Motorcortexstimulatie bij persisterende centrale pijn en aangezichtspijn (original) (raw)
Centrale pijn is pijn die veroorzaakt wordt door een laesie in de hersenen, hersenstam, medulla oblongata of in het myelum. Centrale pijn kan bestaan uit dysesthesieën, hyperpathie, allodynie en pijn van variabele aard, en is in veel gevallen therapieresistent en invaliderend. Elektrostimulatie van de motorische cortex via een operatief ingebrachte intracraniële, epidurale elektrode kan centrale pijn aan de contralaterale lichaamshelft verminderen. Dit wordt motorcortexstimulatie (MCS) genoemd. Het effect van MCS op centrale pijn berust hoogst waarschijnlijk op suppressie van thalame neuronale hyperactiviteit. Naast behandeling van centrale pijn kan MCS ook leiden tot pijnreductie bij patiënten met aangezichtspijn. Een overzicht van de recente studies naar de effectiviteit van MCS op centrale pijn laat zien dat bij globaal de helft van de patiënten met centrale pijn een goed effect wordt bereikt (>50% reductie van pijn op de VAS-score). Mogelijke bijwerkingen zijn epileptische insulten tijdens plaatsing van de elektrode en gedurende per-/postoperatieve proefstimulatie, bloeding in de operatiewond en het optreden van wondinfecties. Om te bepalen wat de haalbaarheid en klinische effectiviteit van MCS bij centrale pijn in Nederland is, worden patiënten momenteel in 2 neurochirurgische centra behandeld binnen een observationele studie. Indicaties voor MCS zijn centrale pijn of aangezichtspijn met de volgende kenmerken: ernstige pijn (VAS score >5), therapieresistentie, invaliderend karakter van de pijn, en lokalisatie in gelaat, thoraxwand of arm (in geval van centrale pijn). Ter illustratie van deze bijdrage wordt een patiënt uit deze observationele studie besproken. MCS lijkt een redelijke behandelingsoptie te zijn bij patiënten met ernstige, therapieresistente en invaliderende centrale of aangezichtspijn. De meeste studies hebben echter een korte follow-up en bevatten kleine aantallen patiënten. Vaak betreft het redelijk jonge patiënten waardoor het van belang is te onderzoeken wat de effecten en complicaties van MCS na 10 tot 20 jaar zijn. Om die reden én om meer duidelijkheid te krijgen over prognostische factoren en over de effectiviteit van MCS in grotere groepen patiënten lijkt het zinvol MCS-behandelingen vooralsnog alleen in trialverband te laten plaatsvinden.
Loading Preview
Sorry, preview is currently unavailable. You can download the paper by clicking the button above.