Clumsy adolescents. A longitudinal study on the relationship between physical growth and sensorimotor skills of boys with and without (original) (raw)
Related papers
De ontwikkeling van syntactische formuleervaardigheid bij kinderen van 9 tot 16 jaar
Nederlands tijdschrift voor de psychologie en haar grensgebieden, 1982
An essential phenomenon in the development towards syntactic maturity after early childhood is the increasing use of so-called sentence-combining transformations. Especially by using subordination, complex sentences are produced. The research reported here is an attempt to arrive at a more adequate characterization and explanation. Our starting point was an analysis of 280 texts written by Dutch-speaking pupils of the two highest grades of the primary school and the four lowest grades of three different types of secundary education. It was examined whether systematic shifts in the use of certain groups of socalled function words could be traced. We concluded that the development of the syntactic formulating ability can be characterized as an increase in connectivity: the use of all kinds of function words which explicitly mark logico-semantic relations between propositions. This development starts by inserting special adverbs and coordinating conjunctions resulting in various types of coordination. In a later stage, the syntactic patterning of the sentence is affected as well (various types of subordination). The increase in sentence complexity is only one aspect of the entire development. An explanation for the increase in connectivity is offered based upon a distinction between narrative and expository language use. The latter, but not the former, is characterized by frequent occurrence of connectives. The development in syntactic formulating ability includes a high level of skill in expository language use. Speed of development is determined by intensity of training, e.g. in scholastic and occupational settings.
De Relationship Problems Questionnaire (RPQ) is een screeningsvragenlijst die de aanwezigheid van geremd en ongeremd gehechtheidsgedrag nagaat. Deze studie onderzoekt de factoriƫle en convergente validiteit van de RPQ bij lagereschoolkinderen met ernstige emotionele of gedragsproblemen. Ouders en leerkrachten van 152 kinderen tussen 6 en 10 jaar oud uit 21 scholen voor buitengewoon onderwijs vulden de RPQ en de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) in. Tijdens een huisbezoek namen de ouders van 77 kinderen eveneens deel aan een interview over verstoord gehechtheidsgedrag en werd het kindgedrag geobserveerd. Zowel de structuur als de betekenis van de RPQ-schalen, geremd en ongeremd gedrag, was hetzelfde voor ouders en leerkrachten. Beide schalen waren betrouwbaar en hingen samen met gelijkaardige schalen in het interview. Bovendien hing ongeremd gedrag samen met geobserveerd kindgedrag en hingen beide RPQ-schalen gemiddeld samen met probleemgedrag (SDQ). Bijgevolg levert dez...
Orthodontische problemen bij volwasssen: een esthetische aanpak
2007
Sinds 1990 doen we orthodontie in onze praktijk. Aanvankelijk heel voorzichtig een beetje frontodontics, en zo langzaam aan, onder de deskundige begeleiding van prof.dr. A.J. van Hillegondsberg, steeds een beetje meer. Totdat we vrijwel alle in de algemene