Pieter Saey - Academia.edu (original) (raw)

Papers by Pieter Saey

Research paper thumbnail of L'arène urbaine

L'Espace géographique, 1985

Saey Pieter. L'arène urbaine. In: Espace géographique, tome 14, n°3, 1985. pp. 239-240

Research paper thumbnail of Het ongereguleerd eten van spaghetti is een rationele daad of de liberaal in Lenin

Research paper thumbnail of De breuklijnen van de politiek

Research paper thumbnail of Rationaliteit, kapitalisme en wetenschap in vraag gesteld

Academia Press eBooks, 2000

Research paper thumbnail of Introduction: Cities in globalization

Research paper thumbnail of Een politiekgeografisch model voor het wereld-systeem: de constructie van een explanandum

Het proefschrift tracht aan te tonen dat wereld-systeemanalyse nog steeds een vruchtbaar perspect... more Het proefschrift tracht aan te tonen dat wereld-systeemanalyse nog steeds een vruchtbaar perspectief op de structurele conditionering van de statenvorming aanreikt. Het concentreert zich op een aspect van deze statenvorming, de interne sterkte of zwakte van de staten na W.O.II. De structurele conditionering wordt cartografisch voorgesteld door een politieke wereldkaart. De wereld wordt verdeeld in vier regio’s met kernstaten en twaalf regio’s met semiperifere en/of perifere staten. Elke streek wordt gekenmerkt door een specifiek gamma van dominantieverhoudingen (integrerende, factionerende of repressieve verhoudingen; aansprakelijke of autoritaire verhoudingen). De kaart wordt een politiekgeografisch model genoemd omdat ze gebaseerd is op de genese van de regio’s (de periode waarin en de manier waarop de betrokken gebieden in het moderne wereld-systeem werden geincorporeerd; de weerstand tegen de integratie in het systeem en tegen de westerse dominantie). Sleutelconcept is structurele padafhankelijkheid. Het model is opgezet binnen het kader van een herziening van de epistemologische grondslagen van de wereld-systeemanalyse. Twee hoofdstellingen worden uitgewerkt: (1) Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het wereld-systeem als sociaal systeem (een autopoietisch netwerk van sociale interacties) en het wereld-systeem als geografisch systeem (een complex geheel van locaties); (2) Wereld-systeemanalyse moet op morfogenetische kritisch-realistische leest geschoeid worden en de onderzoekcyclus ‘van concreet naar abstract naar concreet’ volgen. De constructie van het model behoort tot de eerste fase van deze cyclus en heeft derhalve de status van een explanandum. Aangezien nationale economieen slechts een afgeleide zijn van stedelijke en lokale economieen waarvan de ontwikkeling zich niet aan administratieve grenzen houdt, vallen de staatkundige regio’s van het model niet samen met economische zones. Om een oplossing te vinden voor deze incongruentie wordt de stelling naar voor gebracht dat, aangezien de wereld-economie haar dynamiek ontleent aan tendentieel wereldomvattende processen van interstedelijke netwerking, worden de grenzen van economische kern-, semiperifere en perifere zones bepaald door de aan- of afwezigheid van een netwerk van extraverte groeipolen.

Research paper thumbnail of Structuurplan Vlaanderen Deelproject: Onderlinge Krachten / Dynamiek / Ontwikkelings-richtingen - Concept "Verklaring Ruimtelijke Dynamiek in Vlaanderen

Research paper thumbnail of Kan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen gerealiseerd worden

Research paper thumbnail of Het zijn oude uitdagingen, die om nieuwe antwoorden vragen: een kritiek op Het Sienjaal

Research paper thumbnail of Omtrent de maakbaarheid van de samenleving door ruimtelijke planning: deel 1: er is maakbaarheid en er is maakbaarheid

Research paper thumbnail of Maatschappij, economie en territoriale samenlevingsverbanden

Research paper thumbnail of De grenzen, de ouderdom en de aard van Europa

Research paper thumbnail of Kader van de moderniseringsideologie

Research paper thumbnail of Solidariteit in diversiteit: het republikeins communautarisme van de beter opgeleide middenstander

Research paper thumbnail of Rapport Selectie Gevalstudies. Structuurplan Vlaanderen, Deelproject: Onderlinge Krachten/Dynamiek/Ontwikkelingsrichtingen

Research paper thumbnail of Structuurplan Vlaanderen Deelproject: Onderlinge Krachten / Dynamiek / Ontwikkelings-richtingen - Eindrapport

Research paper thumbnail of The Southern Netherlands: part of the core or reduced to a semi-peripheral status?

