De toekomst van West Nederland (original) (raw)
Van Randstad tot Delta Metropool
Het wordt tijd dat Nederland de Randstad gaat ontwikkelen tot de Deltametropool. Eerst moet hiervoor het ‘heilige groene hart’ ontwikkeld worden tot een groen hart waar de inwoners van Nederland echt wat aan hebben. Nu is (op sommige plekken na) het een saai landbouw gebied waar je niet echt voor je plezier komt, ook wel het 'grauwe hart ' genoemd.
Wanneer het Noordelijke deel van het groene hart ontwikkeld mag worden (het zuidelijke deel kan dan 'ongerept’ blijven) kunnen we daadwerkelijk een Deltametropool creeeren.
Er moeten een aantal nieuwe snelwegen komen. Onder andere een van Amstelveen naar Gouda en een van Leiden naar Breukelen. Zo worden de A4 en A2 ontlast en een groot deel van het file leed opgelost.
Waar deze twee nieuwe snelwegen elkaar snijden kunnen we het nieuwe centrum (met veel hoogbouw) van de delta metropool bouwen. Dat zal het daadwerkelijk moderne hart van de Deltametropool worden. De rest vullen we in met mooie midden en laagbouw wijken gecombineerd met parken en bossen en meren waar gerecreeerd kan worden. En fijnmazig trein, metro en tram systeem kan dit alles en de grote steden verbinden.
problemen in randstad
1. wegen lopen vol
2. randstad loopt vol
3. te weinig openbaar vervoer
4. weinig ruimte om te wonen
5. weinig ruimte voor bedrijven
6. weinig ruimte voor de natuur
7. vervuiling
gevolg
1. Lange reistijden
2. Slechte woonomstandigheden
3. Ongezond leef klimaat
4. Afremende groei door gebrek aan expansie mogelijkheden
oplossingen
1. meer wegen aanleggen
2. meer openbaar(rails) vervoer aanleggen
3. hoogbouw plannen
4. stukken hoogwaardige natuur ipv landbouwgrond
6. landbouw gebieden ontwikkelen tot stedelijke gebieden.
Het groene hart.... ???
De Randstad Holland is het grootste nationaal stedelijk netwerk in Nederland. Een groot deel van de Nederlandse bevolking woont en werkt hier. De Randstad is het politieke, bestuurlijke, sociale en culturele hart van Nederland én de belangrijkste motor van economie, logistiek, zakelijke en financiële dienstverlening en toerisme.
Ook op het gebied van kennisindustrie en innovatie is de Randstad belangrijk. De Randstad is hiermee van internationale betekenis en kan zich meten met grootstedelijke en metropolitane gebieden in de wereld. Vooral op het gebied van handel en distributie en de financiering daarvan wordt internationaal een toppositie ingenomen. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de aanwezigheid van de beide mainports (de Amsterdamse luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven), (hoofdkantoren van) een aantal multinationals en internationale financiële en andere instellingen. Daarnaast is de Randstad Holland een belangrijke vestigingsplaats voor (inter)nationale bedrijven, voorzieningen en instellingen op tal van gebieden. Tenslotte zijn in het kader van de kenniseconomie de aanwezige kennisinstellingen, waaronder de diverse universiteiten en wetenschapscentra (zoals die van Amsterdam), van belang. Een goede samenwerking en uitwisseling van kennis tussen de economische sectoren en de kennisinstellingen dragen bij aan behoud en versterking van de internationale concurrentiepositie.
De Randstad heet tegenwoordig Deltametropool.
Met die nieuwe naam willen de Grote Vier zich internationaal op de kaart zetten. In de Hofstadlezing, volgende week donderdag in de Grote Kerk, gaat burgemeester Deetman in op de positie van Den Haag in die Deltametropool. In de Haagsche Courant van 7 februari 2004 geven enkele collega-burgemeesters en planoloog Salet, vast hun mening.
Wonen in Den Haag, werken in Amsterdam, uitgaan in Rotterdam. Willem Salet, hoogleraar planologie aan de universiteit van Amsterdam, gedraagt zich als een échte Deltametropolist. Net zoals de meeste Hagenaars, Amsterdammers, Rotterdammers en Utrechtenaren, overigens. Maar dat was toch de Randstad? "Nee, tegenwoordig heet dat de Deltametropool", vertelt Salet. "Met die nieuwe naam willen de vier grote steden zich internationaal op de kaart zetten. Het is een origineel verkooppraatje voor het buitenland." Voor intern gebruik voldoet Randstad nog steeds, vindt Salet. "Dan weet iedereen waar ik het over heb. Als je het op straat over Deltametropool hebt, gaan er nog te veel wenkbrauwen omhoog."
