'Betekenisverschuivingen in de kunst- en cultuurgeschiedenis. Guillaume Tell tussen creatie en receptie', in: R. Aerts, K. van Berkel en B. Hellemans ed., Alles is cultuur. Vensters op de moderne cultuurgeschiedenis (Hilversum: Verloren 2018) 73-93. (original) (raw)
Related papers
Het bereik van het verleden. Ontwikkelingen in de belangstelling voor cultureel erfgoed
+ Summary in english in the pdf + Nederlanders hebben weinig historische kennis en historisch besef. Tenminste, als je recente discussies over de Nederlandse identiteit mag geloven. Om het vermeende tij te keren werd de 'Canon van Nederland' ontwikkeld en zijn er plannen gemaakt voor het bouwen van een Nationaal Historisch Museum bij Arnhem. Maar hoe staat het eigenlijk met de belangstelling van Nederlanders voor het verleden? Hoe vaak bezoeken zij museale collecties, monumenten en historische stads- en dorpsgezichten en archeologische opgravingen? Maken zij ook gebruik van archiefbestanden? Hoe verhoudt zich deze belangstelling tot het gebruik van boeken, kranten, radio, televisie en internet voor het bevredigen van historische nieuwsgierigheid? En hoe actief zijn Nederlanders in hun vrije tijd als vrijwilliger in een museum, als lokaal historicus of als verzamelaar van objecten met historische waarde? In deze studie worden deze en andere vragen beantwoord op basis van enqu...
De Eeuwwenden (dl. 3): Renaissance 1600. Kunst en Literatuur
1990
Het is door de hele geschiedenis heen al een vraag of eeuwwenden, met bijbehorende crisisverschijnselen, echt bestaan, of dat we dergelijke verschijnselen alleen maar aangrijpen om structuur aan te brengen in een van zichzelf strikt lineair voortschrijdende tijd. Leven is immers alleen mogelijk als de zintuigen contrasten kunnen waarnemen; een te lang aanhoudende 'ééntonige' orgelklank wordt ondragelijk voor het oor
Th.A.H. de Nijs, E. Beukers, Geschiedenis van Holland, II, 1572 tot 1795
BMGN - Low Countries Historical Review, 2004
Deze geschiedenis van Holland behoort tot een lastig genre. Lastig voor redactie en auteurs, en lastig ook voor een bespreker. Wat immers is de bedoeling van een dergelijk boek, en in verband daarmee, volgens welke maatstaven moet het beoordeeld worden? De veertien bijdragen zijn geschreven door vijftien wetenschappers die hun sporen verdiend hebben. Maar de hele opzet van het werk maakt duidelijk dat hun beoogd publiek eerder tot de categorie 'algemeen ontwikkeld', dan tot dat van de collega-historici gerekend moet worden. Het boek ambieert klaarblijkelijk om wetenschappelijke kennis samen te vatten en aan een niet-wetenschappelijk publiek over te dragen. Daarbij mogen dan criteria als 'betrouwbaarheid', 'volledigheid' en 'toegankelijkheid' worden gehanteerd. Wat dat betreft hebben de lezers van dit boek niets te klagen. In een prettig leesbare stijl worden door ter zake deskundige auteurs de belangrijkste feiten en ontwikkelingen voorgesteld. Luuc Kooijmans en Carly Misset zetten in het eerste hoofdstuk de politieke ontwikkelingen op een rijtje, Taeke Stol bericht over de waterstaatkundige verwikkelingen, terwijl Jan Bieleman (landbouw) en Milja van Tielhof (handel en nijverheid) de economie voor hun rekening nemen. Drie hoofdstukken van Jan Lucassen (bevolking), Paul Knevel (maatschappelijke groepen) en Jo Spaans (sociale zorg) behandelen de sociale aspecten, waarna Paul Abels de kerkelijke geschiedenis uit de doeken doet. Willem Otterspeer bijt met een hoofdstuk over de wetenschap het spits af in het culturele gedeelte, gevolgd door Eddy Grootes (literatuur), Eric Jan Sluijter (schilderkunst), Louis Peter Grijp (muziek) en Freek Schmidt (bouwkunst). Het boek eindigt met een slotbeschouwing van Willem Frijhoff. Wie met de materie vertrouwd is wordt zo nu en dan verrast-Lucassen verstrekt nieuwe ramingen over aantallen stedelingen omstreeks 1680 en 1750, Jo Spaans komt met enkele mij onbekende gegevens over provinciale wetgeving inzake de armenzorg, Sluijter geeft een nieuwe synthese van het werk over de canonvorming rond de 'Hollandse school'-maar men zal hier toch vooral een competente samenvatting van de resultaten van recent onderzoek aantreffen. Daar is niets mis mee, want dat was precies de bedoeling en wanneer het beoogde bredere publiek in groten getale op deze manier daarover geïnformeerd wordt, is het belangrijkste doel van dit boek bereikt. De toegankelijkheid wordt niet weinig vergroot door een ruimhartig illustratiebeleid, met geregeld verrassende afbeeldingen die goed aansluiten bij de tekst. Wat dat betreft verdienen ook vormgever en uitgever een compliment. So far so good. Men zou wellicht ook enkele additionele eisen aan een boek als dit mogen stellen: 'verantwoording', 'evenwichtigheid', 'historiciteit' en 'samenhang'. Om met het eerste te beginnen, daar is de redactionele politiek niet helemaal helder. Sommige hoofdstukken zijn uitvoerig geannoteerd, andere uitsluitend bij de citaten, het eerste zelfs daar niet. Bij alle hoofdstukken is een beredeneerde literatuuropgave, en die heeft soms het karakter van verantwoording, maar lijkt in andere gevallen slechts bedoeld als leeswijzer. Ook met de 'evenwichtigheid' is iets merkwaardigs aan de hand. Niet minder dan vijf van de veertien hoofdstukken zijn gewijd aan wetenschap en cultuur. Daarbij steekt een enkel hoofdstuk over de politiek wel mager af, te meer daar er bij voorbeeld heel weinig te vinden is over de werking van de openbare instellingen. De justitie, om een ander thema te noemen, dat bovendien niet van actualiteit is ontbloot, komt in het hele boek niet voor. En waarom wel het muziekleven behandeld, waarvan Grijp zelf zegt dat het eigenlijk niet erg bijzonder was, en niet de marine die Hollands naam en faam op de zeven zeeën uitdroeg? Maar de belangrijkste problemen zitten toch bij de laatste twee criteria. Door de thematische behandeling van ruim twee eeuwen
Literatuur als noodzaak : Willem Frederik Hermans: Facetten van een schrijverschap
2010
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor mijn zoon Rogier en mijn dochter Lotte Hoofdstuk 4 Conserve: poëtica, techniek en thematiek 4.1 Inleiding 4.2 Samenvatting 4.3 'Een fantastische roman' 4.3.1 Een melodrama 4.4 Een schrijver documenteert zich 4.5 Poëtica 4.5.1 Waarheid en waarschijnlijkheid 4.5.2 De historische roman 4.6 Techniek: 'een charmante basis van verstandhouding' 4.7 Thematiek 4.7.1 Een wereld vol misverstanden 4.7.2 Verwisselbare normenstelsels 4.8 Besluit 4.9 Naschrift 7.3.5 Intermezzo: algemeen en concreet 7.4 Lezer en personage: een ontwikkelingsschets Hoofdstuk 8 Een modernist met een surrealistische inslag. Willem Frederik Hermans in de literatuurgeschiedenis 8.1 Inleiding 8.2 Een landerig en ontluisterend realist 8.3 Een eigenzinnig surrealist 8.4 Modernist of postmodernist? 8.5 Besluit Hoofdstuk 9 Literatuur als noodzaak Noten Bibliografie Werk van Willem Frederik Hermans Overige literatuur Verantwoording Register over de poëzie van willem frederik hermans Galerijen, nissen, balustraden, Schaduwen, als ging de zon nooit onder. In een laken ontspringt een wonder. Bomen zijn uit grafstenen ontsproten. Volgt die muziek de banen van Het zonnescherm dat gruwelen beschaduwt? Zie, de bladeren in de wind die luwt Schubben zich om de ogen van een man. 15