Joannes Tollius (Amersfoort ca. 1550-Amersfoort? 1628/29) : een kei van een componist (original) (raw)
Related papers
Th.A.H. de Nijs, E. Beukers, Geschiedenis van Holland, II, 1572 tot 1795
BMGN - Low Countries Historical Review, 2004
Deze geschiedenis van Holland behoort tot een lastig genre. Lastig voor redactie en auteurs, en lastig ook voor een bespreker. Wat immers is de bedoeling van een dergelijk boek, en in verband daarmee, volgens welke maatstaven moet het beoordeeld worden? De veertien bijdragen zijn geschreven door vijftien wetenschappers die hun sporen verdiend hebben. Maar de hele opzet van het werk maakt duidelijk dat hun beoogd publiek eerder tot de categorie 'algemeen ontwikkeld', dan tot dat van de collega-historici gerekend moet worden. Het boek ambieert klaarblijkelijk om wetenschappelijke kennis samen te vatten en aan een niet-wetenschappelijk publiek over te dragen. Daarbij mogen dan criteria als 'betrouwbaarheid', 'volledigheid' en 'toegankelijkheid' worden gehanteerd. Wat dat betreft hebben de lezers van dit boek niets te klagen. In een prettig leesbare stijl worden door ter zake deskundige auteurs de belangrijkste feiten en ontwikkelingen voorgesteld. Luuc Kooijmans en Carly Misset zetten in het eerste hoofdstuk de politieke ontwikkelingen op een rijtje, Taeke Stol bericht over de waterstaatkundige verwikkelingen, terwijl Jan Bieleman (landbouw) en Milja van Tielhof (handel en nijverheid) de economie voor hun rekening nemen. Drie hoofdstukken van Jan Lucassen (bevolking), Paul Knevel (maatschappelijke groepen) en Jo Spaans (sociale zorg) behandelen de sociale aspecten, waarna Paul Abels de kerkelijke geschiedenis uit de doeken doet. Willem Otterspeer bijt met een hoofdstuk over de wetenschap het spits af in het culturele gedeelte, gevolgd door Eddy Grootes (literatuur), Eric Jan Sluijter (schilderkunst), Louis Peter Grijp (muziek) en Freek Schmidt (bouwkunst). Het boek eindigt met een slotbeschouwing van Willem Frijhoff. Wie met de materie vertrouwd is wordt zo nu en dan verrast-Lucassen verstrekt nieuwe ramingen over aantallen stedelingen omstreeks 1680 en 1750, Jo Spaans komt met enkele mij onbekende gegevens over provinciale wetgeving inzake de armenzorg, Sluijter geeft een nieuwe synthese van het werk over de canonvorming rond de 'Hollandse school'-maar men zal hier toch vooral een competente samenvatting van de resultaten van recent onderzoek aantreffen. Daar is niets mis mee, want dat was precies de bedoeling en wanneer het beoogde bredere publiek in groten getale op deze manier daarover geïnformeerd wordt, is het belangrijkste doel van dit boek bereikt. De toegankelijkheid wordt niet weinig vergroot door een ruimhartig illustratiebeleid, met geregeld verrassende afbeeldingen die goed aansluiten bij de tekst. Wat dat betreft verdienen ook vormgever en uitgever een compliment. So far so good. Men zou wellicht ook enkele additionele eisen aan een boek als dit mogen stellen: 'verantwoording', 'evenwichtigheid', 'historiciteit' en 'samenhang'. Om met het eerste te beginnen, daar is de redactionele politiek niet helemaal helder. Sommige hoofdstukken zijn uitvoerig geannoteerd, andere uitsluitend bij de citaten, het eerste zelfs daar niet. Bij alle hoofdstukken is een beredeneerde literatuuropgave, en die heeft soms het karakter van verantwoording, maar lijkt in andere gevallen slechts bedoeld als leeswijzer. Ook met de 'evenwichtigheid' is iets merkwaardigs aan de hand. Niet minder dan vijf