7:11 Zij geven zes redenen - stuk voor stuk doorslaggevend - om de wet van tafel te halen. Er kan maar één conclusie zijn: De regering moet terug naar de tekentafel voor een plan dat én het virus helpt bestrijden, én de grondrechten eerbiedigt, én de oorzaken van deze crisis aanpakt.
filosofie magazine, 2018
Zorgrobots en seksrobots zijn in opkomst. Bieden zij het juiste antwoord op bezuinigingen in de z... more Zorgrobots en seksrobots zijn in opkomst. Bieden zij het juiste antwoord op bezuinigingen in de zorg, op eenzaamheid en onvervulde verlangens? Wat betekent liefde in technologische tijden? Filosoof Martijntje Smits onderzoekt deze vragen in deze eenentwintigste-eeuwse variant van Plato’s grote dialoog over de liefde, het Symposium.
Uit de Bundel Robot Love. Verschijnt 14 september 2018, 2018
In deze pluraloog wordt 2500 jaar na Plato's Symposion opnieuw een gesprek gevoerd over de liefde... more In deze pluraloog wordt 2500 jaar na Plato's Symposion opnieuw een gesprek gevoerd over de liefde tussen vijf denkers, die net de voorstelling "Ik ben Alice' over een gezelschapsrobot hebben gezien. Een robotingenieur, een ethicus, een sociaal-constructivist, Erich Fromm en een acteur raken in een levendig gesprek verwikkeld: . Krijgt de liefde een nieuwe betekenis en een nieuwe praktijk, nu robotexperts menen dat zij het menselijke vraagstuk van eenzaamheid en gebrek aan liefde kunnen oplossen?
Anno 2017 heerst een brede politieke consensus dat technologische innovatie gestimuleerd dient te... more Anno 2017 heerst een brede politieke consensus dat technologische innovatie gestimuleerd dient te worden, maar over wat die innovatie vervolgens met de samenleving doet, of kan doen, blijft het overwegend stil. Technologische innovaties dienen niet automatisch linkse kernwaarden als gelijkheid, zelfbeschikking en het delen van macht-integendeel. Het wordt tijd dat GroenLinks een pro-actieve politieke agenda voor technologische innovatie formuleert. Wat kunnen de uitgangspunten voor zo'n politieke agenda zijn?
Martijntje Smits en Floortje Daemen, Rathenau Instituut 2011
Martijntje Smits en Silke Vermeulen, Rathenau Instituut 2011
SECTION: Letter en Geest, Trouw - ESSAY Op universiteiten wemelt het van de flexwerkers. Ze moet... more SECTION: Letter en Geest, Trouw - ESSAY Op universiteiten wemelt het van de flexwerkers. Ze moeten scoren om het hoofd boven water te houden. Dat is slecht voor de wetenschap, legt flexwerker Martijntje Smits uit. Martijntje Smits (1966), techniek-filosoof, is als flexonderzoeker verbonden aan de Universiteit van Bergen (Noorwegen) en als flexdocent wetenschapsfilosofie aan de Universiteit Utrecht. In 1938 verklaarde de Duitse filosoof Martin Heidegger de traditionele studeerkamergeleerde voor passé: "Het nieuwe bedrijfskarakter van het wetenschappelijk onderzoek vergt een ander slag mensen. De geleerde verdwijnt en wordt afgelost door de onderzoeker die zich in onderzoeksprogramma's engageert. De onder-zoeker is voortdurend onderweg. Hij laat zich bijscholen op conferenties. Hij bindt zich aan uitgevers die uit-maken welke boeken hij moet schrijven." De geleerde belichaamde eruditie, brede kennis en langdurige, toegewijde studie. Hij werd ingeruild voor een ander type werknemer aan de academie: de researcher, die niet zo breed ontwikkeld was als de ge-leerde. Hij-het was doorgaans een hij-voerde specialistisch onderzoek uit binnen onderzoeksprogramma's in grootschalige researchinstellingen. In de twintigste eeuw was wetenschap een industrie geworden. Heidegger kon niet vermoeden dat deze nieuwe researcher zo'n zeventig jaar later achterhaald zou zijn, ingehaald door de flexwetenschapper (zie kader op p. 5). Qua opleiding, ervaring, specialisme en takenpakket doet deze flexwetenschapper niet onder voor ander academisch personeel. Zij-het is meestal een zij-houdt zich bezig met kerntaken van de universiteit. Het belangrijkste verschil met haar collega's is dat ze in tijdelijke dienst is, vaak jaren achtereen met wisselende contracten aan wisselende instituten, soms gedetacheerd en zonder secundaire arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling-en dat ze gemiddeld minder verdient. Het aantal gepromoveerde flexwerkers groeit ge-stadig door en hun contracten worden gemiddeld steeds korter, zonder dat zij noemenswaardig uitzicht hebben op verbetering van hun arbeidspositie. Volgens een steekproef van Platform Hervorming Neder-landse Universiteiten (H.NU) waren er in 2014 gepromoveerde onderzoekers die onvrijwillig al 25 jaar op losse contracten van universiteit naar universiteit zwerven, ook over de grenzen.
