wat - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw

| afkomstig van: Middelnederlands: wat Oudnederlands: wat Germaans: *hwat Indo-Europees: *kʷós, *kʷís | | Verwant in Germaans: West: Engels: who, what, why (Angelsaksisch: hwā, hwæt, hwȳ), Duits: wer, was, wie, (Oudhoogduits: wēr, waz, wiu), Fries: wa, wat (Oudfries: hwā, hwet) Noord: Zweeds: vem, Deens/Noors: hvem, (Oudnoords: hvar, hver, hverr), IJslands: hver, hvað, hví, Faeröers: hvør, hvat, hví Oost: Gotisch: hwas, hwa, hwe | | -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | | ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |

Onbepaald voornaamwoord

wat

  1. iets, een beetje.
    • Ik heb toch wat gewonnen!
  2. enigszins
    • Je ziet er wat vermoeid uit.
Synoniemen
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Vertalingen

Vragend voornaamwoord

wat

  1. om naar een of meer zaken te vragen.
    • Wat eten we vandaag?
    • Wat betekent dit?
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Vertalingen

Betrekkelijk voornaamwoord

wat

  1. na alles, iets, niets, datgene.
    • Alles wat ik heb.
  2. na twijfel of onbekendheid.
    • Ik weet niet wat er met hem aan de hand is.
  3. met insluiting van antecedent: datgene wat.
    • Ik geef hem wat hij verdient.
  4. terugverwijzend naar een gehele zin.
    • Hij was ernstig ziek, wat reden was de zaak af te gelasten.
Typische woordcombinaties
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden
Vertalingen

wat er al wel en niet was

Uitroepend voornaamwoord

wat

  1. zeer, erg, heel
    • Wat leuk voor je!
    • Wat ben ik daar blij mee!
Typische woordcombinaties
Uitdrukkingen en gezegden
Spreekwoorden

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "wat" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be