Sporen van de Betuweroute! (original) (raw)
Totale lengte tunnel Pannerdensch Kanaal: 2.680 m
Aantal buizen: 2
Lengte geboorde gedeelte: 1.615 m
Lengte toerit westzijde: 600 m
Lengte toerit oostzijde: 465 m
Diepste punt boortunnel: 25 m
Doorsnede tunnelbuis: 8,65
Maximale helingpercentage: 2,5%
Totale hoeveelheid weg te boren grond: 250.000 m3
Totale hoeveelheid af te voeren grond: 1.500.000 m3
Aantal dwarsverbindingen: 2
Oppervlakte damwanden: 40.000 m3
Hoeveelheid beton: 75.000 m3
Funderingspalen: 2.700 stuks
Totale lengte funderingspalen: 50 m
Inpassing in het landschap
Nieuw infrastructuur moet zo goed mogelijk worden ingepast
in het bestaande landschap. Bouwers houden daarom rekening met
bestaande bebouwinen en wegen .of-zoals in het geval van het
pannerdensch Kanaal-met een bijzonder natuur-en stiltegebied.
In dit gebied leven de zeldzame kamsalamander en rugstreeppad.
Het eerste paln voorzag in een spoorbrug over het kanaal. De onwonenden
gaven echter terecht aan dat zo'n hoge brug niet in het landschap past.
Bovendien zouden de uiterwaaden door de bouw van de spoorbrug worden aangetast.
Daarom is naar zorgvuldige afweging gekozen voor de boortunnel.
Deze tast het waardevolle landschap zo min mogelijk aan en geeft tijdens de bouw
de minste overlast. Bovendien zijn er in de uiteindelijke situatie alleen
een klein deel van de tunneltoeritten in de tunnel gebouwen zichtbaar in het landschap.
Reinging van Grond
Met de aanleg van de Betuweroute word Nederland een beetje schoner.
Verontreingde gebieden lanks het trac� zijn nameljik in kaart gebracht
en worden schoon gemaakt. Zo ook het gebied bij het Projectorganisatie
kanaal en de zandwinpunt Kandia. De Projectorganisatie Betuweroute
verwijdert de verontreinigde rivierbodem en verwerkt de grond op miliu-vriendelijke wijze.
De schone grond wordt vervolgens gebruikt bij de aanleg van de Betuweroute.
Ook de grond word die de Projectorganisatie wegbaggert uit de zandwinpunt Kanidia
wordt hergebruikt in het bouwwerk. Het opslagterrein van steenfabriek Huissenswaard
wordt verplaats naar een nieuwe locatie. te de overigen partijen wordt
momenteel een saneringvisie ontwikkelt.
Nieuw leefgebied voor salamanders en padden
De aanleg van de oostelijke ingang van de boortunnel vindt plaats in het leefgebied
van de kamsalamander en de rugstreeppad. In samenwerking met onder meer de Gelderse
Milieufederatie en RAVON (Reptielen Amfibie�n Vissen Onderzoek Nederland)ontstond een plan
om de dieren te beschermen. Buiten het bereik van de te boren tunnel is een nieuw leefgebied aangelegd.
Poelen, distels en struikgewas zorgen er voor dat de dieren hier kunnen nestelen. Het ziet er naar uit
dat de padden en salamanders goed gedijen in hun nieuwe thuis.
Leven in de Kandia-lagune
De tunnel Pannerdensch kanaal loopt door de zandwinput Kandia. Deze put is 25 meter diep en
staat vol water. Leven is hier in niet mogelijk, omdat het water koud en zuurstofarm is.
Door de tempratuurwisselingen van het water komt de zuurstofarme water bovendien regelmatig boven, waardoor
begroeiing lanks de oevers afsterft. Die situatie verbetert door de aanleg van de tunnel.
In de zandwinpunt wordt een dam aangelegd, waar de tunnel doorheen loopt. De dam krijgt de grille vorm van natuurlijke oevers. Aan weerzijden van de dam komt ondiep water, waarin vissen en kikkers kunnen leven. Ook in de begroeiing aan de oevers vinden de verschillende
dieren snel een thuis. Om er voor te zorgen dat de nieuwe bewiners van de Kandiaput in alle rust hun gang kunnen gaan, komt er op de dam geen fiets-of wandelpad. We kunnen natuurliefhebbers vanaf de winterdijk over de lagune uitkijken.
Innovatieve techniek
Lange tijd werd aangenomen dat tunnels in Nederlandse bodem niet geboord konden worden.
UItvoeringe studeis en de praktijkvoorbeelden van de Tweede Heinenoordtunnel, de Botlekspoortunnel en de Sophiaspoortunnel hebben echter aangetoond dat de boortechniek wel degelijk geschikt is voor de Nederlanadse bodem.