Sargasso, 24nov10 Een ethische robot. Die claimen de Amerikaanse filosoof Susan Anderson en haar ... more Sargasso, 24nov10 Een ethische robot. Die claimen de Amerikaanse filosoof Susan Anderson en haar man, de computerwetenschapper Michael Anderson onlangs te hebben gemaakt en geprogrammeerd. De robot controleert of patiënten hun medicijnen innemen en beslist of hij een arts waarschuwt als ze dat niet doen. Kun je hier echt van een ethische robot spreken? Ethiek gaat vaak over kiezen, over het maken van een keuze in een situatie waarin verschillende waarden in het geding zijn. Dat noemen we een morele keuze en de hamvraag voor de ethicus lijkt dan wat de goede, meest verdedigbare keuze is. Veel ethici zijn op zoek naar principes die toepasbaar zijn in lastige, dubbelzinnige situaties. De discussie tussen ethici spitst zich vervolgens toe op de vraag of zulke algemene principes wel te vinden zijn. Zijn die dubbelzinnige situaties wel vergelijkbaar, hoe belangrijk zijn particuliere omstandigheden daarbij? En zijn de relevante waarden wel tegen elkaar af te wegen? Wat is de rol van emoties, stemmingen en passies bij het vormen van een afgewogen inzicht in de situatie en in de nood van de ander? Er zijn veel misstanden in de verpleeghuiszorg, zoals nog gisteren (23 november 2010) bleek in een Tweede Kamerdebat over een noodlijdend verpleeghuis in Den Haag met de nieuwe staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten. Tekort aan gekwalificeerd personeel blijkt een belangrijke oorzaak. Eén van de struikelblokken is de distributie en inname van medicijnen door de bejaarden. De uitvinding van Anderson&Anderson zou wel eens heel praktisch kunnen zijn. Kunnen robots ethische afwegingen maken voor patiënten, bijvoorbeeld voor medicijngebruik? En vinden we dat dan een ethisch verantwoorde afweging? Dat is op het eerste oog geen lastige vraag. Als een schaakrobot kan winnen van de wereldkampioen, waarom zou een robot dan niet een afweging kunnen maken in een relatief alledaagse, simpele situatie waarin iemand een pil moet slikken voor zijn bestwil? Typisch menselijk Robots staan bekend als toys for the boys, maar ze zijn ook populaire speeltjes voor toekomstgoeroes en filosofen. De oude Grieken deden gedachtenexperimenten met pratende dieren en feilbare Goden, om inzicht te krijgen in wat nu zo speciaal is aan mensen, en wat mensen nu ethische, sociale en politieke wezens maakt. Mensen meenden ze, kunnen beloften aangaan en verantwoordelijkheid nemen, dieren niet. Zo blijkt de nieuwe generatie 'sociale' robots de filosofen en futuristen onder ons te inspireren tot spannende vragen als: Als de uitkomst van het handelen van robots " intelligent " lijkt, zijn ze dan ook intelligent? Wat is een geweten, kunnen we morele gevoeligheid
Martijntje Smits en Michiel Besters geschreven in opdracht van het Rathenau Instituut, september ... more Martijntje Smits en Michiel Besters geschreven in opdracht van het Rathenau Instituut, september 2011
1. Inleiding In een uitgave van het Amerikaanse science fiction tijdschrift Science and Invention uit 1924 staat een politierobot centraal: the radio police automaton (afbeelding 1 & 2). Deze robot beschikt over schijnwerpers, luidsprekers, traangas en roterende schijven met loodballetjes om een mensenmassa uiteen te drijven. Radiotechnologie maakt de robot vanuit een politieauto bestuurbaar. Volgens de auteur kent hij 'geen gelijke'; de robot is immers bestand tegen kogels en beschikt over een sterke benzinemotor van zo'n 20 tot 40 pk. Deze futuristische kijk uit de jaren twintig van de vorige eeuw op het politiewerk roept – zeker gezien de cover van het tijdschrift – Orwelliaanse beelden op: onmenselijk sterke robots die ingezet kunnen worden om de publieke orde en veiligheid te handhaven. Afbeelding 1: cover Science and Invention Afbeelding 2: Radio Police Automaton Een politierobot anno 2010 is niet langer science fiction. Sterker nog, politierobots zijn vandaag de dag commercieel verkrijgbaar. Via een webshop kan al voor zo'n $ 3000 een robot worden gekocht. 1 Toepassingen uit de robotica worden gebruikt voor dangerous, dull and dirty politiewerkzaamheden. Robots zijn interessant voor de politie omdat ze saai werk kunnen uitvoeren zonder verlies aan concentratie, gevaarlijke klussen kunnen doen en op plaatsen kunnen komen waar een mens of ander technologisch hulpmiddel moeilijk toegang toe heeft. De belofte die van politierobots uitgaat is groot. De inzet van robots belooft de veiligheid van burgers te vergoten, het aantal (dodelijke) slachtoffers onder het politiepersoneel te verminderen en te voorzien in een nieuwe bron voor het verzamelen van (belastende) informatie. Internationaal wordt er hard gewerkt om deze belofte in te lossen. In verschillende landen worden politie robots al geruime tijd ingezet om de publieke orde en veiligheid te handhaven. In Groot-Brittannië worden robots al sinds het IRA tijdperk toegepast voor het verwijderen van bommen. Israel en de VS maken gebruik van gewapende robots voor de bewaking van hun buitengrenzen. 2 En in Japan worden robots ingezet in winkelcentra. Daar houden ze niet alleen mensen in de gaten, maar ze kunnen ook worden geraadpleegd door ouders om te weten waar hun kinderen uithangen in het winkelcentrum. De ontwikkeling van militaire robots geeft een belangrijke impuls aan politierobots. Een robot voor militaire doeleinden is namelijk vaak ook geschikt voor civiele toepassingen.
Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2011
Nieuwe wetenschap en technologie tarten de symbolische orde. De introductie van een nieuwe techno... more Nieuwe wetenschap en technologie tarten de symbolische orde. De introductie van een nieuwe technologie gaat doorgaans gepaard met een periode van onwennigheid en onbalans. Vanaf dat moment zijn techniek en cultuur met elkaar in de weer: er is een lange geschiedenis van technieken die onze ideeën over de natuur, over wie wij zijn en tot hoever we mogen gaan op de proef stelden. En andersom, onze zelfgestelde grenzen aan wat mag, dagen de technowetenschap uit, al is dat meestal in de vorm van opstand tegen die grenzen. In een documentaire over Stier Herman, die in 1993 verwikkeld was in een slepende controverse, bekent geneticus Herman de Boer achteraf dat hij zich vooral geprikkeld voelde door de fantastische vraag of het mogelijk was om een menselijk eiwit te laten produceren door een koe, en niet zozeer door de praktische beloften voor de medische wetenschap die domineerde in de controverse. Het idee van de wederzijdse interactie tussen technologie en de culturele verbeelding was voor mij toen ik aan mijn dissertatie begon in 1998, een eye-opener. De geijkte voorstelling is dat de domeinen van wetenschap en technologie aan de ene kant en cultuur en zingeving aan de andere zich van elkaar geëmancipeerd hebben en zich onafhankelijk door de tijd bewegen. Het is nog zelfs erger, volgens de Entzauberungsthese van Max Weber1; het zijn niet slechts twee praktijken die uit elkaar zijn gegroeid, maar ze zijn ook in een machtsverhouding geplaatst: de wetenschappelijke benadering van de wereld, die haar kenbaar en manipuleerbaar maakt, ondermijnt de kwetsbare zingevende kaders van de cultuur en de verhalen over wie we zijn en wat we moeten doen. In haar nietsontziende rationele ijver verliest de natuur haar doel, mensen verliezen hun unieke plaats en waardigheid in de wereld en culturele onderscheidingen verliezen hun betekenis. Aldus de Entzauberungsthese.
