Twee jaar ervaring met Klimaatslim Bos- en Natuurbeheer in Nederland : twee jaar ervaring met Klimaatslim Bos- en Natuurbeheer in Nederland : Resultaten van de klimaatenveloppen Bos, Natuur en Hout 2018 en 2019 (original) (raw)

ECOPLAN-SE: Ruimtelijke analyse van ecosysteemdiensten in Vlaanderen, een Q-GIS plugin

2017

ECOPLAN-SE is een ruimtelijk expliciete tool (QGIS) voor het beoordelen van de impact van landgebruikveranderingen op de levering van ecosysteemdiensten. De ontwikkeling van deze tool kadert in het het SBO-project "ECOPLAN" (Planning for Ecosystem Services). ECOPLAN ontwikkelt ruimtelijk expliciete informatie en instrumenten voor de beoordeling van ecosysteemdiensten. Het ontwerpt instrumenten voor de evaluatie van functionele ecosystemen als een kostenefficiënte strategie om de landgebruiksefficiëntie en milieukwaliteit te verbeteren. Het ontwikkelt open source eindproducten voor het identificeren, kwantificeren, waarderen, valideren en monitoren van ecosysteemdiensten. Deze producten kunnen door administraties en consultants worden ingezet in projectontwikkeling, kosten-baten analyses, milieueffecten rapportering, etc.

De internationale status van natuurgebieden in Vlaanderen

1999

De verschillende internationale beschermingsstatuten Vijf internationale wetgevende initiatieven hebben gevolgen voor het Vlaamse gebiedsgerichte natuurbeleid. Het gaat om twee Europese richtlijnen-de "Vogelrichtlijn" en de "Habitatrichtlijn"-, de Conventie van Ramsar, de Conventie van Bern en de Benelux-overeenkomst op het gebied van natuurbehoud en landschapsbescherming. De Europese richtlijnen en de Ramsar-Conventie hebben in de praktijk het zwaarste gewicht. Tabel 16.1 geeft per provincie de oppervlakte met een internationaal beschermingsstatuut. Voor een algemene bespreking van de Vogel-en Habitatrichtlijn en de betekenis voor het natuurbehoud in Vlaanderen en Nederland kan ook nog worden verwezen naar een themanummer van de Levende Natuur (1998, jg. 99, nr. 6) met o.a. een interessante introductie door OSIECK (1998a).

Bosreservaat Kersselaerspleyn: basisrapport: algemene situering, standplaatsbeschrijving, historische kadering en overzicht: wetenschappelijk onderzoek

2002

Habitats 4030 Droge heide (alle subtypen) 9110 Beukenbossen van het type Luzulo-Fagetum (zeer beperkt) 9120 Beukenbossen met Ilex-en Taxus-soorten, rijk aan epifyten (Ilici-Fagetum) 9130 Beukenbossen van het type Asperulo-Fagetum 9160 Eikenbossen van het type Stellario-Carpinetum 91E0 Relictbossen op alluviale grond (Alnion-glutinoso-incanae) Soorten Barbastella barbastellus Dwarsoor of Mopsvleermuis Myotis bechsteini Langoor of Bechsteins vleermuis Myotis emarginatus Ingekorven vleermuis Myotis myotis Vale vleermuis Triturus cristatus Kamsalamander Lucanus cervus Vliegend hert In het bosreservaat worden de habitattypen 9120, 9160 (beperkt) en 91E0 (beperkt) aangetroffen. Aangaande de aanwezigheid van de opgesomde soorten in het bosreservaat zijn ons geen gegevens bekend. Het voorkomen van Kamsalamander lijkt eerder onwaarschijnlijk. Het Vliegend hert is tot dusver enkel bekend van een woonwijk in Bosvoorde. Vale vleermuis overwintert vlakbij de vijvers van Groenendaal (Chateau de Groenendaal). De overige vleermuissoorten zijn jagend boven het Zoniënwoud waargenomen. De aanwezigheid van broed-of overwinteringsplaatsen is niet bekend. 132 6 Bijlagen 6.1 Floraverschuivingen in het uurhok E4-56 (bron: Florabank*) soorten enkel waargenomen na 1972 soorten niet meer waargenomen na 1972 Acer campestre L. Achillea ptarmica L. Acinos arvensis (Lam.) Dandy Agrimonia eupatoria L. Agrostis gigantea Roth Aira caryophyllea L. Allium ursinum L. Alisma plantago-aquatica L. Alnus incana (L.

Berekening van effecten van milieu op natuur ten behoeve van de 5e Nationale Milieuverkenning

One of the sections in the fifth national environmental outlook deals with the influence of environmental quality on the ecological quality of nature in the Netherlands. This report documents the methods and calculations used and choices and assumptions made in exploring this influence on nature. Quantifying the influence was done by means of an 'environmental stress' indicator Environmental stress is defined as the decrease in possible occurrence of species due to environmental factors compared to a reference situation (1950). Besides the quantification, the relative importance of the environmental stress to the deterioration of ecosystems was calculated to indicate the most effective measures to improve nature quality. For several groups of species and environmental pressures the environmental stress was calculated with (multi-stress) models. In cases where models were not available (for some of the species groups and environmental pressures) expert judgement was used to d...