Camillo Schumann (original) (raw)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Camillo Schumann (Königstein 10 maart 1872 - Bad Gottleuba 29 december 1946) was een Duits componist, pianist en organist.

Camillo Schumann stamde uit een muzikale familie, die ondanks de naam géén relatie had met de beroemde Robert Schumann. Camillo's vader Clemens (1839-1918) was als Sohn des Stadtmusikdirektor in Königstein, zijn broer Georg was eveneens componist en zijn andere broers Alfred en Clemens junior werkten als violisten in respectievelijk Bremen en Dresden.

Zijn eerste muzieklessen kreeg de jonge Camillo, net als zijn broers, van vader Clemens. In 1889 bezocht hij, als orgel- en compositieleerling, het conservatorium in Dresden, maar Schumann verwisselde dit al spoedig voor Leipziger Conservatorium, waar Carl Reinecke, Salomon Jadassohn, Bruno Zwintscher en Paul Homeyer tot zijn docenten behoorden. Van 1894 tot 1895 was hij nog leerling van Woldemar Bargiel en Robert Radecke in Berlijn. Al in Berlijn werd hij organist van verschillende kerken, maar pas na het beëindigen van zijn studie kreeg hij een eerste vaste aanstelling, als organist in Eisenach. In 1906 werd hij vanwege zijn verdiensten in het Groothertogdom Saksen benoemd tot Großherzoglich Sächsischer Musicdirector und Hoforganist.

In Eisenach nam Camillo Schumann intensief deel aan het plaatselijke muziekleven en organiseerde hij orgel- en kamerconcerten. Hij besteedde er veel aandacht aan het werk van Johann Sebastian Bach, die immers ook in Eisenach had gewerkt. Vanaf 1914 woonde hij in Bad Gottleuba in de Sächsische Schweiz, waar hij tot zijn dood bleef wonen. Hij wijdde zich in de tussenliggende jaren vooral aan het componeren in een laatromantische stijl.

selectie