This report documents the EPINET projects investigations into assessments of ethical, legal and s... more This report documents the EPINET projects investigations into assessments of ethical, legal and societal aspects of autonomous robots in the European Union. Its main objective is to evaluate the state--of--the--art in assessments in this domain, especially focusing on the ways in which these may interact with or become integrated into main research and innovation networks, including the making of research and policy agendas. These recommendations are aimed at, and relevant to, different groups and networks involved in robotics and governance at European and national levels. At one level of policy action there are the many advisory and expert groups involved in the making of robotics agendas, such as the ELS Topic group of euRobotics, follow-ups to ISTAG (information society advisory group), the SPARC PPP, and advisory bodies to DG Research (Robotics unit), DG Connect and DG Health. Also relevant are the expert groups participating in the shaping of Horizon 2020 ICT programme (Societal Challenges and LEIT) and the European Institute of Innovation and Technology, national research councils and their advisory bodies. Our recommendations are especially relevant to so--called cross--cutting actions in Horizon 2020, especially relating to Responsible Research and Innovation and Social and Humanistic Sciences. Next, our recommendations are also directed to national and EU legislators and regulators charged with adapting to and accommodating the actions of policy makers and the robotics community. Finally, our recommendations are directed to the technology assessment community, including those dedicated to Responsible Research and Innovation, integrated ELSA and impact assessments.
De flexibilisering van het arbeidscontract is geen onbedoeld bijverschijnsel, maar een regelrecht... more De flexibilisering van het arbeidscontract is geen onbedoeld bijverschijnsel, maar een regelrecht en logisch gevolg van een tamelijk consistente managementformule. Die formule is de afgelopen jaren dienstverlenende instellingen zoals universiteiten en ziekenhuizen zonder al te veel protest diep binnengedrongen en heeft deze vrij dramatisch hervormd. Om tegenwicht te bieden tegen de kwalijke kanten van de flexibilisering, zijn flexwetten niet genoeg. We zouden de zeggenschap moeten heroveren over de criteria die belangrijk zijn voor de kwaliteit van ons werk. En die werkplek niet eenzijdig als een strijdperk moeten zien.
Science and Technology Option Assessment (Ed.). Brussel: European Parliament, 2009
"Abstract The study attempts to bridge the gap between visions on human enhancement (HE) and... more "Abstract The study attempts to bridge the gap between visions on human enhancement (HE) and the relevant technoscientific developments. It outlines possible strategies of how to deal with HE in a European context, identifying a reasoned pro-enhancement approach, a reasoned restrictive approach and a case-by-case approach as viable options for the EU. The authors propose setting up a European body (temporary committee or working group) for the development of a normative framework that guides the formulation of EU policies on HE. "
TROUW, Tijdgeest, 2021
Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan grote databedrijven. Hoog tijd dat... more Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan grote databedrijven. Hoog tijd dat het parlement ingrijpt, schrijft techniekfilosofe Martijntje Smits. Waarom maken we van datacenters geen nutsbedrijven?
Trouw, 2021
Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan databedrijven. Hoog tijd dat het p... more Plekken als de Wieringermeer worden als wingewest verkocht aan databedrijven. Hoog tijd dat het parlement ingrijpt, schrijft techniekfilosofe Martijntje Smits. Waarom maken we van datacenters geen nutsbedrijven?
Trouw Opinie, 2020
Grondrechten staan op het spel door wetgeving om corona te bestrijden, waarschuwen techniekfiloso... more Grondrechten staan op het spel door wetgeving om corona te bestrijden, waarschuwen techniekfilosoof Martijntje Smits en advocaat Marco van Duijn. Martijntje Smits en Marco van Duijn Opiniestuk Trouw,18 juni 2020, 7:11 Zij geven zes redenen - stuk voor stuk doorslaggevend - om de wet van tafel te halen. Er kan maar één conclusie zijn: De regering moet terug naar de tekentafel voor een plan dat én het virus helpt bestrijden, én de grondrechten eerbiedigt, én de oorzaken van deze crisis aanpakt.
filosofie magazine, 2018
Zorgrobots en seksrobots zijn in opkomst. Bieden zij het juiste antwoord op bezuinigingen in de z... more Zorgrobots en seksrobots zijn in opkomst. Bieden zij het juiste antwoord op bezuinigingen in de zorg, op eenzaamheid en onvervulde verlangens? Wat betekent liefde in technologische tijden? Filosoof Martijntje Smits onderzoekt deze vragen in deze eenentwintigste-eeuwse variant van Plato’s grote dialoog over de liefde, het Symposium.
Uit de Bundel Robot Love. Verschijnt 14 september 2018, 2018
In deze pluraloog wordt 2500 jaar na Plato's Symposion opnieuw een gesprek gevoerd over de liefde... more In deze pluraloog wordt 2500 jaar na Plato's Symposion opnieuw een gesprek gevoerd over de liefde tussen vijf denkers, die net de voorstelling "Ik ben Alice' over een gezelschapsrobot hebben gezien. Een robotingenieur, een ethicus, een sociaal-constructivist, Erich Fromm en een acteur raken in een levendig gesprek verwikkeld: . Krijgt de liefde een nieuwe betekenis en een nieuwe praktijk, nu robotexperts menen dat zij het menselijke vraagstuk van eenzaamheid en gebrek aan liefde kunnen oplossen?
Anno 2017 heerst een brede politieke consensus dat technologische innovatie gestimuleerd dient te... more Anno 2017 heerst een brede politieke consensus dat technologische innovatie gestimuleerd dient te worden, maar over wat die innovatie vervolgens met de samenleving doet, of kan doen, blijft het overwegend stil. Technologische innovaties dienen niet automatisch linkse kernwaarden als gelijkheid, zelfbeschikking en het delen van macht-integendeel. Het wordt tijd dat GroenLinks een pro-actieve politieke agenda voor technologische innovatie formuleert. Wat kunnen de uitgangspunten voor zo'n politieke agenda zijn?