De Boor
Totale lengte boor: 72 m
Lengte van de boorkop: 10 m
Diameter graafwiel: 9,825
Typen boorschild: vloeistofschild
Lengte boorschild: 5,685 m
Diameter boorschild: 9,805 m
Gewicht boorschild: 600 ton
Aantal afzetstempels: 28
Totale vermogen boor: 2.500 kW
Totale vermogen graafwiel: 1.000 kW
Lengte tunnelsegment: 1,8 m
Dikte tunnelsegment: 0,4 m
De tunnel Pannerdensch Kanaal loopt door een dam die wordt aangelegt in de zandwinput Kandia.
Onder water wordt hiervoor zand in lagen opgespoten. Aande zijkanten wordt het zandlichaam ingepakt, zodat het niet kan wegspoelen. Groet trilnaalden verdichten het zandlichaam. Zo ontstaat een stevige dam waar de tunnelboormachine doorheen kan boren. Het is voor het eerst dat er een tunnel word geboord door een speciaal daarvoor aangelegde dam. Als de boor in 2002 door de Kandiadam heen is, heeft Nederland een WERLDPRIMEUR.
Graafschild
Bij het boren van tunnels doet het graafschild (v��r op de boor)het meeste werk. Een tunnelboormachine kan worden uitgerust met een vloeistofschild(slurry- of hydroschild)of met een gronddrukbalansschild(EPB-schild). Omdat de bodem in oost Nederland voornamelijk uit zand bestaat, word bij de tunnel Pannerdensch Kanaal gebruikt gemaakt van een vloeistofschild. Binnen een stalen ring(het zo gehete schild)wordt de grond ontgraven door een draaiend wiel met een doorsnee van bijna 10 meter. Bij het boren wordt gebruik gemaakt van een steunvloeistof van Betoniet is een natuurlijke kleisoort die het boorfront beschermt tegen instorten tijdens het boren. Dooedat de weggeboorde grond wordt vermengt met deze steunvloeistof, kan het ook gemakkelijk via een leidingstelsel worden afgevoerd.
Voortbeweging
28 Hydraulische vijzels bewegingen het boorschild voort. De vijzels zetten zich af tegen de tunnelring die bestaan uit betonnen segmenten.Telkens als de boormachine 1,8 meter heeft geboord, worden betonnen segmenten met behulp van een hydraulische montagearm(de erctor)tegen de stralen mantel geplaatst. Deze tunnellining bestaat uit 7 segmenten en een sluitsteen die samen een tunnelring vormen.
Logistieke topprestaties
Het boren van een tunnel is in logistiek opzicht een indrukwekkent proces. De boormachine is gebouwd ddor de Duitse fima Herrenkncht en heeft een doorsnee van 9,8 meter en en een lengete van 70 meter. Het is een rijdende fabriek, die zich met een sneleheid van gemiddelt 12 meter per dag een weg onder de grond baant. Achter de boorkop hangen de volwagens de die onder meer gebruik worden worden voor de bedienning, de stoomaanvoer, het transporteren van de afgegraven grond en het leggen van kabels en leidingen. Regelmatig worden de aan-en afvoerleidingen (die worden uitgerold achter de oprukkende boormachine)en de rails voor het werkspoor verlengt. Ook de bouwmaterialen moeten tijdig worden aan-en afgevoerd. Als het einde van de 1.615 meter lange tunnelbuis is bereikt, wordt het voorste deel van de boor gedemonteerd en naar de sartschacht vervoerd. De volwagens rollen terug via de nieuw gebouwde tunnelbuis. In de startschacht wordt de boor opnieuw opgebouwd, waarna hij aan de 2e tunnelbuis kan beginnen.
Mengen en scheiden
Bij de aanleg van de tunnel Pannerdensche Kanaal word in totaal 250.00m3 grond uitgeboord. Deze grond is bij het boren vermegt met betonniet. Dit grondmengsel word via een stelsel van leidingen door de gebouwde tunnel weggepomt naar het bouwterrein. Hier staat een scheidingsinstalatie waarin het zand, de stenen en het betonniet wordt-net als het water-hergebrreikt in het boor-proces. De vrijgekomen grond wordt gebruikt voor het aanvullen van de zandwinput Kandiaput met de Kandiadam.
Extra bouwwerken
De aanleg van de tunnel Pannerdesch Kanaal behelst meer dan het boren van 2 tunnelbuizen. Zo zijn er nog 2 tunneltoeritten, 2 dienst gebouwen, 2 dwarsverbindingen tussen de beiden tunnelbuizen en een waterkelder.
