2 Herstel van de urotheelbarrière bij blaaspijnsyndroom (original) (raw)

Update van sacrale neuromodulatie voor functiestoornissen van de lage urinewegen

Tijdschrift voor Urologie, 2021

SamenvattingSacrale neuromodulatie (SNM) wordt sinds de jaren 90 van de vorige eeuw toegepast als behandeling voor therapieresistente overactieve blaas of niet-obstructieve urineretentie. In dit artikel wordt het neuromodulatiesysteem, de indicaties en het werkingsmechanisme toegelicht aan de hand van de huidige inzichten en recente publicaties. Tevens worden de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van operatietechniek, beleid rond de ingreep en het technisch aspect besproken.

Ovariële cysten bij de zeug: een multifactoriële aandoening met een weerslag op de vruchtbaarheid

Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2011

Ovariële cysten vormen een belangrijke oorzaak van verminderde vruchtbaarheid bij gelten en zeugen. Hoewel het ontstaansmechanisme nog niet volledig bekend is, wordt aangenomen dat folliculaire cysten ontstaan door het doorgroeien van rijpe follikels wanneer de LH-piek onvoldoende hoog is en ovulatie uitblijft. Luteale cysten ontstaan mogelijk door een voortijdige sluiting van de follikelwand na ovulatie. De ontwikkeling van ovariële cysten is multifactorieel en de gevoeligheid voor deze aandoening wordt deels genetisch bepaald. Bekende risicofactoren zijn stress, mycotoxinen en een langdurige en/of een ongepaste toediening van hormonale producten. Daarnaast spelen wellicht nog tal van onbekende factoren een rol. Ovariële cysten kunnen leiden tot anoestrus, oestrus met onregelmatige intervallen, gedragsveranderingen, verlaagde drachtigheidspercentages en een kleinere worpgrootte. Desalniettemin worden niet alle gevallen klinisch opgemerkt. De diagnose wordt gesteld via echografisch onderzoek. Een medicamenteuze behandeling is mogelijk (GnRH, hCG of PGF2α) maar de kans op een succesvolle dracht binnen 42 dagen na de behandeling blijft lager dan 50%. Meestal wordt beslist om de zeug af te voeren naar het slachthuis.

Voorwoord bij het themanummer functionele urologie: wat is nieuw in functionele urologie en urogynaecologie?

Tijdschrift voor Urologie, 2021

De laatste keer dat er een themanummer over functionele urologie in het Tijdschrift voor Urologie werd gepubliceerd was in 2014. Er is in die zeven jaar veel veranderd. Waar vroeger de meeste urologen van mening waren dat de functionele urologie er wel bij gedaan kon worden, is er tegenwoordig een duidelijke trend naar subspecialisatie. Hierbij is de verbinding met aanpalende disciplines, zoals de gynaecologie, essentieel voor een optimale behandeling. Volgens de richtlijnen heeft intermitterende katheterisatie de voorkeur boven een verblijfskatheter. Berendsen et al. presenteren de gegevens over blaaskatheterisatie van de Vektis-GIPdatabank van alle 17 miljoen verzekerde Nederlanders in de laatste 20 jaar. Voor het eerst worden het gebruik en de kosten van wegwerp-en verblijfskatheters inzichtelijk gemaakt. Centraal in de conservatieve behandeling van de overactieve blaas staat de medicamenteuze behandeling. Witte en Michel geven een compleet overzicht op het gebied van anticholinergica en β3-agonisten. Met name van de laatste groep komt binnenkort een aantal nieuwe medicamenten op de markt. Ook worden de toekomstige ontwikkelingen vanuit commercieel perspectief besproken. Sacrale neuromodulatie is zonder meer een van de belangrijkste derdelijns behandeltechnieken voor blaasfunctiestoornissen. Janssen en Smits beschrijven de huidige ontwikkelingen met betrekking tot optimaprof. dr. J. P. F. A. Heesakkers afdeling Urologie, MUMC+,