muil - WikiWoordenboek (original) (raw)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
Woordherkomst en -opbouw
[A], [B], [C] enkelvoud meervoud
naamwoord muil muilen
verkleinwoord muiltje muiltjes

Zelfstandig naamwoord

[A] de muil m

  1. (zoötomie) bek van een groot dier, vooral gebruikt bij roofdieren
    • De leeuw hield zijn prooi in zijn muil.
  2. (dysfemisme) mond van een persoon
    • Hou je grote muil!
  3. (figuurlijk) iets dat wijd open staat en alles verslindt
    • Voor het eerst kan de mensheid recht de gapende muil van één van de meest indrukwekkende monsters uit de kosmos inkijken: het zwarte gat in het centrum van sterrenstelsel Messier 87, een beest met de overweldigende massa van 6,5 miljard zonnen. [8]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

1. bek van een groot dier

Zelfstandig naamwoord

[B] de muil v / m

  1. (schoeisel) bepaald soort schoeisel dat eenvoudig is aan te doen, met onbedekte hiel en zonder hak, veelal deftig en vooral bedoeld om binnenshuis te dragen
    • Het is erg in de mode muiltjes te dragen.
      ‘Ah, nou, maar het is anders een prachtig verhaal’ reageerde hij met een brede grijns. ‘De mooie onderdrukte maagd die naar het koninklijk paleis komt, de jaloerse stiefzusters, het glazen muiltje dat niet past...’[9]
      Alle staatslieden moesten muilen dragen.[10]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

3. bepaald soort schoeisel

Zelfstandig naamwoord

[C] de muil m

  1. (veeteelt) kruising tussen een paard en een ezel
    ‘Een muil,’ oreerde Theobald, staande voor het spiegeltje dat aan een spijkertje in de roode tentpaal hing, terwijl hij met een zakschaartje aan zijn baard wat fatsoeneerde, ‘is, welbeschouwd, een buitengewoon dier; superieur aan een paard; waar een paard niet komen kan, loopt een muil als op een effen vloertje; zij is superbe, ontvangt de slagen als een wijze 't lot; negeert gewoon wat niet haarzelf aangaat en daarin heeft ze overeenkomst met de katten.[11]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

kruising tussen een paard en een ezel

Anagrammen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[12]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. muil op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. muil op website: Etymologiebank.nl
  5. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  6. muil op website: Etymologiebank.nl
  7. "muil" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  8. de Volkskrant George van Hal 10 april 2019 Astronomen maken eerste foto van een zwart gat

  9. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026346477
  10. Bronlink Weblink bron
    J.J.A. Goeverneur
    “De huisvriend: gemengde lectuur voor burgers in stad en land, Deel 3” (1845)
  11. Bronlink geraadpleegd op 23 augustus 2024 Weblink bron
    Jac. van Looy
    Reizen in: Elseviers Geïllustreerd Maandschrift., jrg. 16 deel 21 nr. 2 (februari 1906), Elsevier, Amsterdam, p. 101
  12. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be