KNMI: Eerste metingen van Cruquius (original) (raw)
Nader Verklaard
Eerste metingen van Cruquius
05 maart 2007 -Februari 1990, maart 1991, augustus 1997, oktober 2001, juli en september 2006 en januari 2007, al die maanden waren de warmste in drie eeuwen. Het predikaat geldt ook voor de jaren 1990, 1999, 2000 en 2006 en voor de herfst van 2006 en de winter van 2007 die zelfs veruit de warmste waren in zeker driehonderd jaar. Hoe weten we dat?
Museum de Cruquius in Cruquius. Hier wordt op 21 februari het nieuwe boek van Jan Buisman gepresenteerd.
Ons land was een van de eerste waar het weer werd bijgehouden. Op 19 december 1705 begon waterbouwkundige en cartograaf Nicolaus Samuelis Cruquius (1678-1754) in Delft drie maal daags aflezingen van temperatuur, luchtdruk, vocht en neerslag. Hij maakte gebruik van primitieve instrumenten, zoals een opvangbak voor de regen en een luchtthermometer. Dit instrument bestond uit een afgesloten U-vormige buis, waarvan een uiteinde uitmondde in een met lucht gevulde bol. Bij verwarming zette de lucht uit en werd de vloeistof in de buis omlaag gedrukt.
Cruquius bedacht een eigen schaalverdeling, omdat er nog geen universele thermometerschaal bestond. Vanaf 1727 vermeldde hij de temperatuur in graden Fahrenheit. In die jaren experimenteerde deze in Amsterdam wonende instrumentmaker met kwikthermometers en introduceerde hij de schaal van Fahrenheit. Cruquius heeft toen alle eerdere metingen omgerekend in graden Fahrenheit en die gegevens zijn bewaard gebleven.
De waterbouwkundige onderhield nauwe contacten met een Engelse Meteorologische Organisatie, die voorschreef hoe de metingen moesten worden gedaan. Zodoende is bekend hoe Cruquius heeft gemeten en kon het KNMI zijn temperatuurreeks van 1706-1734 reconstrueren. Vanaf 1734 zijn ook op andere plaatsen in ons land metingen verricht zodat we nu over een meetreeks beschikken van bijna drie eeuwen.
Cruquius noteerde ook luchtdruk, vochtigheid en neerslag. Over zijn barometer weten we weinig en de vochtigheid las hij af uit het gewicht van en met salmiak bevochtigde spons aan een balans. Later had hij de beschikking over een weerhuisje, zoals we ze nu nog vinden in souvenirwinkels. De wind leidde hij af uit molens waarbij de omloopsnelheid van de wieken een maat was voor de windsnelheid.
Cruquius was overtuigd van het nut van weerkundige waarnemingen om vast te kunnen stellen hoe ons land tegen het dreigende geweld van de zee, storm, en regen kon worden beschermd. Hij diende in 1725 bij de toenmalige regering, de Staten van Holland, een verzoek in om financiƫle steun voor de meteorologie. Zijn aanvraag werd afgewezen, omdat hij niet serieus werd genomen. Ruim een eeuw later kwam Buys Ballot met een soortgelijk verzoek naar aanleiding waarvan het KNMI is opgericht.
Eerste uitgave: 04-03-04
Laatste wijziging: 05-03-07