Research paper thumbnail of Veertig Jaar Geografie

Quarante ans de GeographieL’auteur explique pourquoi au debut il a decide de propager la nouvelle... more Quarante ans de GeographieL’auteur explique pourquoi au debut il a decide de propager la nouvelle geographie nomothetique et a opte ensuite pour la geographie radicale. Il situe sa recherche ulterieure dans l’ensemble des grands courants de pensee de la geographie sociale et appuie deux idees fondamentales qui lui ont servi de fil conducteur : la science sociale doit etre une science reflexive qui remet la societe en cause ; la tâche de la science sociale est l’explication des faits sociaux, la comprehension empathique ou esthetique n’est qu’une phase preparatoire dans le processus de l’explication.

Research paper thumbnail of Dat ik dit nog moet beleven

Research paper thumbnail of Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective governance

BELGEO, Sep 30, 2002

Spatial) planning is a form of methodical decision-making rather than the preparation of sound de... more Spatial) planning is a form of methodical decision-making rather than the preparation of sound decisions, as was contended for a long time (Houthaeve, 1999, pp. 95-122). I take this to be a clear answer to the question asked by Kreukels back in 1980, whether steering of reality is a derivative of the stipulations of a plan, or, on the other hand, whether formation of plans is a derivative of the necessity of decision-making on the matters concerned (Kreukels, 1980, pp. 54-57). It is not only the answer implied in the decisioncentred view on planning, it is also the answer of planning theory after its communicative or linguistic turn. Healey says it plainly: planning in general is a kind of policy-driven style of governance (Healey, 1997, pp. 213-219). In this statement, governance refers to a general process, the management of collective affairs (ibid., p. 211). But governance has a more specific meaning as well: multi-scalar networked governance as opposed to hierarchical government. In this sense it applies to (spatial) planning. It captures the shift from planning as a purely rational enterprise to planning as a social practice, or, using the terms coined by Van der Valk (1989) and elucidated by Wallagh (1990), the shift from technocratic to sociocratic planning. This development has eventually led to Healey's collaborative planning, which presents itself as a kind of networked governance explicitly aimed at the promotion of democracy. Considered from this point of view, collaborative planning appears as the culmination of a certain line of development in planning theory and planning practice, characterized by the systematic enlargement of what Zonneveld (1991) has called the planning community. However, Houthaeve (1999, p. 161) notices a striking resemblance between Healey's ideas and the ideas of Saey (1995a, b), who, by an entirely different way, arrived at a similar plea to enlarge the planning community. Saey's plea is a consequence of his study of the Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective g... Belgeo, 3 | 2002 Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective g...

Research paper thumbnail of L'arène urbaine

L'Espace géographique, 1985

Saey Pieter. L'arène urbaine. In: Espace géographique, tome 14, n°3, 1985. pp. 239-240

Research paper thumbnail of Het ongereguleerd eten van spaghetti is een rationele daad of de liberaal in Lenin

Research paper thumbnail of De breuklijnen van de politiek

Research paper thumbnail of Rationaliteit, kapitalisme en wetenschap in vraag gesteld

Academia Press eBooks, 2000

Research paper thumbnail of Introduction: Cities in globalization

Research paper thumbnail of Een politiekgeografisch model voor het wereld-systeem: de constructie van een explanandum

