De Restauratieateliers: Gewapende Paarden en Kamelen (original) (raw)
Related papers
De Hereniging Van Een Paard Met Een Ruiter
Aziatische Kunst
Isabelle Garachon en Lucien van Valen DE HERENIGING VAN EEN PAARD MET EEN RUITER Het lopende onderzoek naar de groep grafbeelden uit de Tang-dynastie (618-907) heeft het inzicht in de wijze waarop de groep gemaakt is sterk vergroot.1 De resultaten van het onderzoek blijken ook van belang voor de manier van presenteren in de vitrine. De objecten zijn genummerd, zoals alle in de collectie opgenomen objecten: de paarden en kamelen hebben een AK-MAK-XX nummer dat eindigt op-A, en alle zadels en ruiters eindigen op-B. De nummering geeft dus aan welk paard bij welke ruiter of zadel hoort. Zo hoort het paard AK-MAK-65-A bijvoorbeeld bij zadel AK-MAK-65-B. Afb. i Afdrukken van de strepen.
Paardenhouderijen vergeleken: out of the box
2012
Inleiding en afbakening 2 Duurzaamheid paardenhouderij Behoeften van het paard Duurzaamheid 3 Algemeen voorkomende faciliteiten in de paardenhouderij 4 Beschrijving paardenhouderijsystemen Traditionele individuele huisvesting Individuele huisvesting met uitloop Groepshuisvesting Hit actief stal Paddockparadijs PTV stal Centaur stal
Rollen en rondelen in Het Esbatement van den Luijstervinck
2007
zijn verschillende toneelstukken bewaard gebleven. Een aantal bevindt zich in het archief van de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten. De stukken worden nauwelijks meer gespeeld. Is dit terecht? Zijn er geen gezelschappen meer die dit toneelwerk willen opvoeren of is het werk van een te lage kwaliteit? Heeft het rederijkerstoneel ons nog iets te zeggen? Bij de overlevering van de rederijkersteksten, speelt de Haarlemse rederijkerskamer De Pellicanisten met het motto 'Trou Moet Blijcken' een belangrijke rol. In de bewaard gebleven archieven van deze kamer bevinden zich afschriften van vele rederijkersstukken die de kamer heeft opgevoerd. Eén ervan is het Esbatement van den Luijstervinck. Kramer constateert: 'van de ongeveer 600 rederijkerstoneelteksten die bewaard zijn gebleven, dragen zo'n tachtig de genrebenaming clucht of esbatement'. Van Bork omschrijft een esbatement als 'vermakelijk, niet hoogdravend, (rederijkers)toneel met een satirische inslag'. Hij plaatst een esbatement 'genretechnisch tussen het spel van zinne dat ernstiger en gekunstelder is, en de middeleeuwse klucht … die simpeler van structuur en humor is'. Als gemiddelde lengte van een esbatement houdt Van Bork circa 500 versregels aan. Het Esbatement van den Luijstervinck met 637 versregels komt hierbij aardig in de buurt. In een esbatement kunnen volgens Drewes ook allegorische elementen voorkomen, die er door de auteur bewust in verwerkt zijn, zoals in het Esbatement vant Gelt, waardoor het stuk dicht bij een spel van sinnen komt. Ook het Esbatement van den Appelboom is een voorbeeld van een allegorisch esbatement. In het Esbatement van den Luijstervinck komt wel een karakter voor dat afwijkt van de vijf andere rollen, maar deze 'luistervink' kan toch niet als een allegorisch personage gezien worden. Hij is veeleer een commentator op het vertoonde toneelspel.