DE TUNNELTOERITTEN worden niet geboord, maar gebouwd volgens de traditieonele tunnelbouwmethode. In het kort houdt dit on dat er een lange gleuf wordt gegraven, waarin de betonnen wanden worden gebouwd. Beiden toeritten worden deels voorzien van een dak. Op het dak koomt er weer grond de begroeiing, zodat er sraks in het landschap vrijwel niets meer van te zien is.
DE DIENSTGEBOUWEN hergebruiken de technische instalaties van de tunnel. Ook worden hier 2 waterschuiven geplaatst, die zich automatisch sluiten in geval van overstoming.
VIA DE VERBINDING tussen beiden tunnelbuizen kunnen onderhoudswerkzaamheden worden verricht. Bovendien kan de machinst bij een tuele calamiteiten via de dwarsverbindingen een toegangsweg voor hulpdiensten.
DE WATERKELDER op het diepste punt van de tunnel is voor de opvang van binnengekomen regen-of bluswater. De kelder heeft een capaciteit van 80m3, voldoende voor het bergen van de inhoud van een tankwagen.
Kenninsuitwisseling
De kennis die word opgedaan tijdens het boren een tunnel Pannerdesch Kanaal word uiteraad gebruikt bij het boren van toekomstigen tunnels. Op basis van de opgedane ervaring kunnen zelf nieuwe boortechnieken worden ontwikkeld. De kennis over boren wordt in Nederland verzameld door het Centerum Ondergronds Bouwen (COB). Het COB wisseld op zjin beurt weer kennis uit met vergelijkbare organisaties in de rest van de wereld. Bijvoorbeeld met ACTEC in Japan, waar men veel ervaring heeft met boren in een vergelijkbare bodem.
De Projectorganiesatie Betuweroute levert nationaal en internationaal bijdragen aan seminars en conferenties over onder meer boortechnieken en veiligheid in tunnels. Onderzoeken, bijvoorbeeld naar veiligheid, worden uitgevoerd in nauw overleg met de Technische Universieteit Delft en TNO. Ook de betrokken aannemerscombinaties wisselen-in overleg met de Projectorganisatie Betuweroute-kennis uit over het boren van tunnels. Boren is dus niet slechts een kwestie van meters afleggen in de grond. Boren helpt ook de techniek vooruit.
Veiligheid
Veiligheid staat voorop bij de Betuweroute, zowel in het onderwerp van spoor en tunnels als tijdens de aanleg ervan. Dat zien we ook bij de tunnel Pannerdesch Kanaal. Doordat de boortunnel 2 afzonderlijke buizen heeft, zijn frontale botsingen uitgesloten. Om ontsporing te voorkomen, heeft het spoor in de tunnelbuizen geen wissels en komen er betonnen randen aan weerzijden van de rails (geleiderails).
In de tunnel bevinden zich diverse communicatie-en detectiesystemen. De deteciessysteem waarschuwen direct bij brand en bij het vrijkomen van giftigen of explosiven stoffen. Mocht er brand in de tunnel onstaan, dan treden de sprinkler- en blusinstallatie automatisch in werking. Om de brand te blussen, maar ook om de betonnen tunnelwand te koelen, zodat deze niet beschadigd raakt door de hitte.
Beide tunnelbuizen zijn na iedere 600 meter met elkaar verbonden door dwarsverbindingen. Bij eventuele calamiteiten kan de machinist van de ene naar de andere tunnelbuis komen. De hulpdiensten krijgen via deze verbindingen toegang to de tunnelbuizen.
Waterkerende schuiven
De tunnel kruist de dijken aan weerzijden van het Pannerdesch Kanaal. De kans op een dijkdoorbraak is klein. mocht dit toch gebeuren, dan zou de polder aan de andere kant van de dijk via een tunnel kunnen overstromen. Omdat te voorkomen, krijgt de tunnel Pannerdensch Kanaal aan beide zijde twee waterschuiven. De ze waterschuiven "hangen" in het dienstgebouw aan de uiteinden van de boortunnel. In geval van nood sluiten de waterschuiven de tunnel automatisch hermetisch af.
Planning
Ontwerp en voorbereiding:1995-2000
Bouw toerit west: 2000-2002
Bouw toerit oost: 2000-2002
Bouw dam in Kandiaput: 2001-2002
Boren eerste tunnelbuis: najaar 2001-voorjaar 2002
Demontage, transport en wederopbouw tunnelboormachine: voorjaar 2002
boren tweede tunnelbuis: zomer 2002 winter 2002
Afbouw geboorde tunnelbuizen: 2003
Aanleg sporen tunneltechnisch instalaties: 2003-2004
Testen en in gebruik name: 2005-2006