lebmaag - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw

| | enkelvoud | meervoud | | | ------------------------------------------------------------------ | ---------------------------------------- | ------------------------------------------- | | naamwoord | lebmaag | lebmagen | | verkleinwoord | lebmaagje | lebmaagjes |

Zelfstandig naamwoord

de lebmaag v / m

  1. (zoötomie) de vierde maag van een herkauwer, zoals een rund
    • Stremsel wordt gewonnen uit de lebmaag van een kalf.
Verwante begrippen
Vertalingen

1. de vierde maag van een herkauwer, zoals een rund

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be