Samenvatting vrijdagpreek 25 Okt 2024 – Mohammed (sa): Het Grote Voorbeeld (original) (raw)

25/10/2024

KJ-Summary-NL-20241025 KJ-Summary-FR-20241025

KJ-Summary-UR-20241025 KJ-Summary-BN-20241025

Samenvatting vrijdagpreek 25 Oktober 2024 Gegeven door Hazrat Khalifatul Masih V (aba)

In de vorige vrijdagpreek ging Huzoor-e-Anwar (aba) verder met de bespreking van de belegering van de forten van Banu Qurayza, dat volgde op hun schending van de overeenkomst tijdens de Slag van Ahzab. Hij merkte op dat er verschillende verhalen bestaan over de duur van de belegering, dat ongeveer 20 dagen duurde.

Om het lot van Banu Qurayza te bepalen, werd Hazrat Sa‘d bin Mu‘adh (ra) aangesteld als bemiddelaar. Het volk van de Aus-stam kwam naar de Heilige Profeet (sa) en vroeg om vergiffenis voor Banu Qurayza, omdat zij bondgenoten waren van Aus. De Profeet (sa) droeg de zaak vervolgens over aan Hazrat Sa‘d bin Mu‘adh (ra), die een leider van de Aus-stam was. Bij de komst van Hazrat Sa‘d vroeg de Heilige Profeet (sa) de mensen om op te staan voor hun leider en vroeg hij, met Allah’s toestemming, Hazrat Sa‘d (ra) om een oordeel te vellen. Hazrat Sa‘d vroeg zowel de mensen van Aus als degenen rondom de Heilige Profeet (sa) om te beloven zijn beslissing te accepteren.

Hazrat Sa‘d (ra) oordeelde dat de mannen van Banu Qurayza geëxecuteerd zouden worden, hun vrouwen en kinderen als gevangenen genomen, hun rijkdom verdeeld, en hun huizen aan de Muhajirin gegeven, niet aan de Ansar. De Heilige Profeet (sa) bevestigde daarna het oordeel van Hazrat Sa‘d met de woorden: “Sa‘d, jouw oordeel komt overeen met Allah’s bevel.”

Na dit oordeel keerde de Heilige Profeet (sa) terug naar Medinah, waar de gevangenen van Banu Qurayza werden gebracht. De vrouwen werden ondergebracht in het huis van Hazrat Ramla (ra). Het leek een goddelijke beslissing te zijn tegen Banu Qurayza vanwege hun verraad. Tijdens de nacht kregen de gevangenen voedsel, waaronder fruit. De volgende dag werd een greppel gegraven en werden de mannen van Banu Qurayza in groepen naar voren gebracht om hun straf te ondergaan. Hazrat Ali (ra) en Hazrat Zubair bin al-Awam (ra) werden aangesteld om de uitvoering te begeleiden, terwijl de Heilige Profeet (sa) aanwezig was om noodzakelijke beslissingen te nemen of genade te tonen bij verzoeken.

Toen Ka‘b bin Asad naar voren werd gebracht voor executie, gaf de Heilige Profeet (sa) subtiel aan dat hij de Islam moest omarmen. Ka‘b weigerde echter, omdat hij vreesde dat mensen hem beschuldigd zouden hebben van bekering uit angst voor de dood. Hij verkoos om als volgeling van het jodendom gedood te worden.

Er was ook een geval waarin een joodse man werd vergeven op verzoek van een moslimvrouw. Over het algemeen was de neiging van de Heilige Profeet (sa) om dergelijke executies niet uit te voeren, maar de straffen gingen door tot de schemering. Ook een vrouw van Banu Qurayza werd geëxecuteerd als vergelding voor een moord die zij had gepleegd.

Er wordt melding gemaakt van een vrouw genaamd Raihana van de Banu Nadir-stam, die met een man van Banu Qurayza was getrouwd. Na de gebeurtenissen met Banu Qurayza hield de Heilige Profeet (sa) haar als dienares. Volgens andere overleveringen heeft de Heilige Profeet (sa) haar echter uit vriendelijkheid vrijgelaten, zodat ze naar haar familie kon terugkeren, waar ze later overleed.

Wat betreft de verdeling van de oorlogsbuit, wordt vermeld dat de Heilige Profeet (sa) een vijfde (khums) van de opbrengsten apart zette en de overige vier delen onder de deelnemers verdeelde. Vrouwen die aan de strijd hadden deelgenomen, kregen ook een deel. Sommige overleveringen suggereren dat gevangenen van de khums naar Najd werden gestuurd om te worden verkocht. De opbrengst werd gebruikt voor de aankoop van oorlogsmaterieel. Echter, de Heilige Profeet (sa) hield hen in Medina en bevrijdde hen geleidelijk als een daad van vriendelijkheid.

Bij de verdeling stelde hij een onbaatzuchtige regel in: vrouwen met jonge kinderen zouden niet van hen worden gescheiden. Dit weerspiegelde de barmhartigheid van de Profeet (sa) voor alle werelden. Moge Allah de moslims van vandaag leiden naar een dergelijk begrip en menslievendheid. Ameen.