Het proefschrift tracht aan te tonen dat wereld-systeemanalyse nog steeds een vruchtbaar perspect... more Het proefschrift tracht aan te tonen dat wereld-systeemanalyse nog steeds een vruchtbaar perspectief op de structurele conditionering van de statenvorming aanreikt. Het concentreert zich op een aspect van deze statenvorming, de interne sterkte of zwakte van de staten na W.O.II. De structurele conditionering wordt cartografisch voorgesteld door een politieke wereldkaart. De wereld wordt verdeeld in vier regio’s met kernstaten en twaalf regio’s met semiperifere en/of perifere staten. Elke streek wordt gekenmerkt door een specifiek gamma van dominantieverhoudingen (integrerende, factionerende of repressieve verhoudingen; aansprakelijke of autoritaire verhoudingen). De kaart wordt een politiekgeografisch model genoemd omdat ze gebaseerd is op de genese van de regio’s (de periode waarin en de manier waarop de betrokken gebieden in het moderne wereld-systeem werden geincorporeerd; de weerstand tegen de integratie in het systeem en tegen de westerse dominantie). Sleutelconcept is structurele padafhankelijkheid. Het model is opgezet binnen het kader van een herziening van de epistemologische grondslagen van de wereld-systeemanalyse. Twee hoofdstellingen worden uitgewerkt: (1) Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen het wereld-systeem als sociaal systeem (een autopoietisch netwerk van sociale interacties) en het wereld-systeem als geografisch systeem (een complex geheel van locaties); (2) Wereld-systeemanalyse moet op morfogenetische kritisch-realistische leest geschoeid worden en de onderzoekcyclus ‘van concreet naar abstract naar concreet’ volgen. De constructie van het model behoort tot de eerste fase van deze cyclus en heeft derhalve de status van een explanandum. Aangezien nationale economieen slechts een afgeleide zijn van stedelijke en lokale economieen waarvan de ontwikkeling zich niet aan administratieve grenzen houdt, vallen de staatkundige regio’s van het model niet samen met economische zones. Om een oplossing te vinden voor deze incongruentie wordt de stelling naar voor gebracht dat, aangezien de wereld-economie haar dynamiek ontleent aan tendentieel wereldomvattende processen van interstedelijke netwerking, worden de grenzen van economische kern-, semiperifere en perifere zones bepaald door de aan- of afwezigheid van een netwerk van extraverte groeipolen.

Research paper thumbnail of Structuurplan Vlaanderen Deelproject: Onderlinge Krachten / Dynamiek / Ontwikkelings-richtingen - Concept "Verklaring Ruimtelijke Dynamiek in Vlaanderen

Research paper thumbnail of Kan het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen gerealiseerd worden

Research paper thumbnail of Het zijn oude uitdagingen, die om nieuwe antwoorden vragen: een kritiek op Het Sienjaal

Research paper thumbnail of Omtrent de maakbaarheid van de samenleving door ruimtelijke planning: deel 1: er is maakbaarheid en er is maakbaarheid

Research paper thumbnail of Maatschappij, economie en territoriale samenlevingsverbanden

Research paper thumbnail of De grenzen, de ouderdom en de aard van Europa

Research paper thumbnail of Kader van de moderniseringsideologie

Research paper thumbnail of Solidariteit in diversiteit: het republikeins communautarisme van de beter opgeleide middenstander

Research paper thumbnail of Rapport Selectie Gevalstudies. Structuurplan Vlaanderen, Deelproject: Onderlinge Krachten/Dynamiek/Ontwikkelingsrichtingen

Research paper thumbnail of Structuurplan Vlaanderen Deelproject: Onderlinge Krachten / Dynamiek / Ontwikkelings-richtingen - Eindrapport

Research paper thumbnail of The Southern Netherlands: part of the core or reduced to a semi-peripheral status?

Research paper thumbnail of Veertig Jaar Geografie

Quarante ans de GeographieL’auteur explique pourquoi au debut il a decide de propager la nouvelle... more Quarante ans de GeographieL’auteur explique pourquoi au debut il a decide de propager la nouvelle geographie nomothetique et a opte ensuite pour la geographie radicale. Il situe sa recherche ulterieure dans l’ensemble des grands courants de pensee de la geographie sociale et appuie deux idees fondamentales qui lui ont servi de fil conducteur : la science sociale doit etre une science reflexive qui remet la societe en cause ; la tâche de la science sociale est l’explication des faits sociaux, la comprehension empathique ou esthetique n’est qu’une phase preparatoire dans le processus de l’explication.