Martijntje Smits en Floortje Daemen, Rathenau Instituut 2011
Martijntje Smits en Silke Vermeulen, Rathenau Instituut 2011
SECTION: Letter en Geest, Trouw - ESSAY Op universiteiten wemelt het van de flexwerkers. Ze moet... more SECTION: Letter en Geest, Trouw - ESSAY Op universiteiten wemelt het van de flexwerkers. Ze moeten scoren om het hoofd boven water te houden. Dat is slecht voor de wetenschap, legt flexwerker Martijntje Smits uit. Martijntje Smits (1966), techniek-filosoof, is als flexonderzoeker verbonden aan de Universiteit van Bergen (Noorwegen) en als flexdocent wetenschapsfilosofie aan de Universiteit Utrecht. In 1938 verklaarde de Duitse filosoof Martin Heidegger de traditionele studeerkamergeleerde voor passé: "Het nieuwe bedrijfskarakter van het wetenschappelijk onderzoek vergt een ander slag mensen. De geleerde verdwijnt en wordt afgelost door de onderzoeker die zich in onderzoeksprogramma's engageert. De onder-zoeker is voortdurend onderweg. Hij laat zich bijscholen op conferenties. Hij bindt zich aan uitgevers die uit-maken welke boeken hij moet schrijven." De geleerde belichaamde eruditie, brede kennis en langdurige, toegewijde studie. Hij werd ingeruild voor een ander type werknemer aan de academie: de researcher, die niet zo breed ontwikkeld was als de ge-leerde. Hij-het was doorgaans een hij-voerde specialistisch onderzoek uit binnen onderzoeksprogramma's in grootschalige researchinstellingen. In de twintigste eeuw was wetenschap een industrie geworden. Heidegger kon niet vermoeden dat deze nieuwe researcher zo'n zeventig jaar later achterhaald zou zijn, ingehaald door de flexwetenschapper (zie kader op p. 5). Qua opleiding, ervaring, specialisme en takenpakket doet deze flexwetenschapper niet onder voor ander academisch personeel. Zij-het is meestal een zij-houdt zich bezig met kerntaken van de universiteit. Het belangrijkste verschil met haar collega's is dat ze in tijdelijke dienst is, vaak jaren achtereen met wisselende contracten aan wisselende instituten, soms gedetacheerd en zonder secundaire arbeidsvoorwaarden en pensioenregeling-en dat ze gemiddeld minder verdient. Het aantal gepromoveerde flexwerkers groeit ge-stadig door en hun contracten worden gemiddeld steeds korter, zonder dat zij noemenswaardig uitzicht hebben op verbetering van hun arbeidspositie. Volgens een steekproef van Platform Hervorming Neder-landse Universiteiten (H.NU) waren er in 2014 gepromoveerde onderzoekers die onvrijwillig al 25 jaar op losse contracten van universiteit naar universiteit zwerven, ook over de grenzen.
Sargasso, 24nov10 Een ethische robot. Die claimen de Amerikaanse filosoof Susan Anderson en haar ... more Sargasso, 24nov10 Een ethische robot. Die claimen de Amerikaanse filosoof Susan Anderson en haar man, de computerwetenschapper Michael Anderson onlangs te hebben gemaakt en geprogrammeerd. De robot controleert of patiënten hun medicijnen innemen en beslist of hij een arts waarschuwt als ze dat niet doen. Kun je hier echt van een ethische robot spreken? Ethiek gaat vaak over kiezen, over het maken van een keuze in een situatie waarin verschillende waarden in het geding zijn. Dat noemen we een morele keuze en de hamvraag voor de ethicus lijkt dan wat de goede, meest verdedigbare keuze is. Veel ethici zijn op zoek naar principes die toepasbaar zijn in lastige, dubbelzinnige situaties. De discussie tussen ethici spitst zich vervolgens toe op de vraag of zulke algemene principes wel te vinden zijn. Zijn die dubbelzinnige situaties wel vergelijkbaar, hoe belangrijk zijn particuliere omstandigheden daarbij? En zijn de relevante waarden wel tegen elkaar af te wegen? Wat is de rol van emoties, stemmingen en passies bij het vormen van een afgewogen inzicht in de situatie en in de nood van de ander? Er zijn veel misstanden in de verpleeghuiszorg, zoals nog gisteren (23 november 2010) bleek in een Tweede Kamerdebat over een noodlijdend verpleeghuis in Den Haag met de nieuwe staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten. Tekort aan gekwalificeerd personeel blijkt een belangrijke oorzaak. Eén van de struikelblokken is de distributie en inname van medicijnen door de bejaarden. De uitvinding van Anderson&Anderson zou wel eens heel praktisch kunnen zijn. Kunnen robots ethische afwegingen maken voor patiënten, bijvoorbeeld voor medicijngebruik? En vinden we dat dan een ethisch verantwoorde afweging? Dat is op het eerste oog geen lastige vraag. Als een schaakrobot kan winnen van de wereldkampioen, waarom zou een robot dan niet een afweging kunnen maken in een relatief alledaagse, simpele situatie waarin iemand een pil moet slikken voor zijn bestwil? Typisch menselijk Robots staan bekend als toys for the boys, maar ze zijn ook populaire speeltjes voor toekomstgoeroes en filosofen. De oude Grieken deden gedachtenexperimenten met pratende dieren en feilbare Goden, om inzicht te krijgen in wat nu zo speciaal is aan mensen, en wat mensen nu ethische, sociale en politieke wezens maakt. Mensen meenden ze, kunnen beloften aangaan en verantwoordelijkheid nemen, dieren niet. Zo blijkt de nieuwe generatie 'sociale' robots de filosofen en futuristen onder ons te inspireren tot spannende vragen als: Als de uitkomst van het handelen van robots " intelligent " lijkt, zijn ze dan ook intelligent? Wat is een geweten, kunnen we morele gevoeligheid
Martijntje Smits en Michiel Besters geschreven in opdracht van het Rathenau Instituut, september ... more Martijntje Smits en Michiel Besters geschreven in opdracht van het Rathenau Instituut, september 2011
