Emmanuel Gerard & Gerd-Rainer Horn, Left Catholicism 1943/1955 (original) (raw)
2005
In the 1950'sand 1960's, the Roman Catholic priest Han Fortmann (1912-1970) was the first to teach such not uncontroversial topics as the psychology and anthropology of religion at the Catholic University, at Nijmegen. However, through his newspaper articles and his radio broadcasts, his influence reached far beyond Academia. Articulating his own views and doubts on contemporary (Dutch) Catholicism, he became a popular figure, an icon almost of critical Catholicism. As this essay shows, both in his major study, Als Ziende de Onzienlijke (1964-1968) and in subsequent publications, he felt increasingly disenchanted with the cultural and moral-religious vitality of the western world. Consequently, he stressed the need for an exploration of and a dialogue with eastern religions, mainly Hinduism and Buddhism, to regenerate the life and culture of western man, to show him the way from the 'I' to the 'not-I'. His own research seems to have led him to accept that man...
2011
dat het christelijk geloof zich zo snel in het Romeinse Rijk heeft kunnen verspreiden als gevolg van het bestaan van een overkoepelende rechtsorde en de invloed van de Griekse cultuur. 16 Aurelius Augustinus, 354-430, was bisschop van de stad Hippo-Hippo Regius bij de Romeinen, het tegenwoordige Annaba in Noord-Afrikaen de belangrijkste kerkelijke auteur van het vroege christendom. Als geen ander heeft hij de beschaving en wetenschap van de kerkelijke Oudheid aan de middeleeuwen doorgegeven. Hij is ook een van de ons best bekende personen uit de oude christelijke Kerk, als gevolg van de autobiografie-Confessiones [Bekentenissen]die hij ons naliet. Voor een levensbeschrijving zie F. van der Meer, Augustinus de zielzorger. Een studie over de praktijk van een kerkvader, Kok, Kampen, 2008 4. Voor een studie over het intolerante gedrag van christenen jegens "ongelovigen" ten tijde van Augustinus in Noord-Afrika zie H. Chadwick, "Augustine on pagans and Christians: reflections on religious and social change" in D. Beales & G. Best, History, Society and the Churches.
Voortzetting van een traditie. Kerkeraadsacta gereformeerd Leiden januari-april 1650
1996
Kerkenraadsacta gereformeerd Leiden januari-april 1650 ' 7januari 1650 Proponent Is wederom verschenen Amonius Plancius, versoeckende als vooren attestatie om praeparatorie geëxamineert te worden in desen classe, hetwelcke hem voor dit mael, om reden die hem alleen in generale sijn voorgedragen, is ontraden ende 2 in bedencken gegeven, offhet hemselve aengeraeden zijn sal. Verkiezing Sal op morgen te 3 uren vergadringe geleijt werden om de nieuwe verkoren ouderlingen ende diaconen aen te dienen, dat niets tegen haere personen is voorgekomen. 8januari 1650 Verkiezing Is vergaderinge geleijt ende zijn ontboden den nieuwe verkoren ouderlingen ende diaconen, welcken aengedient is dat zij L. der gemeente nae order voorgestelt zijnde, niet tot haeren naedeel was voorgecomen, ende dat men oversulcx op morgen met haere bevestinge sal voortvaeren. Quod factum.
Handelingen der maatschappij voor geschiedenis en oudheidkunde te Gent, 1993
Fascinating research by Daniël Lievois on the house in Gent once owned by Willem Obrecht, father of the composer Jacob, and owned by the latter as of 1482. The structure survived intact into the twentieth century. How I would have loved to spend some time in that space, as if to pick up emotions and conversations still somehow imprinted in these walls, and to imagine a visit to the Obrecht family in the 1470s or 1480s. But sadly the building was struck down not long after the second world war. What remains is pictures (shown in the article), and evidence as to the building's history before and after Willem and Jacob Obrecht owned it. My own job in the article was to convey Obrecht's historical significance to a Flemish-speaking audience interested in the history of Ghent.