van de veertien hoofdstukken zijn gewijd aan wetenschap en cultuur. Daarbij steekt een enkel hoofdstuk over de politiek wel mager af, te meer daar er bij voorbeeld heel weinig te vinden is over de werking van de openbare instellingen. De justitie, om een ander thema te noemen, dat bovendien niet van actualiteit is ontbloot, komt in het hele boek niet voor. En waarom wel het muziekleven behandeld, waarvan Grijp zelf zegt dat het eigenlijk niet erg bijzonder was, en niet de marine die Hollands naam en faam op de zeven zeeën uitdroeg? Maar de belangrijkste problemen zitten toch bij de laatste twee criteria. Door de thematische behandeling van ruim twee eeuwen
P.R. Priester, Geschiedenis van de Zeeuwse landbouw circa 1600-1910
Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 1999
Recensies worden. Aan die voorwaarde kan het Wilhelmus niet voldoen. En als het zo gesteld is, heeft Grijp gelijk: dan kunnen wij de woorden beter missen. De tekst blijft zoals altijd het zwakke punt van ons volkslied. A. Th. van Deursen
1989
Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Goudriaan, K. (1989). Over classicisme: Dionysius van Halicarnassus en zijn program van welsprekendheid, cultuur en politiek. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Promotoren: prof. dr. D.M. Schenkeveld prof. dr. P.W. de Neeve Referent: prof. dr. A.B. Breebaart vii INHOUDSOPGAVE Woord vooraf (xv) Lijst van afkortingen van Dionysius' werken (xix) INLEIDING (1) Schaarse biografische gegevens-(4) receptie van de rhetorische geschriften-(7) ten onrechte aan Dionysius toegeschreven werken-(8) Aelius Dionysius van Hal. en Dionysius van Hal. de Musicus-(10) receptie van het historiografisch werk-(11) Sitz im Leben-(12) Dionysius' belezenheid-(14) dynamische denktrant en afzijdigheid van de teehnografie-(18) aard van Dionysius* litteraire kritiek-(20) werkwijze-(21) chronologie van Dionysius* werken DEEL 1: WOORDKUNST EN MAATSCHAPPIJ (29) Invloed van de rhetorica in het openbare leven-(30) werkzaamheid van de organen van de polis-(30) Hand. der Ap. 19,23-40-(32) volksvergaderingen-(34) rechtbanken-(34) de Raad-(35) constitutionele veranderingen-(36) deelname van de massa-(38) verondersteld verval van de welsprekendheid in de hellenistische periode-(39) de scholê, de declamatio-(46) het theater-(47) scholê en theater subversief?-(49) de sofisten-(49) betekenis van de term "sofist"-(52) de sofisten bij Philodemus-(56) onderbreking en wederopbloei van de rhetorica-(64) besluit DEEL 2: DIONYSIUS OVER WOORDKUNST (69) 2.1 Dionysius' genre (69) Dionysius* genre is de politikos logos 2.1.1 De politikos logos (71) Betekenis van de term politikos logos-(72) herkomst-(72) pseudo-Hippodamos: filosofische achtergrond?-(73) Philodemus-(73) Rhetorica ad. Uexandrum-(74) Hieronymus van Rhodos-(75) discontinuïteit?-(75) ds-i'; pi bij Isokrates 2.12Agönm-' • 's (77) Politieke (atonale) en niet-politieke welsprekendheid-(78) Dionysius vooral ge< eres?eerd in politieke rhetorica-(79) realiteitsgehalte van Dionysiur' ^r>m-(80) communicatiesituaties-(82) het theater; Comp. 11,6-141 VidoorPlato 2.1.3 Dionysius* :!-3el over Isokrates (85) Isokrates tu C raosthenes-(85) Dionysius ambivalent tegenover Isokrates-(86) s;-1 "" LI-ri. spreken-(88) epideiktiek-(89) voor Dionysius is het werkelijkj ^..Jii.&e debat de norm-(89) geen waardering voor "litteratuur"-(;. v iicii.