Salet is een liefhebber van het grootstedelijke leven, maar het kost de hoogleraar wel veel tijd. "Dagelijks zo'n drie uur, heen- en terugreis bij elkaar opgeteld." En dat maakt de glanzende toekomst van de Deltametropool toch wat doffer. Salet: "Met een nieuwe naam los je niet alle problemen op. Het versoepelen van het verkeer tussen de vier grote steden is misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor het slagen van de Deltametropool." Maar er moet niet te krampachtig vanuit dat concept worden gezocht naar oplossingen, vindt de hoogleraar. "De praktijk leert dat je daarvoor beter kunt aansluiten bij de feitelijke, bestaande vervoersstromen. Als je naar woon-werkverkeer kijkt, vergroeit Amsterdam eerder met Almere, het Gooi en Amersfoort dan met Rotterdam. En Rotterdam en Den Haag neigen richting Brabant en Ruhrgebied. Tegen die natuurlijke stroom moet je niet in gaan roeien."
Ook op het gebied van woningbouw vindt Salet de Deltametropool niet zaligmakend. "Te log om op de dagelijkse praktijk toegesneden oplossingen te bieden. Ik zie op dat gebied meer in verdergaande samenwerking tussen Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer, Gouda en Delft."
Samenwerking van de Grote Vier heeft volgens de hoogleraar planologie alleen meerwaarde als het gaat over grotere, gemeentegrenzen overschrijdende onderwerpen. "Bijvoorbeeld als het gaat over de opvang van wateroverlast, integraal kustbeheer of plannen voor het Groene Hart." Maar Salet verwacht niet dat Hagenaars, Amsterdammers, Utrechtenaren en Rotterdammers zich snel 'Deltametropolisten' gaan voelen. "Daarvoor is het nog niet concreet genoeg. De Deltametropool speelt zich toch vooral af in de hoofden van bestuurders, economen en politici. Het heeft nog te weinig smoel om de harten van de burgers sneller te laten kloppen."
Identiteit Wat de hoogleraar betreft hoeven de burgers hun stedelijke identiteit ook helemaal niet in te ruilen. "De stad en de Deltametropool kunnen prima naast elkaar bestaan. Sterker nog, in het ideale geval vullen ze elkaar juist aan en versterkt het de specifieke, stedelijke kwaliteiten die de vier grote gemeenten stuk voor stuk hebben." Salet vindt dat Den Haag wat dat betreft op de goede weg is. "Den Haag profileert zich sinds enige jaren als internationaal centrum van bestuur en rechtspraak en dat werpt zijn vruchten af. Steeds meer belangrijke organisaties vestigden zich in de Hofstad."
Maar het kan beter, vindt Salet. "Het begin is er, maar de basis is nog te smal. Het zou mooi zijn als ook de opleidings- en onderzoekscentra op dit gebied zich in Den Haag nestelen. Dan creëer je een kweekvijver en ben je zeker van de continuïteit." En dat is niet onbelangrijk in tijden van economische tegenwind. Willen de Grote Vier de Deltametropool tot volle wasdom laten komen, dan is het belangrijk dat geen van de steden het leiderschap naar zich toetrekt. Salet: "De burgemeesters moeten sámen de kar trekken. Niet het belang van hun eigen stad boven dat van de Deltametropool stellen. Elkaar de bal toespelen, niet van elkaar afpikken." Ze moeten zich dus een beetje gedragen als de vier musketiers: 'Eén voor allen en allen voor één'.
Alhoewel dat principe op sportgebied bijvoorbeeld niet zo makkelijk kan worden doorgetrokken. Eén voetbalclub voor de Deltametropool zal er niet snel komen. Salet: "Nee, maar dat hoeft dus ook niet. De Deltametropool is vooral een nieuwe manier van denken." Eén symbool dat die gezamenlijkheid onderstreept, helpt daar volgens Salet bij. "In de architectuur noemen ze dat landmarks, een soort symbolen die de bewoners van dat gebied een gevoel van saamhorigheid geven. De hogesnelheidslijn zou dat voor de Deltametropool heel goed kunnen zijn."
