toonbeeld - WikiWoordenboek (original) (raw)
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- toon·beeld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van toon ww en beeld
| | enkelvoud | meervoud | | | ------------------------------------------------------------------ | ---------------------------------------------- | ------------------------------------------------- | | naamwoord | toonbeeld | toonbeelden | | verkleinwoord | toonbeeldje | toonbeeldjes |
Zelfstandig naamwoord
het toonbeeld o
- een goed voorbeeld; een typisch voorbeeld
▸ Hij was voor mij het toonbeeld van alles waar de trail voor stond: Amerikaans, groot, sterk.[1]
▸ Hij zat voorovergebogen, ellebogen op zijn knieën, zijn handen tegen de zijkant van zijn hoofd gedrukt het toonbeeld van neerslachtigheid.[2]
Gangbaarheid
- Het woord toonbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toonbeeld" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
---|---|
99 % | van de Vlamingen.[3] |