-(92) Dionysius* voorkeur voor het politieke debat geen e .iscfc.r ; ;.pg-(94) hypokrisis-(95) samenvatting viii 2.1.4 Dionysius en het "Aristotelisch paradigma" (97) Recapitulatie-(97) knelpunten in de door Dionysius gehanteerde ars rhetorica-(97) Aristoteles* Rhetorica; de drie genres-(99) dubbelzinnigheid van het epideiktisch genre-(102) combinatie van het derde genre en de schrijfstijl; hypokrisis-(103) toenemend belang van de lektikos topos-(104) Theophrastus en het debat over de beste lexis-(105) tussenbalans-(107) andere ontwikkelingen in de ars rhetorica tot Dionysius* tijd-(107) Philodemus scheidt sofistische rhetorica en politiek; zijn opvatting het meest modern-(111) actualiteit van Philodemus' pc^.xnekeit-(112) doorbraak bij Quintilianus-(114) samenvatting 2.1.5 De Demosthene 15 (116) Gemengde stijl voor gemengd publiek-(117) opbouw van Dem. I-(118) teleologische gedachtengang; de betekenis van Demosthenes-(120) ^hiive-u en hoedanigheid van het publiek-(121) samenhang 1 ?ssc Dem. I en De Oratoribus Antiquis boek I-(123) politieke betekt v T an Dionysius' rhetorische opvattingen-(125) politiek en rhetorica convergeren bij hem-(127) samenvatting van hoofdstuk 2.1 2.2 De élite en de massa (129) Dionysius' publiek-(129) tweedeling: élite en massa-(132) de polis-(133) paideia: kenmerk van de élite-(133) Dionysius' opvatting (enkyklios) paideia-(136) Dionysius stileert naar klassieke voorbeelden-(139) opinie over de massa en haar oordeelsvermogen-(141) élite en massa op elkaar aangewezen 2.3 Het oordeel van het publiek: de twee kritêria (142) Thuc. 27-(143) de leer van de twee kritêria: de overige passages-(150) samenvatting-(151) bij Dionysius geen irrationalisme-(152) evenmin rationalisme-(153) Dionysius niet beïnvloed door de kritikoi 2.3.1 Dionysius: ontwikkeling en vernieuwing (155) Breuk in Dionysius' ontwikkeling?-(156) de doctrine van De Compositione Verborum: het kalon en het hêdy en de drie woordschikkingsstijlen-(160) de structuur van Comp.; is Comp, een technêl-(166) elementen uit Comp, ook in vroegere werken-(170) late formulering van de leer van kalon en hêdy, maar geen breuk 2.3.2 Het kalon en het hêdy (173) Recapitulatie en vooruitblik-(174) stijlkwaliteiten: drie of twee hoofdgroepen?-(177) Meerwaldts tweedeling-(178) de pathê en het kalon-(179)-vooruitblik op de analyse van het kalon en het hêdy 2.3.2.1 (180) Klankkwaliteiten en-effecten geassocieerd met het hêdy-(181) evenzo m.b.t het kalon-(183) charis en pinos-(184) kinetische en haptische terminologie-(184) publiekseffecten van het kalon en van het hêdy-(188) betovering en bedwelming-(188) theatraliteit-(190) ethos en pathos; ambivalentie van de hêdonê-(191) apatê-(192) recapitulatie ix 2.3.2.2 (193) Kallos-(194) de "schone woorden"; Theophrastus en Dionysius-(ir:} de "schone woorden" en de leer van de synthesis-(199) fragmenten g van het stijlideaal van Aristoteles en Theophrastus-(200) D.C. Innes 2.3.2.3 (201) Inhoudelijke aspecten van het kalon en het hêcty-(201) het "schone" prevaleert-(203) het kalon is de norm-(203) overgang vr stilistische in ethische kwaliteiten-(205) kale hypothesis-(206) het ethisch-polideke waardenpatroon-(207) de vier kardinale deugden-(208) Helleens caeket-(210) de fundering van de norm in de publieke opinie-(213) ::<:: in instanties daarbuiten: de voorouders eh de "klassieke" litteratuur-• ("15} recapitulatie van de leer van kalon en hêdy 2.3.2.4: besluit (215) 2.4 Mimesis (218) Definities van mimesis en zêlos-(218) methode van onderzoek 2.4.1 Mimesis en zêlos (220) Wilamowitz' opvatting van mimesis-(220) mimesis en