1. Inleiding In een uitgave van het Amerikaanse science fiction tijdschrift Science and Invention uit 1924 staat een politierobot centraal: the radio police automaton (afbeelding 1 & 2). Deze robot beschikt over schijnwerpers, luidsprekers, traangas en roterende schijven met loodballetjes om een mensenmassa uiteen te drijven. Radiotechnologie maakt de robot vanuit een politieauto bestuurbaar. Volgens de auteur kent hij 'geen gelijke'; de robot is immers bestand tegen kogels en beschikt over een sterke benzinemotor van zo'n 20 tot 40 pk. Deze futuristische kijk uit de jaren twintig van de vorige eeuw op het politiewerk roept – zeker gezien de cover van het tijdschrift – Orwelliaanse beelden op: onmenselijk sterke robots die ingezet kunnen worden om de publieke orde en veiligheid te handhaven. Afbeelding 1: cover Science and Invention Afbeelding 2: Radio Police Automaton Een politierobot anno 2010 is niet langer science fiction. Sterker nog, politierobots zijn vandaag de dag commercieel verkrijgbaar. Via een webshop kan al voor zo'n $ 3000 een robot worden gekocht. 1 Toepassingen uit de robotica worden gebruikt voor dangerous, dull and dirty politiewerkzaamheden. Robots zijn interessant voor de politie omdat ze saai werk kunnen uitvoeren zonder verlies aan concentratie, gevaarlijke klussen kunnen doen en op plaatsen kunnen komen waar een mens of ander technologisch hulpmiddel moeilijk toegang toe heeft. De belofte die van politierobots uitgaat is groot. De inzet van robots belooft de veiligheid van burgers te vergoten, het aantal (dodelijke) slachtoffers onder het politiepersoneel te verminderen en te voorzien in een nieuwe bron voor het verzamelen van (belastende) informatie. Internationaal wordt er hard gewerkt om deze belofte in te lossen. In verschillende landen worden politie robots al geruime tijd ingezet om de publieke orde en veiligheid te handhaven. In Groot-Brittannië worden robots al sinds het IRA tijdperk toegepast voor het verwijderen van bommen. Israel en de VS maken gebruik van gewapende robots voor de bewaking van hun buitengrenzen. 2 En in Japan worden robots ingezet in winkelcentra. Daar houden ze niet alleen mensen in de gaten, maar ze kunnen ook worden geraadpleegd door ouders om te weten waar hun kinderen uithangen in het winkelcentrum. De ontwikkeling van militaire robots geeft een belangrijke impuls aan politierobots. Een robot voor militaire doeleinden is namelijk vaak ook geschikt voor civiele toepassingen.
Ministerie van Justitie en Veiligheid, 2011
Nieuwe wetenschap en technologie tarten de symbolische orde. De introductie van een nieuwe techno... more Nieuwe wetenschap en technologie tarten de symbolische orde. De introductie van een nieuwe technologie gaat doorgaans gepaard met een periode van onwennigheid en onbalans. Vanaf dat moment zijn techniek en cultuur met elkaar in de weer: er is een lange geschiedenis van technieken die onze ideeën over de natuur, over wie wij zijn en tot hoever we mogen gaan op de proef stelden. En andersom, onze zelfgestelde grenzen aan wat mag, dagen de technowetenschap uit, al is dat meestal in de vorm van opstand tegen die grenzen. In een documentaire over Stier Herman, die in 1993 verwikkeld was in een slepende controverse, bekent geneticus Herman de Boer achteraf dat hij zich vooral geprikkeld voelde door de fantastische vraag of het mogelijk was om een menselijk eiwit te laten produceren door een koe, en niet zozeer door de praktische beloften voor de medische wetenschap die domineerde in de controverse. Het idee van de wederzijdse interactie tussen technologie en de culturele verbeelding was voor mij toen ik aan mijn dissertatie begon in 1998, een eye-opener. De geijkte voorstelling is dat de domeinen van wetenschap en technologie aan de ene kant en cultuur en zingeving aan de andere zich van elkaar geëmancipeerd hebben en zich onafhankelijk door de tijd bewegen. Het is nog zelfs erger, volgens de Entzauberungsthese van Max Weber1; het zijn niet slechts twee praktijken die uit elkaar zijn gegroeid, maar ze zijn ook in een machtsverhouding geplaatst: de wetenschappelijke benadering van de wereld, die haar kenbaar en manipuleerbaar maakt, ondermijnt de kwetsbare zingevende kaders van de cultuur en de verhalen over wie we zijn en wat we moeten doen. In haar nietsontziende rationele ijver verliest de natuur haar doel, mensen verliezen hun unieke plaats en waardigheid in de wereld en culturele onderscheidingen verliezen hun betekenis. Aldus de Entzauberungsthese.
This report documents the EPINET projects investigations into assessments of ethical, legal and s... more This report documents the EPINET projects investigations into assessments of ethical, legal and societal aspects of autonomous robots in the European Union. Its main objective is to evaluate the state--of--the--art in assessments in this domain, especially focusing on the ways in which these may interact with or become integrated into main research and innovation networks, including the making of research and policy agendas. These recommendations are aimed at, and relevant to, different groups and networks involved in robotics and governance at European and national levels. At one level of policy action there are the many advisory and expert groups involved in the making of robotics agendas, such as the ELS Topic group of euRobotics, follow-ups to ISTAG (information society advisory group), the SPARC PPP, and advisory bodies to DG Research (Robotics unit), DG Connect and DG Health. Also relevant are the expert groups participating in the shaping of Horizon 2020 ICT programme (Societal Challenges and LEIT) and the European Institute of Innovation and Technology, national research councils and their advisory bodies. Our recommendations are especially relevant to so--called cross--cutting actions in Horizon 2020, especially relating to Responsible Research and Innovation and Social and Humanistic Sciences. Next, our recommendations are also directed to national and EU legislators and regulators charged with adapting to and accommodating the actions of policy makers and the robotics community. Finally, our recommendations are directed to the technology assessment community, including those dedicated to Responsible Research and Innovation, integrated ELSA and impact assessments.
