dat - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Naar frequentie 5
Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw

| afkomstig van: Middelnederlands: dat Oudnederlands: that Germaans: *þat Indo-Europees: *tód [2] | | Verwant in Germaans: West: Engels: that (Angelsaksisch: sē), Duits: der, (Oudhoogduits: dēr), Fries: de, dy (Oudfries: thī) Noord: Zweeds/Deens/Noors: den, det, de, (Nynorsk: det, dei, Oudnoords: sá), IJslands: sá, Faeröers: tann, tað, sá Oost: Gotisch: sa | | Andere Indo-Europese talen: Lets/Litouws: tas, ta, Bosnisch: taj, Bulgaars: тоя (toja), Macedonisch: тоа, Servo-Kroatisch: тај (taj), Sloveens: ta, Russisch: тот (tot), этот (etot) Wit-Russisch/Oekraïens: той (toj), Tsjechisch/Pools/Slowaaks: ten, Oppersorbisch/Nedersorbisch: tón | | ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | | --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | | -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |

Voegwoord

dat

  1. een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt
    • Hij zei dat hij het niet begreep.
      De reddingsbrigade blijft benadrukken dat je altijd moet oppassen als je in zeewater zwemt.[3]
  2. een voegwoord dat een onderwerpszin inluidt
    • Dat hij geen afscheid had kunnen nemen, was voor hem een bron van groot verdriet.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

dat zal wel waar zijn

de vraag waar het om gaat

Dat is een gierigaard.

iets waar heel erg naar wordt verlangd

Dat is overduidelijk waar

iets komt uitstekend van pas op het goede moment.

een duidelijke van te voren afgesproken zaak.

Dat gaat het voorstellingsvermogen te boven.

het is volkomen onduidelijk, niemand weet het

het is nog geen uitgemaakte zaak, of een klein ongelukje zal nog meer/grote gevolgen gaan hebben

Iets is volstrekt onbruikbaar.

Ergens niets mee te maken hebben en zich niet voor interesseren.

Dat choqueert je

Dat slaat nergens op

Dat is niet logisch.

daar klopt niks van

dat is zeker

iets is niet meer te veranderen/aan te passen

iets zal niet meevallen en moeilijk zijn

dat zijn dingen die niets met elkaar van doen hebben.

het werk al vaker gedaan hebben en weten hoe het moet

een ander aanwijzen als schuldige, terwijl die zelf hetzelfde gedaan heeft

mensen die alles denken te weten of kunnen, moeten zelf maar oppassen voor fouten en problemen

één moment van onvoorzichtigheid kan verschrikkelijke gevolgen hebben

Het is niet erg goed

onbekend maakt onbemind ofwel: als iets onbekend is eten sommige mensen dat niet

als je zoveel geeft zoveel je kunt, dan kan niemand je iets verwijten

Vertalingen

1. een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt

2. een voegwoord dat een onderwerpszin inluidt

Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Betrekkelijk voornaamwoord

dat o

  1. beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt
    • Hij verkocht het huis dat hij van zijn ouders geërfd had.
Vertalingen

1. beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Aanwijzend voornaamwoord

dat o

  1. wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt en onzijdig is (bij een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord wordt hiervoor die gebruikt)
    • Dat huis is groter dan dit.
    • Die fiets is kleiner dan dat autootje.
  2. (pejoratief) gebruikt in plaats van het aanwijzend voornaamwoord die, om op een zeer onvriendelijke manier naar iemand te verwijzen
    • Dat denkt maar alles te mogen!
Vertalingen

1. wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt

| | enkelvoud | meervoud | | | ------------------------------------------------------------------ | ------------------------------------- | -- | | naamwoord | dat | - | | verkleinwoord | - | - |

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

de dat m

  1. (initiaalwoord), (afkorting) digital audio tape, een digitale geluidsband
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. "dat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. dat op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink Weblink bron “Dit moet je weten over een mui, een plek die je de zee in kan sleuren”, NOS-stories
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Achterhoeks

Betrekkelijk voornaamwoord

dat

  1. dat; beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Afrikaans

Voegwoord

dat

  1. dat; een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt

Middelnederlands

| | m | v | o | mv | | | ----------------------------------------------------------- | -------------------------------------------------------- | -------------------------------------------------------- | --------------------------------------------------------------- | ------------------------- | | nominatief | die | die | dat | die | | genitief | des | der | des | der | | datief | dien | der | dien | dien | | accusatief | dien | die | dat | die |

Lidwoord

dat

  1. nominatief o van het bepaald lidwoord: het
  2. accusatief o van het bepaald lidwoord: het

Nedersaksisch

Uitspraak
Woordafbreking

Lidwoord

dat

  1. het, 't

Voegwoord

dat

  1. dat; een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt

Betrekkelijk voornaamwoord

dat o

  1. dat; beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Aanwijzend voornaamwoord

dat o

  1. dat; wijst iets aan dat zich in een afstand van de spreker bevindt en onzijdig is
Verwante begrippen

Stellingwerfs

Betrekkelijk voornaamwoord

dat

  1. dat; beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Tolai

persoon enkelvoud tweevoud weinigvoud meervoud
1ste iau amir amital avetave
1ste+2de - dor datal datda
2de u amur amutal avatava
3de iia dirdi dital diatdia

Persoonlijk voornaamwoord

dat

  1. 1e persoon inclusief meervoud: wij, een vrij grote groep, jij of jullie inbegrepen

Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking

Zelfstandig naamwoord

dat

  1. genitief meervoud van datum

Zelfstandig naamwoord

dat

  1. genitief meervoud van data

Urkers

Betrekkelijk voornaamwoord

dat

  1. dat; beperkend in een bijzin die het nog niet geheel bekende antecedent nader bepaalt

Veluws

Voegwoord

dat

  1. dat; een voegwoord dat een lijdend-voorwerpszin inluidt

West-Vlaams

Uitspraak

.De Leiestreke is e streke in Vloandern woa dat de riviere de Leie deure lopt.

De Leienstreek is een streek in Vlaanderen waar dat de rivier de Leie door stroomt.