Maar de Deltametropool moet volgens Salet oppassen voor hoogmoed. "We moeten niet gaan zitten navelstaren, de rest van Nederland is er ook nog. Natuurlijk is de Randstad belangrijk als het gaat om werkgelegenheid en internationale betrekkingen, maar er zijn gelukkig nog andere dingen in het leven. Zoals rust en natuur en daar zijn ze elders in Nederland weer mee gezegend."
'Als Utrecht plat ligt, gaat het overal mis'
Utrecht als verkeersknooppunt van de Deltametropool. Zo profileert burgemeester Annie Brouwer haar stad graag. "Als Utrecht plat ligt, heeft dat onmiddellijk gevolgen voor het verkeer in de rest van de Randstad. Zowel wat betreft het verkeer als het openbaar vervoer. Het is een grote uitdaging om dat knooppunt soepel te houden." Maar Utrecht is ook een echte kennisstad, vindt de burgemeester. "We hebben op dat gebied alles in huis, zowel hogescholen als een universiteit. Eenvijfde van onze bewoners is student. En dan heb ik het nog niet eens over alle docenten en hoogleraren die hier wonen. Hun aanwezigheid is bepalend voor de sfeer in de stad."
Maar het bedrijfsleven is ook nodig om die kennis om te zetten in concrete, innovatieve projecten. "Dat gebeurt volop." Belangrijk voor de grote stad is volgens Brouwer dat het evenwicht tussen inwoners met veel opleiding en kansen en burgers met veel zorgen en weinig kansen bewaard blijft. "Daarvoor heb je een middengroep nodig. En die is moeilijk vast te houden. Maar met de nieuwbouw van Leidschenveen lijkt het ons toch te lukken."
Zelf keerde Brouwer de Randstad ook even de rug toe. "Maar ik vind het heerlijk om er nu te wonen en te werken. Ook al ligt Utrecht aan de rand van de Randstad, er is duidelijk verschil."
Het Duitse Ruhrgebied vindt Brouwer een goed voorbeeld voor de Deltametropool. "Dat is van een grijs industriegebied omgetoverd tot een bruisend geheel."
'In Brussel zitten we al samen op één kamer'
Met de grootste haven ter wereld in zijn kontzak, is het voor burgemeester Ivo Opstelten niet zo moeilijk om zijn stad binnen de Deltametropool naar voren te schuiven. Maar hij blijft er heel gewoon onder. "De Deltametropool doen we sámen. Het is echt een kwestie van elkaar aanvullen om zo het hogere belang te dienen."
En dat is volgens Opstelten hard nodig. "De grote steden zijn te klein om zelfstandig te concurreren met grote stedelijke agglomeraties in Europa en de rest van de wereld." Om de Deltametropool op de Europese kaart te krijgen, houden de Grote Vier sinds een jaar samen kantoor in Brussel. "Dat gaat heel goed en heeft echt meerwaarde."
Opstelten vindt het verfrissend om over de Deltametropool te praten. "Weer eens wat anders dan de problemen van de grote steden." Dat de Deltametropool bij de meeste burgers nog niet erg leeft, vindt Opstelten logisch. "Dat zie je toch ook met Europa, dat duurt járen. Je moet eerst resultaten laten zien voordat het gaat leven." Maar de Deltametropool kan de problemen van de gewone man wél helpen oplossen. "Het is de motor van de Nederlandse economie. Heel belangrijk voor de werkgelegenheid." Verder moeten de grote steden vooral hun eigen identiteit houden. "Géén fusie tussen Feyenoord, Ajax en ADO. Die moeten lekker tegen elkaar blijven voetballen." Voorbeelden voor de Deltametropool zijn volgens Opstelten Londen, Parijs en München.
'Het dwingt je om van buitenaf te kijken'
Als burgemeester van een veelzijdige stad als Amsterdam, heeft Job Cohen het voor het uitkiezen. "We kunnen ons binnen de Deltametropool profileren op diverse gebieden. Als hoofdstad en internationale luchthaven Schiphol. We zijn voor toeristen zeer aantrekkelijk, maar we zijn ook een financieel centrum van belang. En cultureel behoren we ook tot de top", vent hij als een ervaren koopman zijn waren uit. De Deltametropool vindt Cohen een 'interessant concept'. "Het geeft een andere blik op Nederland in het algemeen en de Randstad in het bijzonder. Het dwingt je om van buitenaf te kijken."