De flexibilisering van het arbeidscontract is geen onbedoeld bijverschijnsel, maar een regelrecht... more De flexibilisering van het arbeidscontract is geen onbedoeld bijverschijnsel, maar een regelrecht en logisch gevolg van een tamelijk consistente managementformule. Die formule is de afgelopen jaren dienstverlenende instellingen zoals universiteiten en ziekenhuizen zonder al te veel protest diep binnengedrongen en heeft deze vrij dramatisch hervormd. Om tegenwicht te bieden tegen de kwalijke kanten van de flexibilisering, zijn flexwetten niet genoeg. We zouden de zeggenschap moeten heroveren over de criteria die belangrijk zijn voor de kwaliteit van ons werk. En die werkplek niet eenzijdig als een strijdperk moeten zien.
[A short introduction to ‘ Steve Jobs’, a biographical film released in 2015, named after the l... more [A short introduction to ‘ Steve Jobs’, a biographical film released in 2015, named after the late Steve Jobs and directed by Danny Boyle with a screenplay by author Aaron Sorkin. This talk was presented at the Corporate Bodies Festival in The Hague on 11 and 12 February 2016.] (....)
The Macintosh computer, introduced in 1984, was more or less the very first personal computer with a mouse and a graphic design. It was launched with a short advertisement that has become famous as a ́masterpiece in advertising ́ that reached the top of the list of “50 greatest commercials ever”. The commercial starts in a dystopic, industrial setting, populated by blue and gray uniform people that slowly march through a long tunnel, like slaves. The whole atmosphere is grim and depressing. Then suddenly a young woman, dressed in white and orange colors appears and runs through the slow, uniform masses, carrying a big hammer. The women races towards a large screen with the image of a Big Brother-like figure and then hurls the hammer at the image. The screen blows apart and in a thick cloud of smoke the commercial ends with the text: "On January 24th, Apple Computer will introduce Macintosh. And you'll see why 1984 won't be like Nineteen Eighty-Four." The ad of course refers to George Orwell's dystopian novel. And the symbolism is obvious: mankind could be saved from conformity. (...)
28 januari 2013-gesproken (radio5) column door Martijntje Smits Het script van de nieuwe Smart gr... more 28 januari 2013-gesproken (radio5) column door Martijntje Smits Het script van de nieuwe Smart grids: een supermarkt of een burgerinitiatief? Ik ga het vanavond, net als de koningin zo-even, met u hebben over een onderwerp van landsbelang, namelijk over smart grids; over de toekomst van onze energienetwerken. Onze nationale en Europese overheden vinden dat ze er moeten komen, deze smart grids. De oude energienetwerken zijn centraal georganiseerd en top-down, energie zoals elektriciteit stroomt van grote producenten naar gebruikers. Wij, gebruikers, steken onze stekker in het stopcontact en hebben weinig idee van wat daarachter gebeurt, en we betalen onze, steeds hogere, rekening. En nu komt het 'Smart Grid' eraan en wordt het een stuk dynamischer. Met allerlei nieuwe ICT snufjes kan straks de productie van energie beter worden afgestemd op de vraag, zo luidt de belofte. Nu is dat vaak niet zo, en omdat we altijd willen kunnen vertrouwen op de beschikbaarheid van stroom, resulteert dat in een systematische overproductie, in meer aanbod dan vraag. Naast windturbines en zonnepanelen worden met smart grids ook andere accessoires geassocieerd: elektrische auto's voor de opslag, slimme apparaten zoals wasmachines die pas gaan draaien als de energieprijs laag is en het aanbod groot, slimme meters die uw meterstanden elke 15 minuten kunnen doorseinen aan uw netbeheerder. Met smart grids zou je in theorie energie kunnen besparen, omdat er minder opgewekt hoeft te worden. Het wordt makkelijker om energie uit zon en wind in te voegen op het net. Dat is het idee. Maar niemand weet nog precies hoe het eruit moet zien, er zijn nog allerlei combinaties van techniek en organisatievormen mogelijk. Het doel is om een robuuster, milieuvriendelijker en goedkoper energienet te creëren. Hoe, dat is nog een avontuur. Mijn stelling is dat we goed moeten gaan opletten. Ik denk dat we op een tweesprong staan, en welke kant we gaan hangt af van hoe we als gebruikers ons willen opstellen in de vernieuwing van de energievoorziening: als burgers of als consumenten. De burger: dat is, zoals ik die zou definiëren, een wezen dat geïnteresseerd is in de gemeenschap om hem of haar heen; een burger wil daaraan graag op de één of andere manier bijdragen aan een gemeenschappelijke zaak. De consument is een koper op een markt en is vooral gericht op zijn privébelang. Een consument is vaak ook geïsoleerd: hij werkt niet samen maar probeert zijn medeconsument te slim af te zijn. We zijn allemaal de ene keer meer burger en de andere keer meer consument. Er is vaak een spanning tussen die rollen, en die spanning wordt extra pijnlijk als het om nobele maatschappelijke doelen gaat zoals energiebesparing, rechtvaardige arbeidsomstandigheden of diervriendelijke productie. De consument in ons handelt zelden zoals de burger in ons zou willen doen. Alleen met een bombardement aan indringende, op ons gevoel voor walging inspelende acties willen we ons koopgedrag nog wel eens laten beïnvloeden door wat we als burgers politiek correct vinden. Denk aan de plofkip.
