(2013) Een warm welkom voor blanke nieuwkomers? Nederlandse emigratie en Zuid-Afrikaanse natievorming (1902-1961) (original) (raw)

Jong en illegaal in Nederland : een beschrijvende studie naar de komst en het verblijf van onrechtmatig verblijvende (voormalige) alleenstaande minderjarige vreemdelingen en hun visie op de toekomst

2010

Dit rapport bevat de bevindingen van een onderzoek onder (voormalige) alleenstaande minderjarige vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verblijven. Het doel van dit rapport is te voorzien in wetenschappelijke kennis over de leefomstandigheden van deze (voormalige) amv's. Een rapport als dit staat en valt met de bereidheid van de jongeren om inzage in hun wereld te bieden. Onze dank gaat dan ook bovenal uit naar de jongeren in Nederland en in Sierra Leone die ons te woord hebben willen staan en die ons op verschillende manieren behulpzaam zijn geweest bij het onderzoek. We hebben veel jongeren kunnen spreken dankzij de bemiddeling van allerlei instellingen en particuliere organisaties die zich op enigerlei wijze inzetten voor jongeren zonder verblijfsdocumenten. Gezien het aantal instellingen en organisaties die voor het onderzoek benaderd zijn, is het onmogelijk om ze hier allemaal bij naam te noemen. We willen een uitzondering maken voor Samah, een inmiddels opgeheven landelijke belangenorganisatie voor jonge asielzoekers. Zij hebben het ons mogelijk gemaakt ook onderzoek te verrichten onder teruggekeerde jongeren in Freetown, Sierra Leone. We willen hen en alle andere organisaties bedanken. Dit onderzoek is onder begeleiding van en in samenwerking met de auteurs uitgevoerd door onderzoeksassistenten vanuit de opleiding Criminologie van de EUR en de VU. Onze dank gaat dan ook uit naar

Th.A.H. de Nijs, E. Beukers, Geschiedenis van Holland, II, 1572 tot 1795

BMGN - Low Countries Historical Review, 2004

Deze geschiedenis van Holland behoort tot een lastig genre. Lastig voor redactie en auteurs, en lastig ook voor een bespreker. Wat immers is de bedoeling van een dergelijk boek, en in verband daarmee, volgens welke maatstaven moet het beoordeeld worden? De veertien bijdragen zijn geschreven door vijftien wetenschappers die hun sporen verdiend hebben. Maar de hele opzet van het werk maakt duidelijk dat hun beoogd publiek eerder tot de categorie 'algemeen ontwikkeld', dan tot dat van de collega-historici gerekend moet worden. Het boek ambieert klaarblijkelijk om wetenschappelijke kennis samen te vatten en aan een niet-wetenschappelijk publiek over te dragen. Daarbij mogen dan criteria als 'betrouwbaarheid', 'volledigheid' en 'toegankelijkheid' worden gehanteerd. Wat dat betreft hebben de lezers van dit boek niets te klagen. In een prettig leesbare stijl worden door ter zake deskundige auteurs de belangrijkste feiten en ontwikkelingen voorgesteld. Luuc Kooijmans en Carly Misset zetten in het eerste hoofdstuk de politieke ontwikkelingen op een rijtje, Taeke Stol bericht over de waterstaatkundige verwikkelingen, terwijl Jan Bieleman (landbouw) en Milja van Tielhof (handel en nijverheid) de economie voor hun rekening nemen. Drie hoofdstukken van Jan Lucassen (bevolking), Paul Knevel (maatschappelijke groepen) en Jo Spaans (sociale zorg) behandelen de sociale aspecten, waarna Paul Abels de kerkelijke geschiedenis uit de doeken doet. Willem Otterspeer bijt met een hoofdstuk over de wetenschap het spits af in het culturele gedeelte, gevolgd door Eddy Grootes (literatuur), Eric Jan Sluijter (schilderkunst), Louis Peter Grijp (muziek) en Freek Schmidt (bouwkunst). Het boek eindigt met een slotbeschouwing van Willem Frijhoff. Wie met de materie vertrouwd is wordt zo nu en dan verrast-Lucassen verstrekt nieuwe ramingen over aantallen stedelingen omstreeks 1680 en 1750, Jo Spaans komt met enkele mij onbekende gegevens over provinciale wetgeving inzake de armenzorg, Sluijter geeft een nieuwe synthese van het werk over de canonvorming rond de 'Hollandse school'-maar men zal hier toch vooral een competente samenvatting van de resultaten van recent onderzoek aantreffen. Daar is niets mis mee, want dat was precies de bedoeling en wanneer het beoogde bredere publiek in groten getale op deze manier daarover geïnformeerd wordt, is het belangrijkste doel van dit boek bereikt. De toegankelijkheid wordt niet weinig vergroot door een ruimhartig illustratiebeleid, met geregeld verrassende afbeeldingen die goed aansluiten bij de tekst. Wat dat betreft verdienen ook vormgever en uitgever een compliment. So far so good. Men zou wellicht ook enkele additionele eisen aan een boek als dit mogen stellen: 'verantwoording', 'evenwichtigheid', 'historiciteit' en 'samenhang'. Om met het eerste te beginnen, daar is de redactionele politiek niet helemaal helder. Sommige hoofdstukken zijn uitvoerig geannoteerd, andere uitsluitend bij de citaten, het eerste zelfs daar niet. Bij alle hoofdstukken is een beredeneerde literatuuropgave, en die heeft soms het karakter van verantwoording, maar lijkt in andere gevallen slechts bedoeld als leeswijzer. Ook met de 'evenwichtigheid' is iets merkwaardigs aan de hand. Niet minder dan vijf van de veertien hoofdstukken zijn gewijd aan wetenschap en cultuur. Daarbij steekt een enkel hoofdstuk over de politiek wel mager af, te meer daar er bij voorbeeld heel weinig te vinden is over de werking van de openbare instellingen. De justitie, om een ander thema te noemen, dat bovendien niet van actualiteit is ontbloot, komt in het hele boek niet voor. En waarom wel het muziekleven behandeld, waarvan Grijp zelf zegt dat het eigenlijk niet erg bijzonder was, en niet de marine die Hollands naam en faam op de zeven zeeën uitdroeg? Maar de belangrijkste problemen zitten toch bij de laatste twee criteria. Door de thematische behandeling van ruim twee eeuwen

Verzwegen Afrika, een geamputeerde literatuur

Arabian Humanities, 1983

identiteit omwille van de mediamieke identifidie haar schrijversrol vereist, een navrante bevestiging van het grondbeginsel van de Amerikaanse belevingswereld zoals O.u es die zelf in haar fictie gestalte heeft jçejçevrn: ondanks dr »ch ij n verheer lij king van het lichaam in sport, disco, en seksualiteit leidt de Amerikaanse droom tot de ontkenning van echte lichamelijkheid en de vergankelijkheid van het vlees. Oates' mediamieke overtuiging "of being absolutely whatever she knows herself to be' is /.elf een kenmerkend bewijs dat zij, als vrouw, maar ook als stilist en auteur, een dochter is van de Amerikaanse droom.