Nieuwe data, ‘nieuwe’ methode? : Een sociologisch historische toepassing van multiniveau-analyse (original) (raw)

De stad als onafhankelijke variabele en centrum van moderniteit. Langetermijntrends in stedelijke en rurale criminaliteitspatronen in de Nederlanden (1300-1800)

2006

Langetermijntrends in stedelijke en rurale criminaliteitspatronen in de Nederlanden (1300-1800) Inleiding Europese steden hebben sinds de Industriële Revolutie te kampen met een negatief imago. In Vlaanderen is deze antistedelijke reflex nog sterker aanwezig doordat de overheid lange tijd het wonen buiten de stad actief stimuleerde en het stedelijke leefcomplex stigmatiseerde als een morele poel van verderf. 1 De stedelijke criminaliteit werd al meermaals aangeduid als één van de oorzaken, en tot op zekere hoogte is dat terecht. De dertien Vlaamse kernsteden huisvestten in 2000 slechts vijfentwintig percent van de Vlaamse bevolking, maar er vonden 42 percent van alle vermogensmisdaden en 36 percent van alle gewelddelicten plaats. In totaal werd 38 percent van alle geregistreerde criminele feiten in één van deze kernsteden gepleegd. 2 Volgens de veiligheidsmonitor van de federale politie lag het slachtofferschap voor gewelddelicten in 2000 en 2002 in grote steden en agglomeratiegemeenten een aantal percenten hoger dan in regionale en kleinere steden. Matige en zwak verstedelijkte gemeenten blijken nog minder last te hebben van geweld. 3 Deze situatie is volgens sociologen historisch gezien geen constant gegeven. De overgang van de achttiende naar de negentiende eeuw bestempelden zij als een fundamentele breuk in de geschiedenis van West-Europa. De toenemende modernisering, industrialisering en verstedelijking zou de criminaliteit vanaf de negentiende eeuw drastisch hebben doen stijgen in de grote steden. Voordien werd vooral de geweldcultuur op het platteland gevreesd. 4 Vroegmoderne bronnen schilderden het platteland af als erg gevaarlijk. Rurale gebieden, ook in de Zuidelijke Nederlanden, waren bekend om hun hoge graad van banditisme. 5 Reizigers waagden zich zelden ongewapend op weg buiten de steden. De angst voor gewapende overvallen zat er bij de bevolking zo diep in dat het zelfs een thema werd in de genreschilderkunst. 6 Maarten F. Van Dijck 1 C. Kesteloot, 'Verstedelijking in Vlaanderen: problemen, kansen en uitdagingen voor het beleid in de 21e eeuw'. z.d. http://www.thuisindestad.be/html/witboek/downloads/Ponsaers.pdf (16 augustus 2005) 15-17, 24-25. 2 Eigen berekening op basis van de criminaliteitscijfers van 2000. Deze cijfers komen uit: J. Laureys, Stadsmonografie Antwerpen 2003 (Brussel 2003) 84, 88. Dit rapport is beschikbaar op internet: http://www.thuisindestad.be/html/ monograf/index.html (17 augustus 2005). De demografische gegevens komen van de website van de Vlaamse administratie Planning en Statistiek (APS):

[Recensie] Een kloof van alle tijden: verschillen tussen lager en hoger opgeleiden in werk, cultuur en politiek

Sociologos

Gescheiden werelden van Bovens, Dekker en Tiemeijer (2014), Verschil in Nederland onder redactie van Vrooman, Gijsberts en Boelhouwer (2014) en nu Een kloof van alle tijden onder redactie van Herman van de Werfhorst (2015), volgden elkaar snel op. Zij wijzen op de grote belangstelling, vooral in Nederland, voor verschillen en ongelijkheden tussen onderwijsgroepen. We weten inmiddels hoe diep de kloof tussen laag-en hooggeschoolden is. In vergelijking met de hooggeschoolden leven de laaggeschoolden minder lang en veel minder lang in goede gezondheid. Zij hebben slechtere tanden, lijden meer pijn, hebben meer chronische aandoeningen en meer psychische problemen. Zij hebben een lagere werk-*