Vorig jaar (in juni 2009) trad ik op in een televisie-uitzending van Spraakmakende Zaken over par... more Vorig jaar (in juni 2009) trad ik op in een televisie-uitzending van Spraakmakende Zaken over partnergeweld. Paul Rosenmöller ondervroeg me: hoe was mijn relatie met de vader van mijn kinderen een paar jaar eerder ontaard in een geweldsspiraal? Hoe was ik daaraan tenslotte ontsnapt? De dagen na de uitzending werd ik overstelpt met reacties, vooral van vrouwen met déja-vu's. " Ik herkende het woord voor woord " schreef één van hen. " Hoe je steeds probeert de lieve vrede te bewaren, hoe de ander steeds verder gaat in zijn controlerend gedrag, hoe moeilijk het is om toe te geven dat je het niet meer zelf kunt oplossen. " Toen ik werd gevraagd voor het programma heb ik geaarzeld. Wilde ik wel op tv? Zou het niet te belastend zijn voor mijn kinderen? Naast alle twijfel bedacht ik dat dit een uitgelezen kans was om anderen in zulke situaties te laten zien dat deze stille familierampen overal voorkomen. Want daarover bestaat een groot misverstand. Dat bleek ook in de reacties na de uitzending. Twee opmerkelijke reacties kwamen van twee afzonderlijke kennissen die beide werken in de hulpverleningsbranche rond huiselijk geweld. Ze vertelden me een vrijwel identiek verhaal over wat zij de ochtend na de uitzending op hun werk hoorden. Enkele van hun collega's die de uitzending ook hadden gezien, gaven als korzelig commentaar dat ik een nogal atypisch geval was, helemáál niet representatief voor de groep van slachtoffers van huiselijk geweld zoals zij die kenden uit hun werk. Ze zagen een mondige, zelfverzekerde dame die zelf haar geld verdiende. En ook nog slachtoffer van partnergeweld? Een anomalie. Niet representatief. Was mijn opzet dus mislukt? Ik stemde juist toe met het interview omdat ik zo de bestaande karikaturen wilde helpen openbreken. Deze professionals op het terrein van huiselijk geweld (de collega's van mijn kennissen), probeerden het stereotype beeld dat ik nou net probeerde te ondermijnen, weer recht te zetten door me handig tot uitzondering te verklaren. Ze vergeleken me blijkbaar met het slachtoffer dat, volgens dat stereotype, laagopgeleid is, en/of een labiele persoonlijkheid heeft, of economisch of psychisch afhankelijk, met drank-en geldproblemen of beschadigd door een slechte jeugd. Uit veel andere reacties na de uitzending, vooral van vrouwen die hetzelfde meegemaakt hadden, bleek het wel mee te vallen met mijn uitzonderingsgehalte. Dat blijkt ook uit landelijke cijfers. De groep 'single problem' vrouwen is alleen veel minder zichtbaar en wendt zich minder snel tot de hulpverlening. De nood is er niet altijd minder om. Het stereotiep van het asociale multi-problem slachtoffer moet maar eens flink bijgesteld, want het klopt maar voor een deel van de gevallen. Het werkt ook het taboe in de hand, want wie wil er nou een Tokkie zijn? Dat taboe misleidt en remt je af. Het weerhield mij in elk geval om snel onder ogen te zien dat ik zelf óók in het verhaal van huiselijk geweld was beland. Want dat kon toch niet waar zijn? Ik, als hoog opgeleide, onafhankelijke, geëmancipeerde vrouw en moeder? Niet alleen ik, als doelwit van agressie door mijn partner, dacht eerst " zo-ben-ik-toch-niet? Dit overkomt míj toch niet? " Want, zo bleek, je omgeving speelt de act graag mee. " Zó-zijn-wij-niet ". Wij
Martijntje Smits, column voor het metaaljournaal, Winter 2014 'Zich als een robot voelen': je geb... more Martijntje Smits, column voor het metaaljournaal, Winter 2014 'Zich als een robot voelen': je gebruikt voelen, willoos, op de automatische piloot, wakende slapen. Voelt een robot zich inderdaad zo, als een geprogrammeerde marionet?
Gloal Human Health - Extending the pipeline, 2008
Executive Summary For many diseases, medicines and health care systems are badly needed but not ... more Executive Summary
For many diseases, medicines and health care systems are badly needed but not yet developed. Despite ambitious initiatives by governments, international organizations and companies, their treatment suffers from underinvestment, underproduction and uneven distribution of medicines. This situation is often referred to as the pharmaceutical gap’. Diseases fall into such pharmaceutical gaps when they are important for public health, but lack effective pharmaceutical treatments because of insufficient scientific knowledge or because of market failure. The European Union has taken a role in meeting these pharmaceutical gaps by investing in drugs research and development for poverty related diseases such as HIV/AIDS,
malaria and tuberculosis and some other neglected infectious diseases with a high burden of annual deaths.
How effective are Europe’s efforts to diminish these pharmaceutical gaps?
The objective of this report is to supply policy makers and parliamentarians of the European Union with a set of policy recommendations concerning the EU strategy on global human health and health care strategies, with a particular focus on EU strategy in the fight against PRDs. These recommendations should ground in a thorough analysis of the assumptions and bottlenecks in the current situation. The main question of this study therefore is how, given the complexity of the issue, the EU can make a meaningful contribution to closure of pharmaceutical gaps and
ultimately to the enhancement of universal health?
To examine assumptions and bottlenecks of current EU policies we first introduce a theoretical framework built on two models (chapter 1 and 2):
- the model of the Extended Pipeline, which widens the scope of the traditional drugdevelopment pipeline conventionally used in the pharmaceutical industry. The Extended Pipeline takes the delivery and the (social) impact of the drugs into account too. This perspective enables decision-makers to take evidence-based considerations into account right from the start of the drug development process.
- the Social Determinants of Health model (SDM). The SDM shows clearly the connections and relationships between health and its social determinants. Access to drinkable water; sanitation; nutrition; comfortable houses; work conditions; education; gender disparities; social cohesion; lifestyles are all determinant, for different degrees, of our biological health.
Taken together, the theoretical framework combines a “science-based” analysis of the steps involved in the pipeline with the empirical findings and data of epidemiology, economics and sociology. It appears that most successful actions against PRDs as malaria, HIV/AIDS and tuberculosis (the “Big Three”) are the result of an integrated approach based on the involvement of African countries in synergy with input from EU and other agencies. However, at least four types of gaps appear in the fight against PRDs when we confront the results of the theoretical framework with current EU policy initiatives (chapter 3): - the Science/Society Gap (the distance between scientific and technological improvements and their effects in real life)
- the Policy/Reality Gap (how to overcome the market failure of pharmaceuticals for PRDs);
- the Euro/African Research Gap (the need for involvement of African scientists in prioritization and R&D of new drugs);
- and finally the Central Planning/Local Implementation Gap (how to translate good plans in actions).
Given these gaps, what are the main issues that should be addressed in European Union policy? In chapter 4 we select several issues, categorized along the axes of the extended pipeline. The first group of issues concerns matters of design. The second group of questions concerns matters of coordination. All these topics, it is shown, call for a flexible integration. These issues were discussed in an expert meeting organised by the Rathenau Institute in April 2008.
Combining the four gaps selected in chapter 3, the design and coordination issues suggested in chapter 4 and the deliberations in the experts meeting we conclude with 9 recommendations:
1. Bridge the Science/Society gap. Science-based innovation needs to be informed by the social contexts in which its products will be used. Instruments to abridge the gap include closer collaboration with TDR and extensive consultation of the UN commission on social determinants, the EDCTP and TDR.