Research paper thumbnail of Dat ik dit nog moet beleven

Research paper thumbnail of Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective governance

BELGEO, Sep 30, 2002

Spatial) planning is a form of methodical decision-making rather than the preparation of sound de... more Spatial) planning is a form of methodical decision-making rather than the preparation of sound decisions, as was contended for a long time (Houthaeve, 1999, pp. 95-122). I take this to be a clear answer to the question asked by Kreukels back in 1980, whether steering of reality is a derivative of the stipulations of a plan, or, on the other hand, whether formation of plans is a derivative of the necessity of decision-making on the matters concerned (Kreukels, 1980, pp. 54-57). It is not only the answer implied in the decisioncentred view on planning, it is also the answer of planning theory after its communicative or linguistic turn. Healey says it plainly: planning in general is a kind of policy-driven style of governance (Healey, 1997, pp. 213-219). In this statement, governance refers to a general process, the management of collective affairs (ibid., p. 211). But governance has a more specific meaning as well: multi-scalar networked governance as opposed to hierarchical government. In this sense it applies to (spatial) planning. It captures the shift from planning as a purely rational enterprise to planning as a social practice, or, using the terms coined by Van der Valk (1989) and elucidated by Wallagh (1990), the shift from technocratic to sociocratic planning. This development has eventually led to Healey's collaborative planning, which presents itself as a kind of networked governance explicitly aimed at the promotion of democracy. Considered from this point of view, collaborative planning appears as the culmination of a certain line of development in planning theory and planning practice, characterized by the systematic enlargement of what Zonneveld (1991) has called the planning community. However, Houthaeve (1999, p. 161) notices a striking resemblance between Healey's ideas and the ideas of Saey (1995a, b), who, by an entirely different way, arrived at a similar plea to enlarge the planning community. Saey's plea is a consequence of his study of the Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective g... Belgeo, 3 | 2002 Spatial planning as large-scale practical project: the problem of effective g...

Research paper thumbnail of Unequal economic development at the origin of the federalization process

Unequal economic development in Belgium is often reduced to a mere change in the economic fortune... more Unequal economic development in Belgium is often reduced to a mere change in the economic fortunes of Flanders and Wallonia. This image is then used to explain the federalization process. A closer look at the economic development of Flanders and Wallonia, in its relation to the geography of demographic changes, yields a more complex process consisting of three stages. Nevertheless, this very process created different political hegemonies north and south of the linguistic frontier. This explains why unequal economic development was perceived in terms of Flanders and Wallonia and why this perception was politically effective. The present chapter gives a description of this unequal development and points to the geographical basis of two political hegemonies.

Research paper thumbnail of Hoofdstuk 2. De breuklijnen van de politiek

In dit hoofdstuk geven we een antwoord op de vraag hoe politiek af te bakenen. We maken duidelijk... more In dit hoofdstuk geven we een antwoord op de vraag hoe politiek af te bakenen. We maken duidelijk tegen welke maatschappelijke ordening de Vooruitgroep zich afzet en hoe over een andere ordening kan worden nagedacht. We zetten uiteen waarrond binnen de civiele maatschappij een "kamp" zou kunnen worden gebouwd en initiatieven, eventueel zelfs van partijpolitieke aard, mogelijk zijn. Maakbaarheid van de samenleving, politieke partijen en breuklijnen "Een andere wereld is mogelijk" is het motto van de andersglobalisten. Het staat tegenover het TINA-there is no alternative-van de Britse premier Margaret Thatcher. Voor haar bestond er niet zoiets als een samenleving, er bestonden enkel individuele mannen en vrouwen en families. Maar heeft er ooit iemand beter dan Maggie aangetoond dat de samenleving wel degelijk maakbaar is? Het is natuurlijk maar wat je onder "maakbaarheid" verstaat. Maakbaarheid van de samenleving is voor ons het welbewust aangaan van nieuwe sociale relaties die zaken binnen het bereik brengen die voordien misschien niet eens tot de denkwereld behoorden. Thatcher heeft zaken binnen bereik gebracht die (met enige overdrijving) voordien enkel tot de denkwereld behoorden van de adepten van de Mont Pèlerin Society, dat selecte clubje van neoliberale denkers. Maakbaarheid van de samenleving wil niet meer, maar ook niet minder, zeggen dan het veranderen van de machtsverhoudingen binnen de maatschappij. Dat gebeurt via politisering van breuklijnen, d.i. het omzetten van een punt op de politieke agenda in een strijdpunt of, breder, van een beleidsmaterie in een strijdperk. In dat strijdperk verdedigen bewegingen, organisaties, actiegroepen, politieke partijen vanuit hun respectieve ideologie tegengestelde belangen. Dikwijls verstaat men onder politisering wat in feite depolitisering is, namelijk het onschadelijk maken van strijdpunten door ze ondergeschikt te maken aan de electorale en machtspolitiek van partijen of aan het eigenbelang van politici. Een andere vorm van depolitisering is strijdpunten onschadelijk maken door ze om te zetten in louter technische aangelegenheden. Deze tweede vorm van

