Osteoradionecrose: mogelijke oorzaak van fractuur van de cervicale wervelkolom (original) (raw)

Ovariële cysten bij de zeug: een multifactoriële aandoening met een weerslag op de vruchtbaarheid

Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2011

Ovariële cysten vormen een belangrijke oorzaak van verminderde vruchtbaarheid bij gelten en zeugen. Hoewel het ontstaansmechanisme nog niet volledig bekend is, wordt aangenomen dat folliculaire cysten ontstaan door het doorgroeien van rijpe follikels wanneer de LH-piek onvoldoende hoog is en ovulatie uitblijft. Luteale cysten ontstaan mogelijk door een voortijdige sluiting van de follikelwand na ovulatie. De ontwikkeling van ovariële cysten is multifactorieel en de gevoeligheid voor deze aandoening wordt deels genetisch bepaald. Bekende risicofactoren zijn stress, mycotoxinen en een langdurige en/of een ongepaste toediening van hormonale producten. Daarnaast spelen wellicht nog tal van onbekende factoren een rol. Ovariële cysten kunnen leiden tot anoestrus, oestrus met onregelmatige intervallen, gedragsveranderingen, verlaagde drachtigheidspercentages en een kleinere worpgrootte. Desalniettemin worden niet alle gevallen klinisch opgemerkt. De diagnose wordt gesteld via echografisch onderzoek. Een medicamenteuze behandeling is mogelijk (GnRH, hCG of PGF2α) maar de kans op een succesvolle dracht binnen 42 dagen na de behandeling blijft lager dan 50%. Meestal wordt beslist om de zeug af te voeren naar het slachthuis.

Update van sacrale neuromodulatie voor functiestoornissen van de lage urinewegen

Tijdschrift voor Urologie, 2021

SamenvattingSacrale neuromodulatie (SNM) wordt sinds de jaren 90 van de vorige eeuw toegepast als behandeling voor therapieresistente overactieve blaas of niet-obstructieve urineretentie. In dit artikel wordt het neuromodulatiesysteem, de indicaties en het werkingsmechanisme toegelicht aan de hand van de huidige inzichten en recente publicaties. Tevens worden de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van operatietechniek, beleid rond de ingreep en het technisch aspect besproken.

Cajal-Retziuscellen in de ontwikkeling van de cerebrale schors

Neuropraxis, 1999

De histoloog Santiago Ramo´n y Cajal (1852-1934) wordt beschouwd als de vader van de moderne neurowetenschappen. Aan de hand van gekleurde preparaten bestudeerde hij de structuren van het zenuwstelsel van diverse diersoorten. Hij beschreef onder meer de cellen die behoren tot de horizontale neuronen in de marginale zone (laag 1) van de cerebrale schors van jonge zoogdieren. Deze cellen werden ook waargenomen en beschreven door Gustaf Retzius (1842-1919). Daarom heten deze horizontale neuronen nu Cajal-Retziuscellen.

De gevolgen van traumatisch hersenletsel, een onderschat probleem in de huisartsenpraktijk?

Huisarts en Wetenschap, 2005

* Contusio cerebri: ernstig, middelzwaar én mild categorie 3 schedelhersenletsel. † EMV: Glasgow Coma Scale: eye, motor, verbal. ‡ Risicofactoren: hoogenergetisch trauma, focale uitval, verwardheid, vroeg insult (< 1 week), klinische tekenen van schedel-of impressiefractuur, persisterend braken, progressieve hoofdpijn en stollingsstoornissen.