zêlos in combinatie-(221) stijl als object van mimesis-(223) overgang naar het ethische-(226) mimesis en taaltheorie-(227) Plato, Staat 396ab-(229) tussenbalans-(230) De Dinarcho-(233) de interpretatie van M.Untersteiner-(236) twee soorten mimesis; "natuurlijk" tegenover "technisch"-(239) het arehetypon-(240) Imit. B VLI: de gelijkenissen van de lelijke boer en van Zeuxis-(242) de echtheid van dit hoofdstuk-(244) Platonische trekken 2.4.2 Taal en werkelijkheid; stijl en inhoud (246) Relatie taalklanken en buitentalige werkelijkheid-(246) impressie en expressie-(248) geen scherpe grens tussen stijl en inhoud-(249) het prepon 2.5 Samenvatting: beoordeling en nabootsing (251) Di£L3: GESCHIEDSCHRIJVING (263) 3.1 Historiografische theorie (263) Inleiding 3.1.1 Geschiedschrijving en redenaarskunst (264) Historiën en politikoi logoi-(265) Thucydides' stijl-(267) de stijl van historiografie: debat-(268) Dionysius' opinie-(270) het publiek van de ;: fxhiedschrijver: de velen en de politieke élite-(272) vergelijking met Strabo-(274) redevoeringen en verhalende gedeelten 3.1.2 Het nut van de geschiedenis (274) Nut en genoegen; discussie met Verdin-(277) nut ook in ethische zin X 3.1.3 Hogepriesteres van de waarheid (279) Vraagstelling-(279) research-(281) tekraêria en martyriai-(282) akribeia-(283) enargeia-(284) "tragische geschiedschrijving"?-(286) waarheid in nuances-(287) ethos en diathesis-(288) kolakeia en phthonos-(290) samenvatting 3.1.4 Veelvormigheid (291) To pofymorphon en metabolê; de opvatting van Gozzoli-(291) kanttekeningen bij Gozzoli-(294) historiografische genres-(296) de archaiologia 3.2 Dionysius en Rome (299) Recapitulatie-(300) Dionysius* politiek program-(300) status quaestionis-(305) Emilio Gabba-(307) het Prin.paa: ... (309) Grieken en Romeinen-(310) de geschiedenis als anticlimax-(312) acculturatie-(314) ethnische vermenging-(314) afstamming en beschaving-(317) polyanthröpia-(319) Rome als polis-(320) het Imperium als hegemonie van de polis Rome-(321) AR 111,2-31: het geval Alba Longa-(324) het voorbeeld van de Atheense hegemonie-(326) Rome als voorbeeld-/^//.?-(328) evaluatie 3.3 Samenvatting (330) DEEL 4: STAAT EN OPVOEDING (337) Inleiding 4.1 De Constitutie van Romulus (339) 4.1.1 De pamflettheorie (339) Status quaestionis; Taeger-(339) Pohlenz-(341) kritiek-(342) Von Premerstein en Koraemann-(343) Gabba-(345) Ferrara-(346) Balsdon-(347) pamflettheorie moet worden verworpen-(348) patroon van contradicties-(349) contradicties tussen CvR en AR-(355) tegenstrijdigheden buiten de CvR-(356) tegenstrijdigheden binnen de CvR-(357) Dionysius* coherentie-(354) conclusie 4.1.2 Het schema van de politeia (360) Inleiding-(361) de topoi-(362) de Constitutie van Romulus-(364) Plato, WeUen IV,715e-XH,969b-(366) Isokrates, Areopagiticus 11-56-(368) Aristoteles, Politica VEE en Vul-(369) De wetgeving van Servius TuUius (AR IV,13,l-25,2)-(370) besluit 4.2 Ethica en rhetorica in de Constitutie van Romulus (371) Prooemium-(373) tweede prooemium-(374) AR 11,28: dwang en inzicht-(375) wetten en gebruiken-(375) hiërarchie-(376) de deugden-(376) to kalon-(377) plaats van de rhetorica-(379) invloed van Plato en Aristoteles 4.3 De goden en hun cultus (381) Inleiding-(381) analyse van AR n,18,2b-23 xi 4.3.1 Dionysius* theologie (384) Ethisch-pedagogisch gezichtspunt overheersend-(385) de theologia tripertita-(388) betekenis van Plato in dit verband-(389) het schema van de theologia tripertita niet bij Dionysius-(390) Varro...