Research paper thumbnail of The Study of Cities: Historical and Structural Approaches

GaWC Research Bulletins, 2008

Structural approaches relate to the logic of a system, while historical approaches relate to chai... more Structural approaches relate to the logic of a system, while historical approaches relate to chains of causes and effects. Structural approaches make use of knowledge of the outcomes in the analysis of past events, which creates the pitfall of historical necessity. There are two strategies to avoid this pitfall, i.e. (i) investigating periods in which the outcome is still undetermined and (ii) combining the historical and structural approaches. This paper clarifies the implications of the second strategy through a critical analysis of the replacement of Christallerian ideas about central places and Taylorian ideas about global cities. With regard to Christallerian ideas, three authors are dealt with: Bobek's definition of urban settlements as nodes in a network of flows, Christaller's definition of a spatial structure, and Barton's definition of agency. Each of the three authors rejected the historical approach of explaining the location and development of urban settlements based on site and situation, albeit that Barton had a different concept of centrality than Bobek and Christaller. There are indeed two concepts of centrality, one referring to city-ness and one referring to town-ness. The structural interpretation of Christaller's approach provides the opportunity to define the logic of a system in terms of Elias's concept of rules of figuration. The analytical connection between Christallerian and Taylorian ideas is made through a discussion of Hall's paper Christaller for a global age: it is argued that it runs counter to both Christaller's own theory as well as Taylor's conception of a world city network. Taylor conceives of cities as transhistorical entities. The legitimacy of this concept is examined through a confrontation between three authors who defend a city-based view of history with inter-city relations as the formative force: Pirenne who presents a classical historical story, Jacobs who transubstantiates, and Taylor who (arguably) abstracts. This confrontation serves as a stepping stone for explaining how the structural and historical approaches interact: a structural approach determines the unit of analysis. The importance of this thesis is illustrated by the example of the archipelago of cities 1250-1350 investigated by Abu-Lughod. STRUCTURAL AND HISTORICAL APPROACHES In this paper I make the proposal to combine the historical approach to the study of cities with the structural approach. This may sound like a triviality, but as the following sections aim to show, this is most certainly not the case. A structural approach relates to the logic of systems. A historical approach, in contrast, relates to (i) chains of causes and human purposes and motives, and their intended or unintended results and the possible generalisations or general historical trends that can be deduced from the investigation of these chains; and to (ii) the actual formation, development and disintegration of systems. The historical approach includes the examination of idiographic causal chains as well as Janet Abu-Lughod's analysis of the world system in the period 1250-1350. This unargued definition relieves me of the arguably impossible task of providing a survey of the several kinds of structural and historical approaches to the study of cities. Cities have an internal structure, they belong to networks, they are undoubtedly important to economic development, and they are an essential part of civilizations. However, the way in which cities are central to economic development and the meaning of being an essential part of civilizations is far from unambiguous. There is a great variety of structural approaches, reaching from pure structuralism without a subject, over all sorts of functionalism to dualist structurationism and Giddens's dual structuration theory. The set of historical approaches is no less varied. And there is also the structural historical approach of, for example, the Annales School. It is therefore simply impossible to deal with all these kinds of investigations even in a superficial way.

Research paper thumbnail of Wallerstein over kapitalisme, keerpunten in de geschiedenis en modernisering, slides

Research paper thumbnail of Wallerstein over kapitalisme, keerpunten in de geschiedenis en modernisering, tekst

Research paper thumbnail of Is planning meer dan een partijtje regendansen

Een ander perspectief: "A good deal of the corporative planning I have observed is like a ritual ... more Een ander perspectief: "A good deal of the corporative planning I have observed is like a ritual rain dance; it has no effect on the weather that follows, but those who engage in it think it does. Moreover, it seems to me that much of the advice and instruction related to corporate planning is directed at improving the dancing, not the weather". J.B. Quinn (geciteerd in Mintzberg, The rise and fall of strategic planning, 1994, p. 139)een beetje uit de context gerukt.