Mensen die het waagden een bijbel in de volkstaal in bezit te hebben of bijbels te verspreiden, kregen te maken met de woede van de katholieke kerk. Velen van hen werden gearresteerd, op de brandstapel gebracht, levend aan het spit geroosterd, tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld of naar de galeien gestuurd. In beslag genomen bijbels werden verbrand. Tot ver in de twintigste eeuw waren er katholieke geestelijken die bijbels in beslag namen en verbrandden. [1]