De samenwerking tussen de vier grote steden is volgens de burgemeester een goede strategie om de positie van Nederland te verstevigen en de concurrentie met buitenlandse grote steden als Londen, Parijs, Berlijn en Frankfurt aan te kunnen. "Nederland is en blijft in grote mate afhankelijk van het buitenland."
Waar vroeger de Vereenigde OostIndische Compagnie Nederland op de kaart zette, moet nu de Deltametropool dat doen. Die wordt alleen succesvol als de steden samenwerken. De metafoor van de vier burgemeesters als musketiers staat Cohen wel aan. "Maar dan wel moderne musketiers. We houden eens in de maand een videoconferentie om elkaar bij te praten. Dat werkt heel goed."
Grote zorg blijft voor Cohen de slechte, onderlinge bereikbaarheid van de steden. "Dat moet veel beter wil je van een échte Deltametropool kunnen spreken."
Randstad Metropool
Herbert Blankesteijn
Kunnen er in de Randstad voldoende woningen worden gebouwd voor de komende dertig jaar? Nou en of.
Kijk naar Londen: zeven miljoen mensen op 40 bij 40 kilometer, waar de bebouwing alleen wordt onderbroken voor een enkel park, en voor een rivier, die toevallig niet zo makkelijk te plempen valt als de Catharijnesingel in Utrecht. Fysiek kan het makkelijk.
Procedureel ligt het wat moeilijker. Er zijn natuurgebieden, en zijn boeren, kortom er liggen wat belangen. De heibel die Jan Pronk nu veroorzaakt, maakt vooral de geesten rijp voor het breken van beloftes en het versneld wijzigen van bestemmingsplannen. Hoe eenvoudig dat is, blijkt uit het verhaal van mijn eigen woonplaats. Die telde een jaar of dertig geleden 3000 inwoners. Het dorp werd groeikern, waarbij het aantal inwoners meer dan vertienvoudigde. Er zou nooit uitbreiding plaatsvinden buiten de ringweg rond het dorp. Intussen gebeurt dat gewoon toch.
Wat maakt het ook uit. Een bevolking die zich voornamelijk bezighoudt met rijker worden, meer autokilometers maken, zichzelf uitbreiden en vervolgens scheiden, verdient geen natuur en geen landschap, en verdient geen zekerheden, hooguit valse. Het is goed voor het relativeringsvermogen om eens een landkaart te bestuderen van kort na de oorlog. Elke stad heeft maar een fractie van de grootte van nu; voor dorpen geldt trouwens precies hetzelfde. Er zijn vrijwel geen snelwegen. Je hoeft geen enkele kennis te hebben van procedures om te weten hoe dat verder gaat: vroeg in de 21ste eeuw zullen Den Haag, Delft en Rotterdam aan elkaar vastgroeien - voor zover dat niet allang gebeurd is - zullen de laatste weilanden tussen Amsterdam en Haarlem verdwijnen, en worden de laatste irrelevante bosresten tussen Utrecht, Hilversum en Amersfoort uit de weg geruimd. Deze drie supersteden kunnen een jaar of vijftig de tijd nemen om alle groenvluchters weer op te slokken, maar veel moeite hoeft dat niet te kosten. Probeer maar eens in de huidige Randstad een plek te vinden waar je géén bebouwde kom in je blikveld hebt.
Londen leert dat dat vanuit beleidsperspectief prima is. In een volgebouwde metropool nemen mensen met minuscule appartementjes genoegen. Geolied (ondergronds) openbaar vervoer is alleen mogelijk vanaf een bepaalde bevolkingsdichtheid. Lange verbindingen met weinig stations, zoals in de huidige Randstad, zijn te duur voor een betrouwbare, laat staan rendabele exploitatie. Misschien is het voor Pronk zelfs raadzaam om met een fokpremie te komen, om de aanstaande Randstad-metropool zo snel mogelijk vol te krijgen.
Het probleem van de voorsteden is dan meteen ook opgelost. Als de metropool zo groot is dat er nauwelijks een 'buiten' meer bestaat, en als elke lokatie in vrijwel gelijke mate duur en onaantrekkelijk is, en als de wegen permanent verstopt zijn, kunnen mensen weer gewoon dicht bij hun werk gaan wonen, dat per ondergrondse uiteraard eenvoudig te bereiken is. Verpauperde wijken worden dan weer interessant, en kunnen - zie Londen en New York - spontaan aan een tweede jeugd beginnen.
Als we ophouden moeilijk te doen over groen, kan de bevolking hier nog lang en gelukkig toenemen.