rechtvaardig - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw

| | stellend | vergrotend | overtreffend | | | --------------------------------------------------------------------------------------- | --------------------------------------------------------- | --------------------------------------------------------------- | ---------------------------------------------------------- | | onverbogen | rechtvaardig | rechtvaardiger | rechtvaardigst | | verbogen | rechtvaardige | rechtvaardigere | rechtvaardigste | | partitief | rechtvaardigs | rechtvaardigers | - |

Bijvoeglijk naamwoord

rechtvaardig

  1. in overeenstemming met bepaalde ethische beginselen
    • Naar onze mening is dat is geen rechtvaardig besluit.
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

1. in overeenstemming met bepaalde ethische beginselen

Werkwoord

vervoeging van
rechtvaardigen

rechtvaardig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
    • Ik rechtvaardig.
  2. gebiedende wijs van rechtvaardigen
    • Rechtvaardig!
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rechtvaardigen
    • Rechtvaardig je?

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "rechtvaardig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. rechtvaardig op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be