Intellectuele geschiedenis als sociologisch probleem. Repliek

Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 1991

Repliek Veel spreken, beschrijven, denken is maar spreken, beschrijven en denken bij wijze van spreken, beschrijven, denken. (W.F. Hermans) De beschouwing van Dick Pels begint als boekbespreking, gaat over in een kleine bij scholingscursus positivisme en eindigt als rekwisitoor. Laat ik met dit laatste beginnen. Pels heeft zijn kritiek alleen kunnen formuleren door tegelijkertijd verdenkingen en verdachtmakingen rond te strooien. Bij voortduring doorspekt hij zijn bezwaren met insinuaties en onderbreekt hij zijn redeneringen met verwensingen. Het resultaat is een onaangename mengeling van argumentatie en stemmingmakerij. Nog geen paar pagina's houdt hij het vol om een betoog op te bouwen of hij roept weer uit dat het niet deugt, alleen zegt hij het op zijn academisch: 'scholaire sluiting', 'anachronistische retrojecties', 'Whig history', 'oprekking en vervaging van klassieke begripsconnotaties', 'promiscue en bevooroordeelde omgang met de geschiedenis'. Die betoogtrant en de stemming waaraan deze is ontsproten, hebben -zoals zal blijken -zijn argumentatie geen goed gedaan. Alvorens op zijn bezwaren in te gaan, wil ik één van die ver dachtmakingen uit de wereld helpen en aan de hand daarvan verduidelijken waar mijn boek over gaat. Pels beschuldigt mij herhaaldelijkvan 'eenkennigheid', 'zelfgenoegzaamheid' en 'afslui ting t.o.v. de intellectuele buitenwereld'. Dat is kwaadaardige kletsica en iedereen die mijn boek leest kan het tegendeel constate ren. Anders dan gebruikelijk heb ik geput uit zeer verschillende onderzoekstradities: uit de geschiedenis van de sociale wetenschap pen, maar eveneens uit de literatuurgeschiedenis en de geschiedenis van de natuurwetenschappen; uit de Angelsaksische ideeëngeschie denis (van Lovejoy tot Kelley), maar ook uit de Duitse Begriffsgeschichte (Koselleck, Riedel) en de nieuwe Franse cultuurgeschie-

Huishouden in Nieuw-Guinea: Een geschiedenis van geslacht op geslacht

Oratiereeks, 2017

Het is oktober 1882, het eiland Mansinam, noord Nederlands Nieuw-Guinea. Het is avond. Het zendings-echtpaar Jan en Wilhelmina van Hasselt-Mundt schrijft nog wat terwijl hun dochter Silvia aan een haakwerkje zit. 1 Wilhelmina beschrijft het tafereeltje dat zich op dat moment in hun huishouden afspeelt: hun Papoea 2 pleegkinderen Ida en Pauline zijn aan het afwassen en passen ondertussen op de kleinere Papoeakinderen. Pauline waschte de kopjes en bordjes en onder het klappen der borden hoorde ik haar opeens op weemoedige toon tegen Amanda, die haar hielp, zeggen: "Heb je wel gehoord, wat ons Njonja voorgelezen heeft? "Rudolf, die jongen, zijn Vader was dood, en hij dacht, dat hij sliep! Waindi! Ach! En hij had het zoo koud, en hij had zijn vader zoo lief, en hij kookte soep voor zijn vader, maar hij at niet meer," en zoo ging het voort met vertellen uit de monden van groot en klein. […] Wij, mijn man en ik genoten er zoo van, dat kunt U, hooggeachte Freule wel denken. Ach, onze kindren zijn ook net weesjes, dus had dit verhaal […] bizonderen invloed op hen. 3 Een Oer-Hollandsch tafereeltje, met afwas en al, in een brief van de zendingsvrouw aan freule Van Hogendorp in Den Haag. Ik zal zo meteen vanuit de beslotenheid van dit huishouden vertrekken om een koloniale geschiedenis 'van geslacht op geslacht' te beschrijven. Het huishouden van de Van Hasselts blijkt verknoopt met talloze andere zaken, met slavenhandel en vrouwenbeweging, met zendingsbusjes en rassenwetenschap, met paradijsvogelhoeden en Ethische Politiek. Hun huishouden is zo een scharnierpunt tussen koloniale macro-en micropolitiek, en, zoals zal blijken, het startpunt voor een nieuw geslacht van christen Papoea's. Maar voordat ik zover ben, zou ik eerst aan u het idee van een geschiedenis 'van geslacht op geslacht' willen voorleggen. We komen dan vanzelf weer bij dit huishouden uit. Van geslacht op geslacht Een politieke geschiedenis van gender beperkt zich niet tot een geschiedenis van een bepaald onderwerp-laten we zeggen, de politieke activiteiten van vrouwen of het feminisme. Een politieke geschiedenis van gender doet veel méér: die moet een scherp geslepen lens bieden waarmee het belang van gender voor het begrip van historische processen duidelijk wordt. Geslacht-of 4

Het deskundigenonderzoek na Potpourri I : enkele tendensen

RECHTSPRAAK ANTWERPEN BRUSSEL GENT, 2017

De vordering van eiseres is dus niet alleen onontvankelijk, doch volledigheidshalve ook ongegrond. IV. Beslissing Na erover te hebben beraadslaagd, komt de rechtbank tot de volgende beslissing: Verklaart de vordering van eiseres onontvankelijk en wijst haar ervan af; Veroordeelt haar tot de kosten van het geding, aan de zijde van verweerster begroot op 1.440 EUR rechtsplegingsvergoeding. Waar aanwezig waren: D. Mertens, voorzitter; L. Goossens en S. Biesmans, rechters in handelszaken.

De kracht van diversiteit benutten

2020

Factsheet - Hoe kunnen we beter op een krachtige wijze leren omgaan met verschillen? Hoe kunnen docenten en studenten bijdragen aan een veerkrachtige en diverse samenleving?