2. Change focus and priorities of the EU’s PRD policy: PRDs cannot be addressed exclusively by developing and supplying drugs. The EU should pay more attention to healthcare infrastructures and prevention of diseases.
3. The role of developing countries in the extended drug delivery pipeline needs to be enhanced, since joint planning and prioritization of the research agenda by all stakeholders is essential to ensure better coordination and focus in clinical trials. Furthermore, EU –African projects should have African scientists as their principal investigators.
4. Intensify EU participation in partnerships with the pharmaceutical industry. Tailor-made partnerships all along the extended pipeline are generally acknowledged to be a prerequisite for successful drug delivery.
5. Clearly define guidelines for EU policy making on PRD in the 7th and 8th framework programme. At the moment, clear guidelines are lacking. The EU needs to formulate a new and coherent Strategic Program for Action and keep it up to date in an ongoing learning process.
6. Implement a strong health support structure as a base for the Programme for Action. An effective strategy must be based on an integrated approach, aimed both at the development of
drugs, vaccines and diagnostic tools and at improving health care systems. The organizational support of the Program for Action is currently lacking.
7. Improve the coordination of EU Directorates-General. The coordination of the activities of the EU Directorates-General External Aid and Development, Trade and Research still leaves much to be desired . Regular inter-departmental meetings on PRDs are essential if the EU is to
achieve its aim of becoming a learning organization.
8. Improve the evaluation of actions and results All global efforts in the fight against PRDs should be periodically monitored and evaluated in two main areas: biomedical activities and activities aimed at improving social and economic conditions.
9. Take care for a proper balance between the “Big Three” and neglected diseases. It is often much easier (and less expensive) to treat neglected tropical diseases than the “big three”. Interventions against neglected diseases could dramatically improve the standard of living, and
would serve both to bring nations closer to the Millennium Development Goals set by the UN.
Robot Love, 2018
A pluralogue on the meaning of love in the era of robotics for love and care, 2500 years after Pl... more A pluralogue on the meaning of love in the era of robotics for love and care, 2500 years after Plato's Symposion. Chapter in the volume Robot Love, to be published in 2018.
for example, the way we see ourselves?
In: Van stoommachine tot cyborg: denken over techniek in de nieuwe wereld. Hans Achterhuis (red.)... more In: Van stoommachine tot cyborg: denken over techniek in de nieuwe wereld. Hans Achterhuis (red.) Ambo 1997
In 1978 keerde Langdon Winner voor een korte vakantie terug naar zijn geboortestreek in Californië. Op een zonnige decemberdag laat hij zich meevoeren met een toeristische bustocht langs een kernreactor in aanbouw, gelegen in de afgelegen Duivels Vallei. Wanneer de bus de top van de laatste heuvel passeert, wordt Winner de reusachtige kernreactor met zijn twee glanzende witte koepels gewaar. Op de achtergrond is de grillige kustlijn zichtbaar van de Stille Oceaan. Net op dat moment duikt er in de verte tussen de golven een grote, grijze, Californische walvis op die een straal waterdamp omhoog spuit en dan weer onder de waterspiegel verdwijnt. In het essay 'The Whale and the Reactor' uit de gelijknamige bundel beschrijft Winner hoe hij overweldigd wordt door het contrast tussen deze twee sterke symbolen zo dicht naast elkaar, één van de grootsheid der natuur, de ander van de grootsheid der techniek. Het doet hem beseffen dat de oorsprong van zijn belangstelling voor de morele en politieke dilemma's van moderne technologieën dichter bij huis ligt dan hij dacht. Tot dusverre bracht hij zijn intellectuele keuzes vooral in verband met diverse gebeurtenissen uit zijn studententijd in de jaren zestig. Zo was een stageperiode als 'systeemanalist' op het Pentagon, waar hij een schrille tegenstelling ondervond tussen de strenge, gerationaliseerde planning van het nationale defensiesysteem en de bloedige en zinloze oorlog die met behulp van datzelfde defensiesysteem sinds korte tijd in Vietnam werd gevoerd, reden om zich verder toe te leggen op een studie naar de betekenis van de technocratische tendens in het moderne denken. Maar ervaringen uit zijn jeugd hier in Californië, die de spuitende walvis nu levendig in herinnering roept, zijn wellicht toch doorslaggevender geweest. Hij denkt aan de ingrijpende veranderingen in zijn omgeving en in de dagelijkse leefpatronen, teweeggebracht door de vele introducties van nieuwe technieken. Deze introducties gingen gepaard met een ongekende en grenzeloze roes van techniekoptimisme. 'We waren technologische slaapwandelaars' zegt Winner. De komst van snelwegen, supermarkten, televisie, prefab huizen, plastics, allerhande elektrische apparaten voor het huishouden, hij maakte het allemaal van dichtbij mee. Met naïef enthousiasme gebruikte ook de familie Winner de DDT-spuit, ontsmettende 'Dial-zeep' met hexachlorofeen en het röntgenapparaat in de schoenwinkel dat de kooplust aanwakkerde doordat je er voor de grap je eigen voetgewervelte mee bewonderen kon. Achteraf bezien hebben de gezinsleden zo aan gevaarlijke doses chemicaliën en straling blootgestaan. Toch meent Winner nu dat hij zich destijds al dikwijls ongemakkelijk voelde bij de kritiekloze acceptatie van al dat nieuws. Hij heeft zich als kind meer dan eens afgevraagd of de nieuwe technieken die als verbetering werden geïntroduceerd, dat ook wel zo eenduidig waren. Was de vierbaansautoweg die kaarsrecht door het landschap getrokken werd, waarvoor oude huizen en buurten, bossen en landerijen zonder pardon moesten wijken, wel zo'n overtuigende vooruitgang? Was de melk van de geïndustrialiseerde zuivelbedrijven wel smakelijker dan die van de lokale melkboer? De confrontatie met de walvis in het reactorlandschap geeft Winner een doordringend inzicht dat, zo meent hij, uit geen van de intelligente afwegingen over kernenergie waar hij zo mee vertrouwd is naar voren kon komen. (...)
Rathenau Instituut Den Haag, 2011 Martijntje Smits en Floortje Daemen (red.)
Martijntje Smits en Floortje Daemen, Rathenau Instituut 2011