RePEc: Research Papers in Economics, 1998
Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Th.A.H. de Nijs, E. Beukers, Geschiedenis van Holland, II, 1572 tot 1795
BMGN - Low Countries Historical Review, 2004
Deze geschiedenis van Holland behoort tot een lastig genre. Lastig voor redactie en auteurs, en lastig ook voor een bespreker. Wat immers is de bedoeling van een dergelijk boek, en in verband daarmee, volgens welke maatstaven moet het beoordeeld worden? De veertien bijdragen zijn geschreven door vijftien wetenschappers die hun sporen verdiend hebben. Maar de hele opzet van het werk maakt duidelijk dat hun beoogd publiek eerder tot de categorie 'algemeen ontwikkeld', dan tot dat van de collega-historici gerekend moet worden. Het boek ambieert klaarblijkelijk om wetenschappelijke kennis samen te vatten en aan een niet-wetenschappelijk publiek over te dragen. Daarbij mogen dan criteria als 'betrouwbaarheid', 'volledigheid' en 'toegankelijkheid' worden gehanteerd. Wat dat betreft hebben de lezers van dit boek niets te klagen. In een prettig leesbare stijl worden door ter zake deskundige auteurs de belangrijkste feiten en ontwikkelingen voorgesteld. Luuc Kooijmans en Carly Misset zetten in het eerste hoofdstuk de politieke ontwikkelingen op een rijtje, Taeke Stol bericht over de waterstaatkundige verwikkelingen, terwijl Jan Bieleman (landbouw) en Milja van Tielhof (handel en nijverheid) de economie voor hun rekening nemen. Drie hoofdstukken van Jan Lucassen (bevolking), Paul Knevel (maatschappelijke groepen) en Jo Spaans (sociale zorg) behandelen de sociale aspecten, waarna Paul Abels de kerkelijke geschiedenis uit de doeken doet. Willem Otterspeer bijt met een hoofdstuk over de wetenschap het spits af in het culturele gedeelte, gevolgd door Eddy Grootes (literatuur), Eric Jan Sluijter (schilderkunst), Louis Peter Grijp (muziek) en Freek Schmidt (bouwkunst). Het boek eindigt met een slotbeschouwing van Willem Frijhoff. Wie met de materie vertrouwd is wordt zo nu en dan verrast-Lucassen verstrekt nieuwe ramingen over aantallen stedelingen omstreeks 1680 en 1750, Jo Spaans komt met enkele mij onbekende gegevens over provinciale wetgeving inzake de armenzorg, Sluijter geeft een nieuwe synthese van het werk over de canonvorming rond de 'Hollandse school'-maar men zal hier toch vooral een competente samenvatting van de resultaten van recent onderzoek aantreffen. Daar is niets mis mee, want dat was precies de bedoeling en wanneer het beoogde bredere publiek in groten getale op deze manier daarover geïnformeerd wordt, is het belangrijkste doel van dit boek bereikt. De toegankelijkheid wordt niet weinig vergroot door een ruimhartig illustratiebeleid, met geregeld verrassende afbeeldingen die goed aansluiten bij de tekst. Wat dat betreft verdienen ook vormgever en uitgever een compliment. So far so good. Men zou wellicht ook enkele additionele eisen aan een boek als dit mogen stellen: 'verantwoording', 'evenwichtigheid', 'historiciteit' en 'samenhang'. Om met het eerste te beginnen, daar is de redactionele politiek niet helemaal helder. Sommige hoofdstukken zijn uitvoerig geannoteerd, andere uitsluitend bij de citaten, het eerste zelfs daar niet. Bij alle hoofdstukken is een beredeneerde literatuuropgave, en die heeft soms het karakter van verantwoording, maar lijkt in andere gevallen slechts bedoeld als leeswijzer. Ook met de 'evenwichtigheid' is iets merkwaardigs aan de hand. Niet minder dan vijf van de veertien hoofdstukken zijn gewijd aan wetenschap en cultuur. Daarbij steekt een enkel hoofdstuk over de politiek wel mager af, te meer daar er bij voorbeeld heel weinig te vinden is over de werking van de openbare instellingen. De justitie, om een ander thema te noemen, dat bovendien niet van actualiteit is ontbloot, komt in het hele boek niet voor. En waarom wel het muziekleven behandeld, waarvan Grijp zelf zegt dat het eigenlijk niet erg bijzonder was, en niet de marine die Hollands naam en faam op de zeven zeeën uitdroeg? Maar de belangrijkste problemen zitten toch bij de laatste twee criteria. Door de thematische behandeling van ruim twee eeuwen