gevolg - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw

| | enkelvoud | meervoud | | | ------------------------------------------------------------------ | ------------------------------------- | ---------------------------------------- | | naamwoord | gevolg | gevolgen | | verkleinwoord | gevolgje | gevolgjes |

Zelfstandig naamwoord

het gevolg o [3]

  1. resultaat dat voortkomt uit iets anders (de oorzaak)
    ‘Dit virus en de maatregelen die wereldwijd worden genomen hebben wel enorme gevolgen voor de economie. Dat is dan zo, en daar zal de overheid zich ook op richten, maar nu gaat het om veiligheid. We moeten ons allemaal zo veel mogelijk aan de richtlijnen houden.’[4]
    `Ik weet het; zei de majordomus. 'Het was ijdele hoop dat dit u zou ontgaan. Ik vraag u met klem de grootmoedigheid op te brengen om mijn nederige excuses te aanvaarden. Deze uit de toon vallende decoratie is het jammerlijke gevolg van het enthousiasme van de nieuwe eigenaar.'[5]
  2. een groep die volgt, die er achteraan of later komt
    • De twaalf apostelen vormden het gevolg van Jezus.
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

1. iets dat voortkomt uit iets anders

2. een groep die volgt, die er achteraan of later komt

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "gevolg" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. gevolg op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Bronlink Weblink bron
    Charlotte Huisman
    “Wie neemt er nog de trein op een stil Utrecht Centraal?” (13 maart 2020), de Volkskrant
  5. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers op Wikipedia, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 16
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be