‘Hij ziet mij als bezit en denkt dat hij kan doen wat hij wil.’ Afhankelijk verblijf en partnergeweld (original) (raw)
Tijdschrift voor Genderstudies
Marriage migrant women are vulnerable to forms of partner violence, particularly in the first five years after migration to the Netherlands because of their dependence on their partner for residence rights. This article, based on qualitative research amongst Moroccan marriage migrant women in the Netherlands and women who have been left behind in Morocco, examines their position and analyses how legal regulations and residence dependency on the one hand, and the integration process on the other hand, play a role in cases of intimate partner violence. This qualitative research cannot offer figures about intimate partner violence and is not representative for couples with migrant origin in general, nor for migrants from Moroccan origin. The aim is to examine the relation between dependence residence rights and intimate partner violence.
Related papers
Op de grens: dading en misbruik van omstandigheden
Rechtspraak Antwerpen Brussel Gent, 2012
LARCIER begroot op 5.000 EUR. Het feit dat een (andere) koper moet worden gezocht, is geen element van schade." 6. Cruciaal element in de beoordeling van de schade lijkt mij volgende passage: "[Eiseres] kan niet terugvallen op enig forfaitair schadebeding, nu er per definitie geen overeenkomst gesloten werd tussen de partijen en in elk geval niet omtrent enige forfaitaire schadevergoeding ten voordele van de [eiseres]." 7. Daarmee is ook meteen de boodschap gegeven. Het blijft verstandig om in onderhandelingen de eigen positie vooraf goed af te lijnen, bijvoorbeeld door afspraken te maken over de vergoeding van bepaalde kosten/schade in geval van het voortijdig afspringen van de onderhandelingen.
2008
Life-course changes in income: The role of partnership-and parenthood transitions examined with tax data Our article addresses the effects of life-course changes on economic well-being in the Netherlands. We analyze (a) relationship transitions (entering cohabitation, divorce, widowhood) and (b) parenthood transitions (birth of children and children leaving home). We use prospective panel data stemming from the Income Panel Study (IPO) of Statistics Netherlands (CBS). The IPO contains information from tax records for a sample of 90,000 persons during the period 1989-2000. Using fixed-effects regression models, we find support for the existence of a positive partner effect and a negative parenthood effect. For women, the partner effect is somewhat greater than the parenthood effect, while for men both effects are equally strong. The partner effects are present for both starting to live together, and for losing one's partner. However, the negative effect of partner loss is weaker than the positive effect of partner gain. Moreover, the negative effect of partner loss is found only for women and for divorce, not for widowhood. Changes in household costs play a more important role in changes in economic well-being than changes in income. Men's personal income hardly changes after lifecourse transitions and changes in women's personal income after becoming a parent play a less important role than changes in household costs.
PROCES, 2021
is universitair hoofddocent UCall/WPI bij Utrecht Centre for Accountability & Liability Law (UCALL). Dr. Lydia Dalhuisen is universitair docent UCall/WPI, Universiteit Utrecht. 1 Art. 246 Sr-nieuw dient ter vervanging van art. 245, 247, 248a, 248f, 249 lid 1, 250 lid 1 onder 1 en 2 Sr. De bepaling, met de kwalificatie 'seksuele interactie met 12-16 jaar', luidt voor zover relevant als volgt: 'Lid 1-Hij die, anders dan in het kader van een gelijkwaardige situatie tussen leeftijdsgenoten, met een persoon die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet de leeftijd van zestien jaren heeft bereikt seksuele handelingen verricht of voornoemde persoon seksuele handelingen laat verrichten met hem, met zichzelf of met een derde dan wel voornoemde persoon seksuele handelingen laat ondergaan door een derde wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Lid 2-Indien de in het eerste lid bedoelde handelingen bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam wordt gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie opgelegd.'
2010
Dit rapport bevat de bevindingen van een onderzoek onder (voormalige) alleenstaande minderjarige vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven. Het doel van dit rapport is te voorzien in wetenschappelijke kennis over de leefomstandigheden van deze (voormalige) amv's. Een rapport als dit staat en valt met de bereidheid van de jongeren om inzage in hun wereld te bieden. Onze dank gaat dan ook bovenal uit naar de jongeren in Nederland en in Sierra Leone die ons te woord hebben willen staan en die ons op verschillende manieren behulpzaam zijn geweest bij het onderzoek. We hebben veel jongeren kunnen spreken dankzij de bemiddeling van allerlei instellingen en particuliere organisaties die zich op enigerlei wijze inzetten voor jongeren zonder verblijfsdocumenten. Gezien het aantal instellingen en organisaties die voor het onderzoek benaderd zijn, is het onmogelijk om ze hier allemaal bij naam te noemen. We willen een uitzondering maken voor Samah, een inmiddels opgeheven landelijke belangenorganisatie voor jonge asielzoekers. Zij hebben het ons mogelijk gemaakt ook onderzoek te verrichten onder teruggekeerde jongeren in Freetown, Sierra Leone. We willen hen en alle andere organisaties bedanken. Dit onderzoek is onder begeleiding van en in samenwerking met de auteurs uitgevoerd door onderzoeksassistenten vanuit de opleiding Criminologie van de EUR en de VU. Onze dank gaat dan ook uit naar
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.